Zaterdagochtend, 12 uur. Bijna zevenhonderd man ploetert op een modderig grasveldje. Is dit een uit de hand gelopen legertraining? Zeker niet, een verse lading mentoren leert het nieuwe dansje van de El Cid. In elk groepje zit wel een verbitterde eerstejaars die het weigert te leren, maar ook een overenthousiaste mentor die elke kans grijpt om met zijn groepje het dansje nogmaals te doen.
Omdat er zo’n diverse groep deelneemt aan de El Cid, is het belangrijk om een dansje te verzinnen dat voor iedereen leuk en makkelijk te onthouden is. Bijna alle moves komen ook voor in dansjes uit voorgaande jaren. Dit heeft twee voordelen: het is voor de mentoren makkelijk te leren, en de pasjes bleken al eerder leuk en simpel te zijn voor eerstejaars. Moeilijk is het dansje dan ook niet. Met wat oefening kun je het makkelijk om 1 uur ’s nachts in een dixo uitvoeren.
Wel is er één nieuw pasje: de A4-move. Hierbij beweeg je je armen boven je hoofd al swingend van links naar rechts, en vervolgens beneden van links naar rechts. Een tikkie onhandig aan het dansje van dit jaar is de ‘hip-bump’ aan het einde, waarbij je met een vriend tegen elkaars heupen stoot. Best ongemakkelijk als je mensen nog maar een paar uur kent, en al helemaal als je met een oneven aantal mensen bent.
Verder is het dansje vrolijk en het liedje, “Hey Baby” van Tungevaag & Raaban, aanstekelijk. Ook is het leuk dat het (net als voorgaande jaren) een vrij onbekend nummer is, waardoor eerstejaars na de El Cid altijd aan deze magische tijd terug zullen denken als ze het horen.
Als we alles tegen elkaar opwegen, komen we tot de conclusie dat het dansje dit jaar weer geslaagd is. Het is vrolijk, simpel en leuk om met je groepje te doen. We geven het dansje dan ook een dikke acht.
Door Lonneke van der Lei