Nieuws
‘Het is niet normaal dat docenten nooit een vast contract krijgen’
Ondanks de vurige wens van het onderwijzend personeel van International Studies, krijgt de opleiding niet structureel méér vaste contracten voor tutoren. ‘Dit beleid deugt niet.’
Sebastiaan van Loosbroek
woensdag 1 juli 2020
Illustratie Silas.nl

 Medio april stuurde de opleiding International Studies een brandbrief aan het college van bestuur, waarin meer vaste contracten werden geëist voor tutoren: docenten die alleen werkgroepen geven en geen onderzoek doen.

Doordat tutoren om de zoveel jaar worden ingeruild voor nieuwe werknemers, verdwijnt een hoop expertise, die volgens de docenten de stabiliteit en onderwijskwaliteit van de opleiding aantast. Daarnaast ontstaat er meer werkdruk voor het personeel dat wél blijft, omdat werknemers steeds opnieuw moeten worden ingewerkt. Maar ook voor de tutoren zelf levert een tijdelijk contract extra werkdruk op: zij hebben het gevoel te moeten concurreren met collega’s, in de hoop toch te kunnen blijven. De brief werd in april ondertekend door 71 medewerkers, maar inmiddels zijn dat er meer dan driehonderd, onder wie ook studenten en sympathisanten.

Het college van bestuur schrijft nu in een reactie dat er al verschillende dingen zijn gedaan om aan de wens van meer vaste contracten te voldoen. Zo heeft de universiteit het aantal tijdelijke contracten verminderd van 35,1 procent in 2015 naar 22,6 procent in 2019.

Per se tijdelijk

Volgens universitair docent Judith Naeff geven die cijfers echter geen goed beeld. ‘Deze gaan over de hele academische staf, dus ook professoren en universitair hoofddocenten. Die hebben bijna allemaal een vast contract. Als we alleen kijken naar de docenten die geen onderzoek doen, heeft 70 procent bij de faculteit Geesteswetenschappen een tijdelijk contract. Bij sommige andere faculteiten is dat zelfs 90 procent.’

‘Docenten worden nu weggestuurd terwijl hun baan er na de zomer nog gewoon is’

Verder geeft het college van bestuur aan dat vier docenten wél een vast contract hebben gekregen, nadat het faculteitsbestuur daar dringend om heeft gevraagd. Daarmee wijkt het college af van de norm, die stelt dat het in aanmerking komen voor een vast contract in principe alleen geldt voor docenten die ook onderzoek doen. Door hier nu een uitzondering op te maken wil het bestuur tegemoetkomen aan de wens van het onderwijzend personeel van International Studies.

‘We zijn blij met die vaste posities’, reageert Naeff, ‘maar dat is geen structurele oplossing. Hiermee verandert niets aan het beleid, terwijl dat is waar we om vragen.’ Ze vindt het van slecht werkgeverschap getuigen dat personeel dat uitsluitend doceert, per definitie geen vast contract krijgt. ‘Dat zou nog ergens op slaan als deze docenten een tijdelijke functie opvulden. Maar het gaat grotendeels om vaste onderwijsposities, die een structureel onderdeel van het onderwijsaanbod  vormen. Dat betekent dat mensen die hier al jaren werken, goed functioneren en ervaring opbouwen, toch worden ontslagen terwijl de functie na de zomer blijft bestaan en door iemand anders wordt opgevuld.’

Draaideurconstructie

Deze zomer bijvoorbeeld moeten vier docenten gedwongen weg. ‘Zij worden nu, midden in de coronacrisis, weggestuurd terwijl hun baan er na de zomer nog gewoon is. Dit beleid deugt niet.’

Het college van bestuur schrijft verder van plan te zijn meer tijdelijke contracten met een langere looptijd - van vier jaar - aan te bieden. Minstens 25 procent van nieuw aan te nemen docenten zou zo’n contract moeten krijgen.

‘We hopen dat het college ook gaat inzien dat het anders moet’

Maar ook deze tegemoetkoming is ‘geen structurele oplossing’, vindt Naeff. ‘Sterker nog: dan stuur je nóg ervarener docenten weg.’ Dat kan leiden tot een zogenoemde draaideurconstructie, waarbij werknemers na uitdiensttreding opnieuw worden aangenomen. ‘Daar is het college alleen geen fan van, en wij ook niet. Wat ons betreft is een vast contract dan ook de enige oplossing.’

Het personeel van International Studies laat het er niet bij zitten en heeft met een nieuwe brief gereageerd op die van het college. Daarin pleiten ze niet alleen nogmaals voor meer vaste contracten voor tutoren, maar ook voor doorgroeimogelijkheden.

Naeff: ‘Met alleen de contracten vast maken, ben je er nog niet. Tutoren moeten ook in salaris kunnen doorgroeien, bijvoorbeeld als ze een meer coördinerende functie krijgen. We willen met de brief denormaliseren dat een hele beroepsgroep per definitie geen werkzekerheid krijgt. We hopen dat het college ook gaat inzien dat het anders moet.’


> De briefwisseling is hier terug te lezen

> Zie ook het opiniestuk van Suze Zijlstra: Waarom ik mijn verloving met de universiteit verbreek