Nieuws
Herta Mohr is verbeterd, maar privacy laat nog te wensen over
Na kritiek van medewerkers op het nieuwe Herta Mohr-gebouw, zijn er extra kasten gekomen, is de temperatuur beter geregeld en zijn overzichtsborden aangebracht. Toch klinkt er nog steeds kritiek.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 13 november 2025
Opening van het Herta Mohr-gebouw in 2024. Foto Monique Shaw

Het vorig jaar in gebruik genomen gebouw van de faculteit Geesteswetenschappen kreeg een moeizaam onthaal. Uit enquêtes onder medewerkers van Leiden University Institute for Area Studies (LIAS) en het faculteitsbureau bleek onvrede over de temperatuur die niet is aan te passen, de kou in het gebouw, de slechte vindbaarheid van werkkamers, het gebrek aan privacy en de mogelijkheid om geconcentreerd te kunnen werken.

Sommige knelpunten zijn inmiddels (deels) opgelost, schrijft het faculteitsbestuur in een memo. Er is nu een ‘stabieler binnenklimaat dat leidt tot een constantere binnentemperatuur’ en de vindbaarheid van bijvoorbeeld werkkamers en zalen is verbeterd middels extra bewegwijzering en overzichtsborden. De glazen wanden van een aantal werkkamers, waardoor medewerkers een gebrek aan privacy ervaren, worden voorzien van folie. Ook zijn er ‘aanpassingen gedaan aan de zonweringsinstellingen’, zodat medewerkers die nu zelf kunnen bedienen.

Veel medewerkers vreesden al vóór de bouw van het Herta Mohr dat er te weinig ruimte voor boekenkasten zou zijn, omdat ze een kamer moesten gaan delen. Uit de enquête onder LIAS-medewerkers, die afgelopen september in de faculteitsraad werd besproken, bleek dat die zorg terecht was: ‘Beperkte opslagruimte voor boeken en materialen is een meermaals genoemd kritiekpunt. Er is bij een aantal behoefte aan meer kastruimte of opbergruimte’, stond in het onderzoek.

Ook daarvoor is een oplossing gevonden. Medewerkers die een extra kast in hun werkkamer willen, kunnen die aanvragen bij het secretariaat.

‘Als docenten even frustratie willen uiten over hun studenten, zitten die daarnaast te studeren’

Maar een ander heikel punt is het gebrek aan privacy. Uit de enquête onder LIAS-medewerkers blijkt dat 76 procent van de medewerkers nu een werkkamer deelt, tegenover twintig procent die er nog een voor zichzelf heeft.

Raadslid en universitair docent Elmer Veldkamp: ‘Je kan niet goed een telefoongesprek voeren als je met een ander op de kamer zit en je kan er ook geen meetings plannen. Maar de algemene meeting rooms zijn ook vaak bezet. Daardoor werken nu meer mensen thuis.’

Projectmanager Carola Koetsier bracht daar tegenin dat de respondenten in de enquête ‘behoorlijk tevreden’ zijn over de meeting rooms en het bijbehorende reserveringssysteem. ‘Dat was juist iets positiefs over het Herta Mohr. Maar als dat niet zo is, dan horen we het graag.’

Ook weersprak ze dat meer dan voorheen wordt thuisgewerkt. ‘We hebben de bezettingsgraad zeven jaar geleden, voor de coronacrisis, ook gemeten. Toen hadden de meesten een eigen kamer. Maar destijds was er ook maar een bezettingsgraad van zo’n twintig procent.’

Raadslid Arnout van Ree had ook kritiek op het gebrek aan privacy. Zo zitten docenten en studenten gemengd in de gemeenschappelijke ruimte. Dat is onwenselijk, vindt Van Ree. ‘Als docenten even frustratie willen uiten over hun studenten, zitten die daarnaast te studeren.’

‘Voor dat probleem hebben we nog geen oplossing’, erkenden Koetsier en bestuurslid Saskia Goedhard. Door de hoge plafonds kunnen er geen muren worden gemaakt of gordijnen worden opgehangen om de ruimte in meerdere kleinere ruimtes op te delen.