Nieuws
Geen strenger mondkapjesbeleid op universiteit
De Rijksuniversiteit Groningen geeft medewerkers en studenten een ‘dringend advies’ om mondkapjes ook in de collegezaal op te houden. Personeelspartij FNV wil dit ook graag in Leiden, maar het college van bestuur scherpt het beleid voorlopig niet aan.
Vincent Bongers
donderdag 9 december 2021
Foto Taco van der Eb

Personeelspartij FNV in de universiteitsraad wil graag dat studenten en medewerkers in collegezalen hun mondkapje op houden. Dat hoeft nu niet, alleen bij beweging is het dragen van een mondkapje verplicht.

‘Gaat het college het goede voorbeeld van de Rijksuniversiteit Groningen volgen en een mond­kap-jesplicht invoeren in de collegezaal?’ vroeg
FNV-raadslid Remco Breuker tijdens de vergadering met het college van bestuur.

Overigens verplicht Groningen het dragen van het mondkapje op een zitplaats niet. Volgens de site van de universiteit ‘geldt er een dringend advies’ om ze ook dan te dragen. Zeker als ‘het bewaren van anderhalve meter afstand moeilijk is. Bij praten kan het mondkapje eventueel af.’
‘We volgen het overheidsbeleid’, liet collegevoorzitter Annetje Ottow weten. ‘Dus dragen bij beweging.’ En daarbij is het advies: ‘Mondkapje op in de zaal als de docent daar prijs op stelt.’

‘In de praktijk werkt dat niet altijd’, aldus Breuker. ‘Er bereiken ons geluiden van docenten die aan studenten in de zaal vragen hun kapje op te houden, maar dan nul op het rekest krijgen. Ik vraag me af hoe verstandig het is om het overheidsbeleid te blijven volgen, gezien de vele besmettingen. Als een gerenommeerde instelling als Groningen dit doet, is het dan niet het overwegen waard om het hier ook te doen?’
Ottow zou die zorgen ‘meenemen in het reguliere corona-overleg’, beloofde ze. ‘Verder hebben we vrijdag een bijeenkomst met de Universiteiten van Nederland, dan kijken we wat de andere universiteiten doen.’

De collegevoorzitter liet ook weten regelmatig contact te hebben met de GGD. ‘Er is op dit moment geen aanwijzing dat de universiteiten brandhaarden van besmetting zijn. We zien dan ook geen directe aanleiding om de mondkapjesregeling op te schalen.’