Nieuws
Faculteitsraad FGGA wil meer vrouwen aan de top
De faculteitsraad van de faculteit Governance and Global Affairs (FGGA) is ontevreden over het aantal vrouwen in de top van de faculteit. ‘Zitten we met 22,4 procent vrouwelijke universitair hoofddocenten aan de goede kant van het landelijk gemiddelde?’
Marciëlle van der Kraan
donderdag 30 mei 2024
Beeld Schot

Vrouwen zijn structureel overgerepresenteerd in de lagere schalen en ondergerepresenteerd in de hogere schalen, concludeert faculteitsraadslid Sophia Ritscher naar aanleiding van het rapport over de genderverhouding en doorgroeimogelijkheden voor vrouwen bij de Haagse faculteit.

‘We zien dat het percentage vrouwelijke universitair hoofddocenten slechts 23 procent is en het aantal vrouwen neemt met elke positie richting de top vanaf promovendus steeds verder af.’

Ritscher vraagt of het faculteitsbestuur concrete plannen heeft om hier verandering in te brengen. ‘We willen niet alleen een presentatie, we willen ook antwoord op de vraag of het bestuur erkent dat deze genderverhouding voor academisch personeel verre van ideaal is.’

‘Dit is een probleem dat al heel lang speelt’, reageert Niels Laurens van het faculteitsbestuur. ‘Het is overigens een probleem dat landelijk speelt. Als ik kijk naar de landelijke monitor, dan slaan ze alarm dat het aantal vrouwelijke hoogleraren in groei stagneert. Als ik dat afzet tegen deze faculteit, denk ik: nou, er zijn faculteiten waar het erger is. In de landelijke trend zitten we aan de goede kant.’

Balans

Het percentage vrouwelijke hoogleraren is landelijk 27,6 procent in 2023 en bij FGGA gaat het om 46,9 procent vrouwelijke hoogleraren. Aan heel de Universiteit Leiden gaat het gemiddeld om 31,2 procent vrouwelijke hoogleraren. Het aandeel vrouwen bij universitair hoofddocenten (UHD) ligt een stuk lager, namelijk op 22,4 procent.

Faculteitsraadslid Nikki Ikani: ‘Is 22,4 procent vrouwelijke universitair hoofddocenten “aan de goede kant”?’

‘We proberen het zo bespreekbaar mogelijk te maken. We zijn er op alle vlakken mee bezig.’

Laurens: ‘Als ik kijk naar het historisch verloop, waar we vandaan komen, waar we naartoe moeten en het landelijk beeld, denk ik dat we op de goede weg zitten. Maar natuurlijk moeten we door blijven gaan. Er is veel aandacht voor. Het is nu eenmaal een proces en het duurt lang om deze verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke medewerkers recht te trekken. We streven naar de juiste balans.’

Interim-decaan Koen Caminada: ‘Ik denk dat we allemaal niet precies weten welk percentage wel goed zou zijn, maar 23 procent is gewoon niet goed. Is 50 procent mannelijke en 50 procent vrouwelijke UHD’s dan goed? Dat weet ik ook niet. We zijn met elkaar in beweging, maar we moeten ook met elkaar een kader bedenken wanneer het dan wel oké is.’

Knelpunten

Maarja Beerkens, tijdelijk vice-decaan, vindt dat er onderscheid tussen instituten gemaakt moet worden. ‘Overal zitten andere knelpunten. Bij bestuurskunde hebben we dit probleem niet en is het aantal hoogleraren fifty-fifty verdeeld. Bij ons zijn de universitair docenten het probleem, want we hebben gewoon niet genoeg vrouwelijke kandidaten die solliciteren.’

Diversiteit is meer dan gender alleen, benadrukt Laurens. ‘Dit is nu alleen het enige wat we mogen meten, dus daar ligt de focus op.’
‘Het gaat er vooral om dat we van die implicit bias af komen’, vervolgt Caminada. ‘Als jullie geluiden horen over een explicit bias, geef dan ook zeker die signalen aan ons door. We proberen het zo bespreekbaar mogelijk te maken. We zijn er op alle vlakken mee bezig.’

‘Dat vinden we het belangrijkst’, stelt faculteitsraadslid Annemarie Bouwman. ‘We willen dat van bovenaf uitgedragen wordt dat het echt van belang is dat er verandering komt in de genderverhoudingen bij FGGA.’ Laurens: ‘Dat gaan we zeker uitdragen.’