Nieuws
Brandbrief VSNU: ‘Verander wet om postdocs te helpen’
Postdocs die vertraging opliepen door de coronacrisis zitten in de knel, want hun contracten mogen niet verlengd worden. De VSNU dringt aan op een uitzondering in de cao. Het ministerie bekijkt ook andere opties, zoals een 'vast contract met ontbindingsovereenkomst'.
Anoushka Kloosterman
donderdag 25 juni 2020
Minister Ingrid van Engelshoven met rector Carel Stolker bij de opening van het academisch jaar. Foto Marc de Haan

Waar promovendi een contractverlenging kunnen krijgen, en tenure trackers eerder een vaste aanstelling, vallen postdocs die door corona vertraging opliepen tussen wal en schip: het is wettelijk niet mogelijk ze een paar maanden verlenging te geven om de achterstand in te halen. De VSNU vraagt op 22 juni in een brandbrief aan de Tweede Kamer of er een uitzondering kan komen in de cao. Daar is toestemming voor nodig van het ministerie van Sociale Zaken.

Komt die uitzondering er niet, dan moeten 500 tot 1000 wetenschappers voortijdig stoppen met hun onderzoek, waarschuwt de koepelorganisatie.

Voor onderwijsminister Van Engelshoven staat het ‘als een paal boven water’ dat er een oplossing moet komen, zei ze woensdag tijdens de commissievergadering over wetenschapsbeleid. ‘Het kan niet zijn dat als je postdoc bent en dat alles door de coronacrisis in een put valt omdat je contract afloopt. Dat zou ook enorme kapitaalvernietiging zijn.’

Het ministerie kijkt wat handig is: een wijziging in de cao, of een vast contract bieden met ontbindingsovereenkomst. ‘U kunt begrijpen dat er enige aarzeling is die WAB (Wet Arbeidsmarkt in Balans, red.) zomaar open te breken. Er is een route met een verandering in de cao-afspraken, en of het ministerie van Sociale Zaken dat mogelijk wil maken. De andere route is: geef mensen een vast contract met een ontbindingsovereenkomst, die heel precies verwoord is.’

Die laatste optie roept twijfels op bij de Kamercommissie. ‘Het is niet in de geest van een vast contract’, vindt GroenLinks-Kamerlid Niels van den Berge. ‘Dus ik hoop van harte dat de eerste route lukt’.

Van Engelshoven vindt dat juist de ‘charme’. ‘Dan geeft je een vast contract, en heb je ook nog de kans dat het zo zou blijven. Beide regelingen zijn ten gunste van de postdoc. Het gaat mij erom wat op korte termijn juridisch haalbaar is.’