Nieuws
Bezuinigingen bij bèta’s vallen mee, wel minder promovendi
De bezuinigingen bij de bèta’s lijken mee te vallen, bleek maandag tijdens de faculteitsraad van Wiskunde en Natuurwetenschappen. ‘We doen het niet beter, maar minder slecht.’
Mark Reid
donderdag 24 oktober 2024

‘We zijn blij dat de bezuinigingen niet zo heftig zijn als verwacht’, aldus hoofd financiën Iris van den Eng maandag tegen de raadsleden. Daarbij plaatst ze wel de kanttekening dat de gedeelde begroting nog niet de definitieve versie was.

De faculteit lijkt voor 2024 weliswaar op een negatief resultaat van 2,3 miljoen euro uit te komen, maar dat is 5,6 miljoen euro beter dan aanvankelijk begroot. ‘Het lijkt nu nog best aardig, maar er gaat nog meer komen in de toekomst’, waarschuwde Van den Eng.

‘Ik wil benadrukken dat dit betere resultaat komt omdat de instituten met het hoofdlijnenakkoord in het achterhoofd nieuwe maatregelen hebben genomen’, aldus hoofd bedrijfsvoering Suzanne van der Pluijm. ‘We doen het niet beter in het algemeen, maar minder slecht omdat we voorzorgsmaatregelen tegen de storm hebben getroffen.’

Die maatregelen betekenen onder andere dat er een flink aantal minder studentassistenten zijn. ‘Daar komt nog bij dat door salarisverhogingen je nu evenveel betaalt voor minder assistentenuren. We verwachten ook een afname in het aantal promovendi, misschien wel met 20 procent tegen 2029. Minder student-assistenten en promovendi aannemen is financieel gezien de makkelijkste keuze om te besparen, ook al spelen ze een belangrijke rol in onderwijs.’

Keuzes

De term “makkelijk” viel niet goed bij studentraadslid Jason Hart: ‘Dat het de makkelijkste financiële keuze is, betekent nog niet dat het een gerechtvaardigde keuze is.’

Van der Pluijm: ‘Nee zeker niet, maar als je kijkt naar ons personeelsbestand heeft een meerderheid een vast contract. Misschien is “makkelijk” niet het juiste woord, maar het is wat je kan doen zonder dat je extreme maatregelen hoeft te nemen die ook veel kosten.’

Personeelsraadslid Martina Huber reageert daarop: ‘Ik denk dat het voor ons als raad belangrijk is om te kijken naar de impact op de werkdruk als gevolg van deze keuzes. We moeten uitkijken dat de discussie over financiën niet losgekoppeld wordt van de ervaringen op de werkvloer, dat kan heel verkeerd aflopen.’

Raadslid Jeanette Wolf maakte zich zorgen over de financiering van salarissen uit projecten: ‘In de documenten staat dat een stijging in personeelslasten wordt opgevangen door projectgelden. Ik heb niet direct een oplossing om dat geld ergens anders vandaan te halen, maar het budget voor die projecten staat vast, het is geen bodemloze put. Als de lasten met 15 procent stijgen, wordt het moeilijk om het beloofde werk te doen. Dus we moeten of meer gaan bijdragen, of de output verminderen.’