Nieuws
‘Alleen toppers een beurs’
Minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven vindt dat het aanvragen van beurzen overgelaten moet worden aan de ‘excellente’ wetenschappers.
Anoushka Kloosterman
donderdag 18 april 2019

Dat schrijft ze in een antwoord op Kamervragen van de SP over toegenomen werkdruk in het hoger onderwijs. De minister van Onderwijs erkent dat het aanvragen van beurzen daaraan bijdraagt, en suggereert daarom dat universiteiten aansturen wie dat gaan doen: ‘Het is niet de bedoeling dat alle wetenschappers deze beurzen aanvragen maar dat universiteiten bezien welke van hun meest excellente wetenschappers, in lijn met de eigen onderzoeksagenda, kunnen indienen.’

De opmerking is problematisch: de ‘excellentie’ van onderzoekers op de universiteit wordt namelijk mede beoordeeld aan de hand van het aantal beurzen dat zij binnenhalen (zie pagina 2). Daarnaast heeft het ministerie in het verleden juist geld weggesluisd van de universiteiten naar beurzenverstrekker NWO, omdat deze objectiever zou oordelen over welk onderzoek het geld verdient, dan de universiteiten zelf.

Van Engelshoven geeft verder geen toelichting. Wel is ze met een hoop instanties aan het praten over de werkdruk, schrijft ze. Met de Vereniging van Hogescholen en de VSNU heeft ze bijvoorbeeld afgesproken om gaan praten over een ‘betere balans tussen kwaliteitsborging van opleidingen en administratieve lastendruk.’ Ook komt er deze maand een advies over het bekostigingssysteem van het hoger onderwijs. Die gaat ‘onder andere over onbedoelde financiële prikkels ten aanzien van studentenaantallen en is daarmee ook relevant voor het verminderen van werkdruk.’

Een ander belangrijk punt van aandacht is de grote hoeveelheid tijdelijke contracten bij universiteiten en hogescholen. ‘In het algemeen vind ik het aantal tijdelijke dienstverbanden te hoog en vind ik het zorgelijk dat medewerkers prestatiedruk ervaren omdat ze een tijdelijk contract hebben’, schrijft de minister. Van Engelshoven laat weten ‘het verminderen van tijdelijke dienstverbanden te stimuleren.’