Nieuws
Niet één, maar 37 nieuwe Leidse stadsfotografen
Alle studenten van de Leidse masteropleiding journalistiek en nieuwe media zijn benoemd tot stadsfotograaf. ‘Ik kwam erachter dat er soms uren werk zit in één foto.’
Sebastiaan van Loosbroek
maandag 19 september 2022
Foto Rob Overmeer

‘Ik moet zeggen dat ik nog helemaal geen ervaring had met fotograferen’, zegt Jasper Daams (25), een van de kersverse stadsfotografen. ‘Maar we hebben een week lang een spoedcursus gehad. Ik ben nog geen professional, maar het beviel goed.’

Die spoedcursus bleek erg welkom, vertelt studiegenoot Toine van Sandijk (25). ‘Toen we van de docent de vraag kregen hoe veel mensen er al ervaring hebben met fotografie, staken er twee hun hand op.’

Sinds 2013 benoemt Stichting Stadsfotograaf Leiden elk jaar een professionele fotograaf die de stad binnen een bepaald thema fotografeert. Dit jaar heeft de stichting voor een andere constructie gekozen: maar liefst 37 studenten van de masteropleiding journalistiek en nieuwe media zijn de komende 52 weken gezamenlijk stadsfotograaf. Alleen in 2018-2019 gebeurde er iets vergelijkbaars, toen een groep jonge antropologen van de Universiteit Leiden de functie waarnam.

De studenten journalistiek zijn de tiende lichting en hebben het thema ‘Leiden in extremen’ meegekregen. Hun foto’s worden vanaf vrijdag wekelijks gepubliceerd in het Leidsch Dagblad.

‘We hebben een photoshopcursus gekregen voor onder meer het doen van kleurcorrecties, en een docent van de opleiding heeft uitgelegd hoe je met een fotocamera omgaat’, vertelt Daams over de spoedcursus. ‘Bijvoorbeeld hoe het werkt met diafragma en sluitertijd. Daar hebben we toen op straat mee geoefend.’ Daarvoor hebben de studenten de beschikking gekregen over professionele apparatuur van de universiteit, die ze het hele jaar mogen gebruiken.

‘Je voelt je bijna schuldig als je maar twee seconden naar een foto in de krant kijkt’

Ook voormalig stadsfotografen Koen Suidgeest en Rob Overmeer kwamen langs, vertelt Van Sandijk. ‘Zij vertelden over wat een goede foto is en wat een slechte en waar je allemaal rekening mee moet houden. Suidgeest gaf bijvoorbeeld de tip om ook te letten op de stand van de zon en Overmeer zei dat een foto beter kan worden als je meerdere attributen van dezelfde kleur bij elkaar legt. Ik kwam erachter dat er soms uren werk zit in één foto. Dan voel je je bijna schuldig als je er in de krant maar twee seconden naar kijkt.’

De studenten werken in twee- of drietallen, vertelt Jo-Anne Krijgsman (22).  ‘Elke week krijgt een ander duo of trio de opdracht een of meer foto’s aan te leveren, vergezeld van een stukje tekst. Je bent dus twee of drie keer aan de beurt.’

Daams: ‘Iedereen heeft zijn of haar ideeën gepitcht bij een beeldredacteur van het Leidsch Dagblad. Er is geen enkel idee afgeschoten, maar soms is er wat bijgeschaafd.’

‘We helpen elkaar ook onderling. Teamwork makes a dream work’, zegt Krijgsman, die de fotoreeks vrijdag met haar partner aftrapt. Zij hebben ervoor gekozen Arjan te fotograferen, een dakloze man die vaak bij supermarkt Dirk staat. ‘Arie, hij heet eigenlijk Arjan maar iedereen noemt hem Arie, trad vroeger op voor volle zalen, maar is aan de drank geraakt. Hij is onafscheidelijk met zijn gitaar. In de persoon van Arie zijn heel veel extremen te vinden, hij staat bijvoorbeeld ver van de gemiddelde burger af. We hebben hem gefotografeerd in een lege zaal van de Stadsschouwburg.’

‘We krijgen er niets voor, behalve een cijfer en een gave ervaring’

Van Sandijks fotografie volgt een week later. Hij en zijn partner hebben het, naar verluidt, kleinste huis van Leiden in het Noorderkwartier bezocht. ‘De bewoner wilde alleen meewerken op de voorwaarde dat zijn adres niet in de krant komt’, vertelt Van Sandijk. Extra opvallend is dat de bewoner bijna twee meter lang is, terwijl het huisje een oppervlakte heeft van 21 vierkante meter. ‘Dat past dus wel goed in het thema.’

Voor Daams is het nog even spannend of hij zijn idee kan uitwerken. ‘Ons leek het interessant om te spelen met het woord ‘extremen’. Toen kwamen we op “in extremis”, de laatste ogenblikken. Dat hebben we vertaald naar de laatste ogenblikken van het leven. Wij willen dus graag naar een Leids hospice gaan om erachter te komen hoe mensen de laatste ogenblikken van hun leven inrichten. Of dat lukt, is afhankelijk van hun medewerking.’

In tegenstelling tot de eerdere stadsfotografen, doen de studenten het vrijwillig. ‘We krijgen er niets voor, behalve een cijfer en een gave ervaring’, zegt Daams. ‘Ik vind het een hele eer.’

‘Het is een leuke kans om beter te worden in fotografie’, vindt Van Sandijk. En ook Krijgsman is enthousiast: ‘Het is een prachtige kans om ervaring en contacten op te doen. En het Leidsch Dagblad is een heel mooi podium.’