Voedselverspilling is geen nieuw probleem, maar werd tot nu toe alleen onderzocht vanuit de impact op het milieu, zoals het klimaat. De Leidse onderzoekers Juliane Klaura, Laura Scherer en Gerard Breeman deden dit vanuit het perspectief van dierenwelzijn.

Dat is een ‘relatief nieuwe invalshoek’, zegt Laura Scherer, universitair docent aan Leiden University’s Institute of Environmental Sciences. ‘Mensen willen niet weten wat er achter het vlees op hun bord speelt. Ze geven vaak wel om dieren, maar sluiten zich af van dit soort informatie zodra ze aan de eettafel zitten.’

De drie baseerden het onderzoek op gegevens uit 2019 en keken naar de globale consumptie van de zes meest gedomesticeerde dieren. ‘We hebben dit jaar gekozen omdat de jaren daarna door de coronacrisis andere resultaten zouden opleveren. Ik kan me voorstellen dat er toen nog meer dieren verloren zijn gegaan door bijvoorbeeld sluitingen van boerderijen en slachthuizen. Daarnaast is de vleesconsumptie gestegen de afgelopen jaren, vooral in ontwikkelende landen. Meer consumptie betekent meer verlies en verspilling.’

De 18 miljard dieren die verloren gingen, vormen een zesde van de totale hoeveelheid geproduceerd vlees. Wereldwijd bedraagt de gemiddelde productie 2,4 dieren per jaar per persoon. In Nederland ligt het gemiddelde op 3,3 dieren per persoon.

‘Dat is lager dan het Europese gemiddelde, maar Nederland bevindt zich zonder twijfel in de slechtere helft van alle landen die we geanalyseerd hebben’, zegt Scherer. ‘Het is vooral aan de consument om dit te veranderen.’

Bijna 94 procent van de verspilling bestaat uit kippen. ‘Ze vormen de overgrote meerderheid doordat het kleine dieren zijn. Een kip levert minder vlees op dan een koe. Dus zijn er meer kippen nodig en gaan er ook meer verloren.’

‘Ons onderzoek gaat expliciet over het aantal dierenlevens dat verloren ging, maar wanneer we het hebben over oplossingen zal je verschillende factoren moeten meewegen en tot een politiek compromis moeten komen.’