Columns & opinie
Hopelijk is deze ‘Woningsdag’ een eenmalig experiment
Uitgelaten vreemdelingen die elkaar in de buitenlucht omhelzen: het verleden klinkt ineens onwerkelijk.
Ivo Verseput
maandag 27 april 2020

Het is een vertrouwd beeld op Koningsochtend: kluitjes studenten verzamelen voor Leiden Centraal. Ze dragen blauwe spijkerbroeken, witte sneakers en verder vooral géén oranje. Zonnebrilglazen maskeren de kleine ogen van een veel te korte nacht - of erger. De bestemming heet Amsterdam, want daar is het te doen.

Ik ben erbij en geniet in onze hoofdstad van de ongeremde sfeer, waardoor zelfs onwankelbare republikeinen zich op de verjaardag van de koning laten meeslepen.

We vieren Koningsdag jaarlijks in een overvolle stalen bak, eigenlijk meer een vlot dan een boot. Deze ordinaire ‘zuipschuiten’ worden tijdens grote evenementen voor de meest bizarre prijzen verhuurd, omdat ze een besloten feest binnen een volksfeest mogelijk maken.

Koud blikbier ligt voor het grijpen in van die grote, zwarte cementkuipen, en op de punt staat een geluidskanon waaruit de hitjes je tegemoet dreunen. Verder zijn er geen faciliteiten. Er wordt overboord gepist, de meisjes hebben pech en moeten wachten, net als de jongens met plasangst.

‘Over café Ons Hoekje de wildste verhalen de ronde: studentendassen zouden er worden afgeknipt’

Plezier verzekerd met bovenstaand recept, maar als één element wegvalt, blijft er niet veel over. De vorige keer bleek de boot bij aankomst defect. We lagen aangemeerd in een stil stukje stad en al snel werd duidelijk dat er niet meer gevaren zou worden. Zonder ergens naar op weg te zijn, werden we uren aaneen door anderen ingehaald. Toen het ook nog eens begon te regenen, reisde ik met een vriend terug naar Leiden.

Onder studenten doen over café Ons Hoekje de wildste verhalen de ronde. Fanatiekelingen die ’s ochtends voor werktijd vlug een borreltje drinken. Studentendassen die aan de bar worden afgeknipt. Dat is allemaal wel of niet waar, maar toen wij er die dag verregend arriveerden was er iets veel ergers aan de hand.

Sieneke kwam zingen.

Voor wie dacht dat zij na Sha-la-lie-sha-la-la voorgoed de microfoon op zolder had gelegd: nee. En gelijk heeft ze. Eén man zong haar hele repertoire mee, twee vijftigers stonden dolverliefd voor het podium te tongen en ook bij ons zat haar grote succesnummer er stiekem nog verdacht goed in.           

Miljoenen burgers die zich uitgelaten door hun land bewegen. Vreemdelingen die elkaar in de buitenlucht omhelzen. Het klinkt ineens onwerkelijk, als iets dat ooit was. In plaats daarvan roept de Oranjebond ons op om gezellig Woningsdag te vieren. Hopelijk is die ommuurde joie de vivre een eenmalig experiment.

 

Ivo Verseput studeert geschiedenis