Nieuws
Bijna niemand doet nog Duits (en nu zitten werkgevers zelfs achter eerstejaars aan)
De Leidse studie Duitse taal en cultuur verkeert in de gevarenzone en gaat mogelijk samenwerken met de opleidingen in Utrecht en Amsterdam. Aanleiding is de zeer lage instroom: vaak nog geen tien studenten per jaar. ‘Als we niets doen zijn we kwetsbaarder.’
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 9 maart 2023
Foto's Taco van der Eb

De zogenoemde ‘Randstadsamenwerking’ is nodig om de zeer lage studenteninstroom het hoofd te bieden. Zo kiezen in Leiden soms minder dan tien studenten per jaar voor de opleiding Duits.

‘De zorg is dat de colleges van bestuur en het ministerie van Onderwijs de bezem door heel kleine studies willen halen’, zei Jeroen Touwen van het faculteitsbestuur Geesteswetenschappen onlangs in de faculteitsraad. ‘Om dat voor te zijn hebben de decanen van de faculteiten Geesteswetenschappen gezegd: “Laten we proberen de opleidingen te laten samenwerken.” Dat betekent niet dat we de opleidingen gaan samenvoegen, maar wel elkaars expertise benutten.’

De afgelopen tijd zijn docenten van de drie universiteiten om de tafel gaan zitten om te kijken welke programma-onderdelen samen kunnen worden aangeboden. Het idee is om dat in het eerste semester van het tweede studiejaar te doen, omdat er dan nog geen minor of buitenlandverblijf op het programma staat en er nog geen scripties worden geschreven.

‘De opleidingen zijn nu aan het uitwerken hoe dat concreet kan worden gerealiseerd’, aldus Touwen. Zo wordt onder meer bekeken of studenten moeten rondreizen of dat zij een aantal vakken online aangeboden krijgen.

‘De samenwerking is geen bezuiniging, het gaat erom de kwaliteit te versterken’

Raadslid Adriaan Rademaker bracht een recent jaarverslag van de opleiding Duits in herinnering, waarin een aantal ‘hartekreten’ stonden: ‘Men was beducht dat dit tot een fusie of opheffing zou kunnen leiden. Zijn die zorgen nu dan weggenomen?’

‘Dat hoop ik wel’, reageerde Touwen. ‘Het kan best dat mensen nog steeds bezorgd zijn, maar als we niets doen zijn we kwetsbaarder. Dan is er steeds de dreiging dat er van bovenaf zal worden ingegrepen. Door zelf de samenwerking te zoeken, probeer je dat te voorkomen.’

Ook wees hij erop dat het geen ‘bezuinigingsdoelstelling’ betreft, maar dat het erom gaat ‘de kwaliteit te versterken’. Daarnaast gaf hij aan dat Duits in Leiden het predicaat ‘topopleiding’ heeft volgens de Keuzegids Universiteiten 2023. ‘Maar aan de andere kant is het door de enorm lage instroom een opleiding in de gevarenzone. Daar moeten we iets aan doen.’

Overigens zou het ministerie van Onderwijs zichzelf in de vingers snijden als het opleidingen zou sluiten, suggereerde Touwen. ‘We hebben leraren Duits nodig, maar we weten dat studenten vaak een universiteit kiezen op basis van de regio. Als de opleiding in Leiden zou worden gesloten, is de kans groot dat scholieren er niet meer voor kiezen om Duits in een andere stad te studeren, maar een andere studie in Leiden te gaan doen.’

De opleidingsvoorzitter, studiecoördinator en docenten van Duits wilden geen vragen beantwoorden.

‘Bij rechten heb je nul persoonlijke aandacht’

Daimy Ligterink (19) is eerstejaars Duitse taal en cultuur en studeert daarnaast rechten. ‘Ik krijg op LinkedIn wekelijks een bericht van bedrijven die me willen.’

‘In de derde klas van de middelbare school vond ik Duits een verschrikkelijk vak. Ik haalde alleen maar onvoldoendes. Vooral die naamvallen waren een hindernis. Maar ineens viel het kwartje en werd ik er heel goed in. Toen ik in de vijfde klas Duitse literatuur kreeg, met Goethe en Heinrich Heine, was het duidelijk voor me: hier moest ik iets mee gaan doen.

‘Pas tijdens mijn eerste jaar rechten kwam ik erachter dat je ook Duits kon studeren. Op mijn middelbare school werd het doen van een talenstudie helemaal niet gepromoot: je hoorde alleen maar over rechten, economie en geneeskunde. Toen dacht ik: ik ga twee studies doen.

‘Vanaf de eerste studiedag vond ik het al leuker dan op de middelbare. Je gaat dieper in op de stof, de docenten zijn heel betrokken en doen zelf ook onderzoek. Ook vind ik de kleine groep heel fijn. Bij rechten ben ik heel grote zalen gewend en heb je nul persoonlijke aandacht. Je voelt je er een nummer, verschrikkelijk. Bij Duits is het juist het tegenovergestelde.

‘Ik ben een vrij introvert persoon. Bij rechten zeg ik nooit wat in de werkgroep, tenzij ik de beurt krijg. Bij Duits vraagt de docent soms of ik even mijn mond kan houden. Het is ook veel makkelijker om met studiegenoten de stof door te nemen. Bij rechten doe ik dat niet.

‘Dat de studie zo weinig studenten trekt, komt denk ik omdat de focus van de maatschappij vooral ligt op bètastudies en geneeskunde. Met talen kun je alleen maar docent worden, is de gedachte. Ook mijn ouders zeiden toen ik Duits erbij ging studeren: “Ga je een taal studeren? Maar daar kan je toch niks mee?”

Arbeidsmarktkansen

‘Maar de arbeidsmarktkansen zijn juist heel goed. Ik krijg op LinkedIn wekelijks een berichtje van bedrijven die willen dat ik bij hen kom werken. Voornamelijk in de sales, zodat je het klantcontact in het Duits kan doen. Maar ook middelbare scholen vragen of ik kom lesgeven, omdat er zo’n tekort is. Maar ze moeten nog even geduld hebben, ik heb al een bijbaan en volg twee studies.

‘Er ligt een uitgewerkt plan of tafel om samen te werken met de opleidingen Duits in Utrecht en Amsterdam. Ik heb hierover een vergadering van de opleidingscommissie bijgewoond, waarbij de input van studenten uit verschillende leerjaren werd gevraagd. Als we het niet doen, is de kans aanwezig dat we als studie worden afgeschaft.

‘Het andere scenario, wel samenwerken, zou in eerste instantie voor één semester zijn. Maar als die samenwerking goed gaat, is de vrees dat dat een argument wordt om opleidingen samen te gaan voegen. We hebben er dus wel eisen aan gesteld. Bijvoorbeeld dat studenten maximaal twee keer per week naar een andere stad hoeven te reizen en dat er niet op docenten wordt bezuinigd.

‘Ik zou het jammer vinden als de samenwerking doorgaat en we college in andere steden moeten volgen. Ik heb bewust voor Leiden gekozen. Ik vind de kleine groep heel fijn en ben vertrouwd met de studenten en docenten. En ik heb geen fiets in Utrecht en Amsterdam, dus het is ook wat ingewikkelder om me daar te verplaatsen.’

‘Iedereen gaat samen strijdend ten onder’

Robin Bergman (22) is eerstejaars Duitse taal en cultuur en studeert daarnaast ook nog klassieke talen. ‘De jaren boven ons hebben nog minder studenten.’

‘In het derde jaar van mijn studie Griekse en Latijnse taal en cultuur besloot ik om er ook nog Duits naast te studeren. Grieks en Latijn leer je niet spreken, je bestudeert de taal alleen. Ik wilde meer met een levende taal doen.

‘Ik koos voor Duits, omdat ik de literatuur heel mooi vind, met name Kafka en Maria Remarque. De Duitse literatuur heeft veel monumentale schrijvers.

‘Toen ik erachter kwam dat het een heel kleine opleiding is, was ik heel verbaasd. Bij Russisch en Frans zitten veel meer studenten, dus ik had dat ook bij Duits verwacht. We begonnen met dertien studenten, maar er zijn een paar afgehaakt. Dus we zijn nu met ongeveer tien, iets meer meiden dan jongens. De jaren boven me zijn met nog minder.

‘In het begin vond ik die kleine groep best wel heftig: er wordt niet alleen tegen je aangepraat in het Duits, maar je moet ook Duits terugpraten. Dat vond ik spannend en onwennig, maar zo word je wel gedwongen de taal te spreken. En iedereen zit in hetzelfde schuitje, dus je gaat allemaal strijdend ten onder.

Goede sfeer

‘Het went ook. Soms denk ik zelfs al in het Duits, of vul ik een zin die ik bijvoorbeeld op tv niet goed heb verstaan in het Duits aan.
‘De sfeer binnen de opleiding is goed. Doordat het zo klein is, leer je elkaar en de docenten goed kennen. Dat is een voordeel. De meeste studenten doen er nog een andere studie naast, zoals rechten, geschiedenis of politicologie. Er zijn er maar enkelen die uitsluitend Duits studeren. Misschien komt dat wel omdat de opleiding zo klein is, en studenten ook nog iets willen doen met meer mensen.

‘Duits is een grote taal, maar waarom er zo weinig studenten voor kiezen, weet ik niet. De docenten vinden het ook vreemd. Er is genoeg werk. Op de middelbare school is er een enorm tekort aan leraren Duits. Het is dus niet echt een probleem om aan een baan te komen.

‘Dat de opleiding de samenwerking zoekt met andere universiteiten, hadden mijn studiegenoten en ik niet echt zien aankomen. Ik begrijp uit financieel oogpunt wel dat er een minimum aantal studenten nodig is om een opleiding draaiend te houden.

‘Het zou kunnen betekenen dat we in de toekomst naar andere universiteiten moeten om college te volgen. Voor mij persoonlijk zou dat onhandig zijn, omdat ik in een rolstoel zit en in Leiden nog een studie doe. Maar het kan ook leuk zijn, omdat je nog meer studenten leert kennen.’