Columns & opinie
Dat die keigoeie theorieën niet zijn bewezen betekent niet dat ze niet waar zijn
Of ik de podcast van Sven Hulleman kende, vroeg de bezorger. ‘Die zijn echt keigoed. Het zit wel een beetje in de occulte hoek.’ Ik beloofde te luisteren... en raakte uitgeput.
Ivo Verseput
vrijdag 26 februari 2021

Buiten staan twee mannen bij hun vrachtwagen, ze komen een badkamer bezorgen. Volgens afspraak sjouwen ze alles naar boven, behalve de tegels, die moet ik zelf tillen.

Al snel blijkt één van hen de harde werker, de ander een gezellige kletsmajoor. Terwijl zijn collega de wastafel uit de laadruimte haalt, knoopt hij in plat Brabants een gesprekje met me aan. Dat ik zijn taal spreek bezorgt hem een vette glimlach.

‘Je hebt aardig wat boeken hier’, zegt hij als alles boven staat, ‘Couperus zag ik. Dat is met astrologie toch? Pythagoras?’ Ik kijk hem vaag aan, het is net na zevenen ’s ochtends.

‘O nee, laat maar’, mompelt hij daarop vlug. ‘Dat was Copernicus. Die namen lijken nogal op elkaar.’ De werker pakt zwijgend alle dozen uit en fotografeert hun inhoud. Zijn collega staat erbij en legt uit: ‘Dat doen we om ons eigen in te dekken. Straks laat de aannemer een spiegeltje ketsen en krijgen wij de schuld, snapte?’

Ik snap het.

De bezorger draait zich weer om naar de boekenkast en vertelt dat hij pas later zin kreeg om te leren. ‘Tegenwoordig kan dat online ook bijna allemaal voor gratis.’

Hij vraagt of ik de podcasts van Sven Hulleman ken. ‘Die zijn echt keigoed. Het zit wel een beetje in de occulte hoek.’

Ik vraag hem wat dat mag betekenen. ‘Het zijn niet-wetenschappelijk bewezen theorieën – maar dat wil niet zeggen dat ze niet waar zijn.’ Uit beleefdheid noteer ik de naam en beloof wat van hem te luisteren.

Om halfacht is alles afgeleverd en bied ik de mannen een kop koffie aan. De werker heeft liever een colaatje en mengt zich na een slok die tellen duurt ook in het gesprek, dat inmiddels over hun vak gaat.

Den Haag vinden ze een redelijk uitdagende plaats om te bezorgen, maar Haarlem en Leiden zijn pas echt taaie steden, daar is alles krap en klein. Nee, het liefst komen ze in Drenthe, want daar hedde alle ruimte en de mensen bezitten vaak giga-schuren waar alle spullen zo in kunnen worden neergezet.

Als ze weg zijn begin ik aan de tegels, zesendertig dozen van vijfentwintig kilo, twee trappen op. Ondertussen luister ik naar Hullemans mysterieuze gezwets over ritueel kindermisbruik door hooggeplaatsten in de samenleving. Het gesjouw maakt me moe, van zijn podcast raak ik uitgeput.

Ik vraag me af waar de vrachtwagen nu zal rijden, met achterin de breekbare meubels en voorin de late leerling, gevoelig voor geklets, ten prooi gevallen aan twijfelachtige theorieën. Voor gratis – dat dan weer wel.


Ivo Verseput studeert Nederlands