Cultuur
Woke studenten gaan de universiteit veranderen, voorspelt prof in campusroman
Archeoloog en museumconservator Ruurd Halbertsma schreef een roman over de nieuwe generatie studenten en vreest dat ze net zo woke worden als aan Amerikaanse universiteiten. ‘Alles moet politiek correct zijn.’
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 10 juni 2021
‘Ajax und Cassandra’ (1806), geschilderd door Johann Heinrich Wilhelm Tischbein.

Onrust aan de Leidse academie: woke studenten die dwarsliggen bij hoorcolleges, discussies over roofkunst die gevaarlijk hoog oplopen en een docent die een aanklacht aan zijn broek krijgt wegens seksueel wangedrag.

Tenminste, zo gaat dat in de campusroman Roofkunst. Het boek is geschreven door Ruurd Halbertsma, archeologiedocent en conservator van het Rijksmuseum van Oudheden.

En toeval of niet: een deel van zijn fictie werd deze week ingehaald door de werkelijkheid. Woensdag bleek het RMO een Griekse vaas te hebben teruggeven aan Italië. De Italiaanse handelaar van wie het museum het object kocht, had de vaas namelijk op illegale wijze verkregen. Het bleek de eerste aankoop te zijn geweest die Halbertsma voor het museum had gedaan.

Wat vindt u ervan dat dit object is teruggegeven?

‘Ik ben het er volledig mee eens. Roofkunst moet terug, maar wel na gedegen onderzoek. Het bewijs van een foutieve herkomst gekoppeld aan het verzoek van Italië tot restitutie was voldoende om alle medewerking toe te zeggen. Het stuk is op de Italiaanse ambassade overgedragen aan Italië.’

Was u destijds niet op de hoogte van de reputatie van de Italiaanse handelaar?

‘In die tijd overheerste de overtuiging dat een archeologisch object van waarde beter af was in een museum dan in de kunsthandel. Waar mogelijk werd aangekocht, op veilingen en bij kunsthandelaren. De kwestie van herkomst maakte geen onderdeel uit van de aankoopprocedure, we waren een soort EHBO voor verspreide kunstvoorwerpen.’

‘Wij hebben alleen de bonnetjes van objecten die we zelf hebben aangekocht’

‘Vanaf de jaren negentig werd steeds meer bekend over de werkwijze van de illegale kunsthandel. Sindsdien is de kwestie van herkomst niet meer van ondergeschikt belang, maar bovenaan de prioriteitenlijst komen te staan.’

Waarom is het ook onderwerp van uw roman?

‘Ik wil meer nuance aanbrengen in de discussie. Roofkunst is een geframede term: ieder weldenkend mens vindt dat kunst die is geroofd terug moet naar het land van herkomst. Maar er zijn veel meer objecten in musea die eerlijk verworven zijn: door aankopen, schenkingen en opgravingen.

‘Door krantenartikelen en tv-series is in de publieke opinie het idee ontstaan dat alles in volkenkundige en archeologische musea “koloniaal” en “ingepikt” is. Onze kassamedewerkers krijgen geregeld van woedende bezoekers te horen: “Alles wat hier staat, is geroofd!” Dat is vervelend. We gaan op onze website uitleggen hoe we aan de verzameling zijn gekomen en wat het standpunt van het museum erover is. Dan kunnen de kassamedewerkers die boze mensen daar naar verwijzen.’

Uw romanpersonages die bij het RMO werken, zeggen dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn met het teruggeven van objecten aan landen van herkomst. Slechts één iemand vindt dat het wel moet, maar uitsluitend vanwege goede publiciteit. Nergens in het boek wordt een discussie gevoerd over de vraag of het moreel goed is roofkunst terug te geven. Is dit ook in werkelijkheid de discussie binnen het RMO?

‘Je moet wel definiëren wat roofkunst is. Naziroofkunst, objecten die zijn verworven onder dwang of uit illegale opgravingen; dat zijn objecten waar je je vraagtekens bij kan zetten. Maar van veel objecten weten wij gewoon niet waar het vandaan komt.’

De aan Italië teruggegeven vaas met daarop het mythische zeemonster Scylla. Het was de eerste aankoop van RMO-conservator Ruurd Halbertsma. Foto Rijksmuseum van Oudheden

‘We hebben ook collecties geschonken gekregen, bijvoorbeeld van een verzamelaar uit 1931. Deze man had duizenden objecten, maar geen administratie. Als iemand zegt dat het roofkunst is, zou dat kunnen, maar het is niet meer te achterhalen. Wij hebben alleen de bonnetjes van objecten die we zelf hebben aangekocht.

‘Vaak willen landen het ook helemaal niet terug. We hebben bijvoorbeeld goede contacten met Tunesië, dat zelf al heel veel spullen heeft. Zij vinden het fantastische publiciteit voor hun land dat wij hun objecten tentoonstellen. Pas als we zeker weten dat kunst geroofd is, moet het terug. Daar zijn we binnen het RMO eensgezind over.’

De hoofdpersoon, Tjalling Kingma, is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden en conservator van het RMO, net als u. In hoeverre is hij op uzelf geïnspireerd?

‘Ik schrijf uit eigen ervaring, maar we zijn niet een op een dezelfde. Het is een vermenging van fantasie, herinneringen, eigen ervaringen en dingen die ik van anderen heb gehoord.’

U voelt de academische tijdgeest feilloos aan, vindt uw uitgever. Hoe zou u die samenvatten?

‘Als een verandercultuur. Ik voorzie dat er de komende tijd veel gaat veranderen door de woke generatie die er vanuit Amerika aan zit te komen. Die manier van denken zie je nu doordringen tot Nederland: alles moet politiek correct zijn, aan mensen die zich in het verleden hebben misdragen mogen we geen aandacht meer besteden.’

‘De studenten die ik om me heen zie zijn moe van dat gepolitiseerde gebeuren’

Vindt u dat u een volledig beeld schetst van die generatie?

‘Volledig zeker niet. Het is een stukje van het verhaal dat ik nodig had om de hoofdpersoon in zwaar weer te laten verkeren. Hij is zijn vrouw verloren, heeft problemen op zijn werk, krijgt een aanklacht wegens seksuele intimidatie. En dan worden ook nog eens zijn colleges verziekt door afwijzende opmerkingen van studenten over koloniale cultuur en tot slaaf gemaakten.’  

De studenten worden neergezet als linkse, snuivende anarchisten die vandalisme plegen door ‘Black Lives Matter’ op een beeld te kliederen.

‘Als je de waarheid gaat beschrijven, wordt het een heel saai boek. Het moest een beetje over the top zijn. Ik vind dat het personage Gregor Zondervan bijvoorbeeld wel een goede woke student is die goede vragen stelt.’

Ruurd Halbertsma: ‘Alles moet politiek correct zijn.’ Foto Rob Overmeer
Conservator Klassieke wereld

Ruurd Halbertsma (62) is conservator Klassieke wereld van het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) en was tot 2018 bijzonder hoogleraar museale aspecten van de archeologie aan de Universiteit Leiden.

Momenteel is hij aan de universiteit verbonden als gastonderzoeker en doceert hij archeologie aan studenten Griekse en Latijnse taal en cultuur.

Als conservator bij het RMO is Halbertsma verantwoordelijk voor de collectie van Griekse en Romeinse kunst uit de Oudheid. Hij stelt tentoonstellingen samen en regelt de aankoop van objecten. Ook geeft hij tekst en uitleg bij de objecten en verzorgt hij de audiotour.

Roofkunst is zijn debuutroman.

Gregor is een heetgebakerde jongen met stereotype knotje die in colleges om het minste uit zijn vel springt. Had een inhoudelijke discussie tussen hem en de hoofdpersoon geen interessantere dialogen opgeleverd?

‘Als ik een heel genuanceerd verhaal over woke-cultuur ga neerzetten, met een docent die daar heel geïnteresseerd op ingaat, dan krijg je een heel ander boek. Hier moest spanning en conflict uit voortkomen. De docent moest zich in het nauw gedreven voelen.’

Ervaart u dergelijke conflicten ook in uw eigen onderwijs?

‘Ik heb er niet mee te maken. De studenten die ik om me heen zie zijn een beetje moe van dat gepolitiseerde gebeuren, zij zijn erg gesteld op feitelijkheden.

‘Ik heb laatst een zeer woke opdracht gegeven: tweedejaars studenten moesten een object uit de Oudheid opzoeken waarop een heftig thema wordt afgebeeld. Kassandra bijvoorbeeld, een Trojaanse prinses, wordt door Ajax uit een tempel gesleurd en verkracht. Moet je zulke objecten, waarop vreselijke dingen worden afgebeeld, wél of níet meer in een museum laten zien? Alle studenten zeggen: “Wél, maar met uitleg erbij hoe daar toen naar werd gekeken.”’

‘Pederastie, aanranding, oorlogsvoering; dat hoort allemaal bij het bestuderen van de Oudheid’

‘Aan Amerikaanse universiteiten voeren hoogleraren nu discussies over de vraag of de Oudheid nog wel moet worden bestudeerd en of studies als klassieke talen en oude geschiedenis volledig moeten worden afgeschaft.

‘Pederastie, aanranding van vrouwen, oorlogsvoering, verheerlijking van het masculiene; dat zijn allemaal zaken die spelen in de Oudheid en die in de verhalen een functie hebben. Verhalen niet meer bestuderen omdat er zoveel verschrikkelijks in gebeurt, gaat een brug te ver.

‘Ik hoor van collega’s in Engeland dat daar ook al literatuurlijsten voor de helft door vrouwen moeten zijn geschreven, ongeacht het onderwerp. Als daaraan ook nog een quotum aan transgenders of onderzoekers uit andere culturen wordt toegevoegd, ben je aan het selecteren op raciale of genderkenmerken. Volgens mij moeten we aan een universiteit niet op die manier bezig zijn.’

Maar wat als die variatie in afkomst en achtergrond voor verschillende perspectieven zorgt?

‘Dat kan ik me bij sommige onderwerpen voorstellen. Maar als het over Griekse beeldhouwkunst gaat en de beste literatuur daarover is geschreven door zeven mannen en vier vrouwen, dan heb ik daar geen bezwaar tegen. Het is zo dat we meer kansen moeten bieden aan vrouwen om te groeien in de academische wereld. Maar om daar harde eisen aan te stellen en het per decreet in te voeren, is een heilloze weg.’

Ruurd Halbertsma, Roofkunst. Uitgeverij Primavera Pers, 260 blz. €19,50.
Online boekpresentatie is zondag 13 juni, 15.00 uur, met interview door NRC-journalist Yaël Vinckx, te volgen via deze livestream