Cultuur
Schrijver A. L. Snijders (1937-2021) zat soms panisch achter de computer
Peter Cornelis Müller, alias A.L. Snijders, was de bedenker van het ZKV, oftewel: het zeer korte verhaal. ‘Het gaat goed als ik maar een eerste zin heb, en dan nog een paar die ik daar weer aan kan plakken. Dat is het grootste deel van dat gedoe van mij.’
Vincent Bongers
maandag 7 juni 2021
A. L. Snijders: ‘Ik kan het me niet permitteren om me in verdriet onder te dompelen.’ Foto Michiel Hendryckx/Wikimedia Commons/CC BY-SA 4.0
A.L. Snijders 1937-2021

Vandaag werd bekend dat A.L. Snijders is overleden. Mare sprak hem in december 2019, vlak voor een deadline. Hij zou naar Leiden komen om deel te nemen aan ‘De vrolijke viering van het Nederlands’. In verband met zijn plotselinge overlijden plaatsen we dat interview nu opnieuw.

U moet haast elke dag een nieuw onderwerp verzinnen. Is dat niet uitputtend?
‘Dat is het zeker. Ik heb nu veel deadlines, want vanwege kerst en nieuwjaar moeten stukken al vroeg naar de drukker. Ik ben op dit moment bezig met een verhaal dat ik uiterlijk over een uur en drie kwartier moet inleveren bij de VPRO. Ik zit dus nu min of meer panisch een stukje te schrijven. Het gaat goed, als ik maar een eerste zin heb, en dan nog een paar die ik daar weer aan kan plakken. Dat is het grootste deel van dat gedoe van mij. Ik heb eigenlijk een véél moeilijkere baan dan die romanschrijvers, hahaha.’

Heeft u de eerste zin al?
‘Ja, die is af. Wacht even…. Ik zit achter de computer en zal hem even voorlezen: “Aan de IJssel ligt de plezierboot waarmee ze gaan varen, de moeder en de twee kinderen.” Daar kan ik me al iets bij voorstellen, want ik weet het nodige van nog een andere boot die al tijden geleden is aangemeerd. Dat is een boot uit Tsjechië vol met een lading ijzer. Maar de zaak is failliet gegaan. Nu zit er al maanden lang een man op dat schip met dat ijzer dat nergens heen kan.

‘Ik bedenk me nu dat de schipper de moeder maar het hof moet maken. Over de afwezige vader van die twee kinderen had ik al wat bedacht: “De vader is niet meegekomen, hij heeft een los baantje bij de televisie, waar hij trots op is.” Het verhaal wordt 340 woorden lang, en ik heb er nu al 42. Het schrijven van de verhalen is heel bevredigend. Het zijn heel kleine korte beweginkjes van angst en verdriet, maar als het af is, kun je met groot plezier in je handen wrijven.’

Wat doet u tegen de deadlinestress?
‘Ik heb heel veel dichtbundels. Dan trek ik willekeurig een van die bundels uit de kast en ga lezen, dan zijn er bepaalde woorden of zinnen die me dan weer rustig maken en op weg helpen. Dat heb ik daarnet ook nog gedaan. Er zijn dichters waar ik heel veel van hou, bijvoorbeeld Jan Hanlo en Remco Campert.’

Later die middag zal Snijders het afgeronde zeer korte verhaal van 349 woorden met de titel ‘Liefde’ mailen.

'In Nederland wordt het verhaal gezien als een mislukte roman'

In uw meest recente bundel Doelloos kijken staan verhalen uit 2017 en 2018, een turbulente periode in uw leven. Heeft dat invloed op uw schrijven gehad?
‘Mijn vrouw is na meer dan een halve eeuw huwelijk doodgegaan. Ik kan het me niet permitteren om me in verdriet onder te dompelen. Ik moet gewoon verder. Als je harde klappen krijgt in het leven, moet je maar proberen er wat van te maken. Op het schrijven zelf heeft het niet veel invloed gehad. Ik heb geprobeerd het te omzeilen; niet te denken aan de dingen die het je moeilijk maken.’

U komt naar Leiden voor ‘De vrolijke viering van het Nederlands’. De neerlandistiek staat flink onder druk; niemand wil het nog studeren.
‘In één woord: afschuwelijk. Dat Nederlands niet meer gestudeerd wordt, komt door het veranderde onderwijs. Ik heb inmiddels niet echt meer kijk op het vak (Snijders was leraar Nederlands, red.), maar heb wel de indruk dat het allemaal heel formeel en uniform is geworden. Iedereen moet hetzelfde doen. Creativiteit bij docenten is helemaal weggeschoffeld.

‘Het heeft ook te maken met dat ding dat ik nu aan mijn oor heb. Daarmee kun je alles bereiken wat er maar te bereiken valt, maar het gevaarlijke neveneffect is dat mensen geen woorden van papier meer willen lezen. Dat vind ik echt verschrikkelijk. Over het algemeen is de spanningsboog van jongeren, maar ook ouderen, om iets tot zich te nemen heel kort geworden. Hoe dat zich verder gaat ontwikkelen, geen idee. Ik hoop dat er toch weer meer tijd komt om met een boek op schoot te kunnen lezen.’

U bent van het ultrakortebaanwerk, dat scheelt wellicht?
‘Er is weleens voorspeld dat de toekomst ligt bij het zeer korte verhaal. Maar dat blijkt helemaal niet uit de cijfers. In Nederland is er altijd een soort minachting geweest voor het verhaal. De Amerikanen en de Engelsen hebben het wel altijd als iets hoogstaands gezien. In Nederland zien schrijvers het verhaal als iets wat niet af is, eigenlijk als mislukte roman. De roman wordt hier  de superieure vorm van literatuur gevonden.’

Wat gaat u in Leiden doen?
‘Het is hoe dan ook heel belangrijk dat de taal wordt gevierd. Ik ga in Leiden iets doen samen met de dichter en schrijver Marieke Lucas Rijneveld, maar wat weet ik nog niet. Zij voelt zich zowel jongen als meisje. Ze werd bij De Wereld Draait Door geïntroduceerd als “tafeldame” maar ze wilde liever “tafelmens” genoemd worden. Het aardige is dat ik niet van tevoren weet wat het gaat worden. Zij wil dat alles heel precies wordt voorbereid. Ik ben wat dat betreft haar tegenpool.’

De vrolijke viering van het Nederlands
Georganiseerd door het Taalmuseum,
Het Leidse Volkshuis
Vrijdag 13 december, 20.00 uur
€ 15

(Foto: https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0/deed.nl)