Cultuur
Ruben Block van Triggerfinger probeert door het leven te glijden
Tot zijn eigen schrik treedt Ruben Block, frontman van Triggerfinger, op met een 65-koppig symfonieorkest. ‘Het is goed om de situatie niet in de hand te hebben.’
Vincent Bongers
donderdag 17 november 2022
Foto Charlie De Keersmaecker

Belachelijk spannend’, noemt Ruben Block het. ‘Dit ligt zo ver af van een rock-‘n-roll-trio als maar zijn kan.’

De zanger-gitarist van de Belgische band Triggerfinger speelt zaterdag 26 november samen met het Noord Nederlands Orkest in Den Haag. ‘Dat houdt in dat ik optreed met 65 leden van een symfonieorkest, en die gaan mijn songs spelen. Het is heel boeiend, maar ik zit ook met een gigantisch ei: “Als dat maar goedkomt.” Maar het is ook goed om in een situatie te zitten die je niet helemaal in de hand hebt. Gelukkig heeft dirigent Dirk Brossé dit vaker gedaan, dus ik leg mij dan ook graag in zijn handen.

Gigantisch ei

‘Het idee ontstond twee jaar geleden, in de welbekende periode waar we allemaal iets minder konden doen. Triggerfinger had ook vakantie zodat we ons konden richten op andere zaken. Het is één groot avontuur. We spelen een verzameling van solosongs, nummers van Triggerfinger en covers. Laat de mensen maar ter plekke ontdekken wat er op de setlist staat.

‘Mijn soloalbum Looking to glide is eind september verschenen. Je schrijft door de jaren heen liedjes die niet bij de vibe van een bepaald bandalbum passen. Maar met die nummers wilde ik nog wel iets doen, want er zitten leuke dingen tussen. In april 2018 ging ik naar LA om aan de plaat te werken. Producer Mitchell Froom en ik – het is eigenlijk een beetje een duo- in plaats van een soloalbum – hadden het idee: laat ons eens kijken hoe we songs in elkaar kunnen steken die afwijken van Triggerfinger. De band is fantastisch, maar die is er al.

‘Wat is die man voor een vreemde dingen aan het doen?’

‘Mitchell knutselde grooves met allerlei klanken en rariteiten in elkaar. Hij kwam met ­coole dingen op te proppen, zoals de synthloop in het titelnummer. ’s Avonds in mijn huurhuisje begon ik meteen de eerste zinnen te zingen over die loop: “Where are you driving that motorcar…” Zo groeien die nummers.

‘“That’s just the way” viel op een heel andere manier in elkaar. We hadden eerst een arrangement dat niet in elkaar wilde klikken. Dan blijf je steeds meer dingen toevoegen, maar dat maakt het alleen maar diffuser. Tijd om alles opzij te schuiven en terug naar start te gaan. Laat ons gewoon een akoestische gitaar pakken en een beat van een oude ritmebox eronder zetten. Toen kwamen de zinnen vanzelf: “Something that sounds like a whole lot of fun/Easy to get in there, like a hit and run.” Om negen uur in de avond ben ik aan het nummer begonnen en om vier uur in de ochtend was het helemaal af.

Grasmaaier 

‘Door een andere deur open te trekken, lukte het wel. Die manier van werken gaat ook invloed hebben op de nieuwe Triggerfinger-nummers. We deden altijd wel dingen buiten de band, dat is ook goed. Dan speel je anders, dat zorgt ervoor dat je elkaar weer waardeert. Als we samenkomen, merk je hoe belachelijk snel de machine in elkaar klikt.

‘Ik ben altijd bezig met muziek, dat stopt nooit. Als ik voor het verkeerslicht stilsta, ben ik vaak geanimeerd dingen in mijn telefoon aan het roepen. Ik zing een melodietje in, of er is ineens een stukje tekst dat in me opkomt. Dan zie je andere chauffeurs naar mij kijken: “Wat is die man voor een vreemde dingen aan het doen?”

‘Die telefoon is natuurlijk ook handig om samples mee op te nemen. In het titelnummer zit een sample van onze grasmaaier. Als je dat ding uitzet, geeft dat een heel interessant geluid. Iets van woe, woe, weeeeeh. In Bali heb ik het geluid van een gekko opgenomen: tak, tak, taktaktak, gjekeuh. Een heel percussief geluid, het zou een instrument kunnen zijn.

Gedachtenkronkels

‘De albumtitel Looking to glide klinkt goed, maar is ook een mooi idee. Het is wat we allemaal doen: je probeert zo aangenaam mogelijk door de dag te glijden, het jezelf niet opzettelijk moeilijk te maken. Het lukt niet altijd, zeker niet in deze tijden. De rode draad op deze plaat zijn mijn gedachtenkronkels over die wereld waarop we allemaal rondlopen. Hoe onnozelheden, mooie en moeilijke dingen elkaar afwisselen. Je kunt niet de hele dag kijken naar de verschrikkingen die gebeuren, want dan kom je je bed niet meer uit. “Mag ik nu nog blij zijn met al die misère om mij heen”, vraag je je soms af, “en content zijn met een paar nieuwe schoenen?” Dat mag wel. Het is allemaal realiteit.

‘Donker en licht, dat geldt ook voor de muziek. The sun ain’t gonna shine anymore van Frankie Valli, dat is zo’n schitterend nummer met zo’n deprimerende tekst. Dat is zo fantastisch, dat je een supermooie melodie hebt, maar ondertussen steken ze het mes er diep in. Je kunt blij worden van triestige muziek.’

 Ruben Block en het Noord Nederlands Orkest, Amare, Den Haag, zaterdag 26 november, € 37 - 10