‘De dood kwam al heel vroeg in mijn leven’, vertelt zanger van Snollebollekes en televisiemaker Rob Kemps (40). ‘Mijn opa overleed toen ik een jaar of tien was. Toen liep ik al met mijn vader over de Sint Odulphus-begraafplaats in Best. Hij nam me toen ook mee naar de graven van mijn overgrootouders. Godverdikkie, dacht ik toen: hier liggen gewoon de opa en oma van mijn vader. Daar werd het eerste zaadje geplant voor mijn fascinatie. Ik wilde op zoek gaan naar verhalen.’
Die heeft hij inmiddels te over. Zo veel, dat hij ermee de theaters in is gegaan. Donderdag 25 september komt hij naar de Leidse Schouwburg voor de reprise van zijn show Hemel op aarde.
‘Mensen denken dat ik heel erg met de dood bezig ben, maar dat is niet zo’, vertelt Kemps. ‘Sterker: ik vind het verschrikkelijk. De voorstelling gaat juist over het leven. Het is mooi als je op een begraafplaats de verbanden kunt zien tussen de mensen die daar liggen. Op Père-Lachaise in Parijs (een van de beroemdste begraafplaatsen ter wereld, red.) ligt bijvoorbeeld Sarah Bernardt, de beroemdste toneelspeelster van de negentiende eeuw. Even verderop ligt een tekenaar die haar veel voor de krant heeft getekend. Tijden waarin mensen elkaar daadwerkelijk hebben ontmoet beginnen dan te herleven. Dat is de magie.’
Op zijn zeventiende ging hij voor het eerst naar Père-Lachaise om het graf van de Franse zanger Jacques Brel te bezoeken. ‘Ik vond zijn muziek prachtig, maar verstond er geen reet van.’ Desondanks wakkerde het zijn liefde aan voor geschiedenis, kunst, het Franse lied en politiek. ‘Dat kwam daar allemaal samen.’
Op zijn vierentwintigste woonde Kemps in Parijs, op een kamertje bij hospita Marion die vlak bij Père-Lachaise woonde. ‘Ik ging daar elke dag naartoe. Toeristen kwamen naar me toe met vragen, bijvoorbeeld of ik wist waar Jim Morrison (zanger van The Doors, red.) begraven lag. Ik zag er niet eens uit als een typische Parijzenaar, maar ook niet als een toerist met bammetjes in de tas, een korte broek en touwtjes aan de bril. Ik kon al die bezoekers vertellen waar iedereen lag.’
Kemps zocht alle mogelijke informatie op over de beroemde én onbekende mensen die er begraven lagen. ‘Begin 2000 moest ik nog inbellen en werd je heel vaak van het internet geflikkerd’, herinnert hij zich de moeizame zoektocht naar kennis. ‘Nu loop je met je iPhone in de hand langs de graven. Ik lees ook legio boeken en biografieën, en oude krantenartikelen uit het Parijse archief. Iedereen die daar ligt, heeft een verhaal.’
Mensenmassa's
Niet alleen is Kemps gefascineerd door ‘de schatkist aan verhalen’ die kerkhoven herbergen, hij vindt er ook rust. ‘Vorige week zaterdag trad ik op in Best, op het Total Loss-festival. Dan jaag ik hele mensenmassa’s van links naar rechts, de dinsdag erop stond ik in Parijs te vertellen over een graf. Wie kan dat nou zeggen? Het zijn twee totaal verschillende dingen, maar ik kan in beide helemaal opgaan. Het een sluit het ander niet uit. Sterker: ze hangen juist samen. Die rust is extra lekker omdat ik in het weekend zo druk sta te doen. En door die rust te zoeken kan ik weer eens in de zoveel tijd knallen.’
Afgelopen weekend was hij nog op begraafplaats Zorgvlied in Amsterdam. ‘Ik ging naar het graf van Frans Halsema (Nederlandse cabaretier en zanger, red.). Hij is op dezelfde dag geboren als ik. En toen dacht ik: hoe zou het met Gerard Cox (met wie Halsema samen programma’s maakte, red.) gaan? Die avond hoorde ik dat hij was overleden.’
Samen met Matthijs van Nieuwkerk presenteerde Kemps het vierdelige televisieprogramma Chansons! over hun voorliefde voor het Franse lied. ‘Er zit iets in de teksten waarvan je vaak pas later achter de betekenis komt. Aznavour kan bijvoorbeeld heel scherp en urgent zijn, maar juist ook heel eenvoudig en pretentieloos. Brel en Barbara hebben zware teksten, dat kennen wij in Nederland niet echt. Bij ons moet het altijd gezellig zijn en niet te in your face. Vroeger hadden we nog meer zangers als Ramses Shaffy en Boudewijn de Groot, helaas een uitstervend ras. Fransen kunnen revolutionair zijn, die staan ook met gele hesjes op de barricaden. Dat zit ook in hun muziek.’
Toch zou hij niet zelf in dat gat willen springen, althans: nóg niet. ‘Dan zullen mensen zeggen: gaat hij dat nou óók nog doen? Bovendien heb ik nu twee kleine opgroeiende kinderen, ben ik bezig met mijn theatertour en treed ik op met Snollebollekes. Mijn tijd is goed gevuld. Ik vind ook dat je er wat ouder voor moet zijn, dat je echt wat hebt meegemaakt. Youp van ’t Hek zou het moeten doen. In kleine zaaltjes op een kruk, met één pianist.’
In 2021 won Kemps het populaire quizprogramma De Slimste Mens. Denkt hij dat veel kijkers hem hebben onderschat? ‘Een groot deel van Nederland dacht: wie is die halve gare met zijn carnavalsliedjes en zijn rode jasje? Maar ik had toen ook al meermaals Gelredome uitverkocht. Dan is het natuurlijk niet zo dat je iedere dag met confetti in je oor wakker wordt. De helft van Nederland zal in de gordijnen hebben gehangen toen ik twee goede antwoorden gaf. Maar mijn goede vrienden zeiden: “Jij komt ver, dit is precies iets voor jou.”’
Rob Kemps, Hemel op aarde. Leidsche Schouwburg. Donderdag 25 september, 20.15 uur. €26,50