Cultuur
Museum Volkenkunde toont de verering van criminelen
Criminelen spreken tot de verbeelding en groeien soms zelfs uit tot heiligen. Dat blijkt uit de tentoonstelling Most Wanted in het Museum Volkenkunde.
Vincent Bongers
donderdag 9 mei 2019

Een pantservoertuig van de politie scheurt ’s nachts door een achterstandsbuurt van Rio. Er klinken pistoolschoten.

Wie bij de kleine maar interessante tentoonstelling Most Wanted in Museum Volkenkunde over de populariteit van gangsters de VR-bril opzet, komt terecht in een favela waar drugsbendes als Comando Vermelho de dienst uitmaken. De gangs binden de buurtbewoners aan zich door sportevenementen te organiseren en wilde dansfeesten: de zogeheten baile funk. De comandos bepalen wat er gebeurt in de wijk, niet de autoriteiten.

De vormgeving is in het begin van de VR-productie heel abstract: alleen de belijning van huizen is te zien. Maar wie verder door de lege straten wandelt, krijgt geleidelijk steeds meer kleur en structuur te zien.

Zodra de muziek aanzwelt, word je een illegale nachtclub ingezogen waar een muur van speakers funk proibidão (streng verboden funk) pompen: een ruige mix van hiphop, salsa en Miami bass, waarover MC’s rappen over de heldendaden van gangsters. De feesten zijn bedoeld om te rekruteren en het imago van de criminelen op te pimpen.

De expositie laat zien hoe juist gangsters vaak de strijd om het hart van het volk weten te winnen, en niet de bestuurders en politici. Zo is de uitvaart van de maffia-don Vittorio Casamonica in 2015 in Rome haast een staatsbegrafenis. Zes paarden trekken de met gouden versieringen afgezette zwarte koets met daarop de doodskist voort. Een fanfare speelt de tune van The Godfather, terwijl een helikopter duizenden rozenblaadjes over de rouwende menigte uitstort. Op een poster staat de tekst: ‘Je hebt Rome overwonnen, overwin nu het Paradijs.’

Ook religie en wetteloosheid worden soms met elkaar verweven. Bij de ingang wordt de bezoeker verwelkomd door een geraamte met een enorme zeis. Het gewaad van de dood bestaat uit dollars. ‘Bueno suerte y dinero’ staat er op een van de biljetten geschreven: veel geluk en geld. Het skelet is een beeld van Santa Muerte; de heilige vrouw van de dood. In Mexico wordt zij op steeds grotere schaal vereerd, vooral door maatschappelijke outsiders, tot ergernis van de katholieke kerk.

Ook onder criminelen is Santa Muerte populair, blijkt uit een foto van de Nederlander Jan Hoolwerf. Hij sloot zich in een Amerikaans gevangenis aan bij de Mexicaanse Sureños-bende en liet een Santa Muerte-tatoeage zetten met de tekst: ‘Born to make shit happen.’

Gangsters kunnen het zelf ook schoppen tot heilige. Of hij echt bestaan heeft is onzeker, maar de bandiet Jesús Malverde had de reputatie een soort Robin Hood in Mexico te zijn. Hij groeide aan het begin van de vorige eeuw uit tot een narco santo waar drugshandelaren altaartjes voor oprichtten. Volkenkunde heeft een beeld waar hij op een troon zit van bankbiljetten, gouden munten en cannabisbladeren.

Ook Japan kent social outlaws. De criminele organisatie Inagawa-kai was na de aardbeving en tsunami in 2011 in sommige getroffen gebieden als eerste ter plekke om hulp te bieden. Het lichaam van deze Yakuza-leden staat vaak helemaal vol met tatoeages die zijn geïnspireerd op het Verhaal van de wateroever (Suikoden in het Japans). Deze 108 bandieten verzetten zich tegen de corrupte staat, beroofden rijke handelaren en namen het op voor de armen. De kunstenaar Utagawa Kuniyoshi (1797-1861) maakte een prentenserie bij dit verhaal, waarvan ook een originele schets is te zien.

Most Wanted, Museum Volkenkunde,
t/m 1 maart 2020, € 15 (studenten € 10)

Prent en schets van kunstenaar Utagawa Kuniyoshi (1797-1861). Foto Museum Volkenkunde