Cultuur
Lees dit interview met de absurdistische theatergroep Zoutmus absoluut niet
Bij absurdistische theater-, cabaret- en funkrockvijftal Zoutmus heb je geen idee waar je naar zit te kijken, zeggen ze zelf. Volgende week staan ze in de Leidse Schouwburg. ‘Je kunt je lekker mee laten slepen door de onzin die we aan je verkondigen.’
Pim Bakx
donderdag 4 november 2021
'We willen juist helemaal niets vertellen' Foto Hans Boddeke

‘Het is een aaneenschakeling van korte sketches en scènes die helemaal niets met elkaar te maken hebben’, zegt Jules Timmers, toetsenist bij Zoutmus. ‘Je hebt geen idee waar je naar zit te kijken, maar je moet er toch heel hard om lachen. Als het goed is.’
De twee stemmen van Timmers en bassist Houk van Warmerdam zijn aan de telefoon lastig van elkaar te onderscheiden.
Timmers, met kopstem: ‘Zal ik anders met een heel hoog stemmetje praten?’
Van Warmerdam brult diep: ‘Ja, en ik heel lááááááág.’

Vorige week ging jullie voorstelling Jungleprinter in première. Verliep alles zoals gehoopt?
Van Warmerdam: ‘Het was in onze thuisstad Amsterdam, in De Bellevue, en het was volle bak. Tot de nok toe uitverkocht. Het publiek was heel enthousiast, dus ja, het was wel geslaagd. We hebben de grootste tour van ons impresariaat: 78 speeldagen in totaal. En we hebben er twee goede recensies uitgehaald, vier sterren in de Volkskrant en een hele goede in de Theaterkrant.’

Die schreven dat jullie je ‘als muzikant veel serieuzer nemen dan als acteur’, is dat zo?
Timmers: ‘Ik vond het wel apart commentaar eerlijk gezegd. Want ja, natuurlijk nemen we de muziek serieus.’
Van Warmerdam: ‘Maar we nemen het theater net zo serieus. De muziekstukken zijn een soort safe-points waar je even kan rusten en niet wordt overladen met random bullshit. Maar het moet niet een stukje scène, stukje normale muziek, stukje absurde scène zijn.’
Timmers: ‘Dat is het nu ook niet voor mijn gevoel.’

Wat dan wel?
Timmers: ‘We willen juist helemaal niks vertellen. Je kunt je lekker laten meeslepen door de onzin die we aan je verkondigen.’
Van Warmerdam: ‘Wij vinden dat het af en toe nergens over moet gaan. Zodat je daarna weer normaal kan doen.’
Timmers: ‘We willen graag pretentieloos zijn.’
Van Warmerdam: ‘En toch zien mensen er altijd wat in. We moeten hard ons best doen om het nergens over te laten gaan. Mijn oom zei laatst: “Het gaat over niks, dus over het leven.”’

En Jungleprinter betekent ook echt helemaal niets?
Van Warmerdam: ‘Je slaat de spijker op zijn kop. Het zijn gewoon twee woorden, en bij elkaar klinkt het als iets goeds.’
Timmers: ‘Dit was de beste naam uit een stuk of duizend opties.’
Van Warmerdam: ‘Wat hadden we ook alweer… De Grote Stok, dat was heel lang een optie.’
Timmers: ‘Ezelboot!’
Van Warmerdam: ‘Ja die is goed hè. Jules en ik waren fan, de rest niet helaas. Zo noemen we de volgende gewoon.’
Timmers: ‘Of onze solovoorstelling.’

 

Hoe verloopt het creatieve proces?
Timmers: ‘We hebben een heel tof ritueel. Aan het begin van een repetitieperiode kijken we naar een speech van John Cleese over creativiteit, die ik iedereen kan aanraden. Het is een speech van een half uur. Hij omschrijft op welke manier je het best een creatieve samenwerking kan aangaan.’

Van Warmerdam: ‘Hij heeft het over de open mode en de closed mode. Binnen de open mode mag en kan alles. Dat is een gezette tijd: voor ons de repetitiedag van ’s ochtends tot ’s middags.’

Timmers: ‘Je bent dan eigenlijk gewoon een klein kind dat speelt en alles ziet en daar iets mee kan doen.’

Van Warmerdam: ‘Daarna ga je in de closed mode bekijken wat je in de open mode hebt bedacht, en dan ga je daar verder aan werken. Als we samen zijn en we drinken een biertje, dan noteert iemand alle grappen die we op zo’n avond maken in zijn telefoon. Bij repetities schrijven we al die ideeën op post-its, een stuk of honderd met vaak maar één woord of zin. Die plakken we op de muur in de repetitieruimte en dan gaan we ze stuk voor stuk af. Als het leuk is gaan we scènes daaromheen improviseren en zo plakken we de voorstelling in elkaar.’

Timmers: ‘Er komt een bepaalde dynamiek vrij als we met zijn vijven zijn. We gaan helemaal aan op onze gedeelde humor.’

Dan roept ineens iemand: 'Ho, mijn pik staat in de fik!'

Hebben jullie trucs op het podium?
Van Warmerdam: ‘Een minuut voordat de voorstelling begint hebben we nog een yell met zijn allen. Dat gaat gewoon on the spot. Dan roept iemand opeens: “Ik klap in mijn handen, ik klap in mijn handen. Kijk naar rechts, kijk naar links, kijk naar rechts. Ho, mijn pik staat in de fik!” Dat soort dingen.’
Timmers: ‘Dan zijn we even gekalibreerd.’
Van Warmerdam: ‘Daarna zeggen we tegen het licht en geluid dat we van ze houden. Maar dat er wel een plafond aan onze liefde voor de techniek zit. En dan beginnen we.’

Alles lijkt willekeurig. Hebben jullie als Zoutmus wel een doel?
Timmers: ‘Nee, we willen eigenlijk meteen vergeten worden.’
Van Warmerdam: ‘Ja, we willen gewoon niet dat mensen ons kennen en dan na deze show stoppen.’
Timmers: ‘Zou je dit ook alsjeblieft niet in de krant willen zetten?’

Van Warmerdam: ‘We willen ook niet dat dit interview wordt gepubliceerd. Nee, natuurlijk willen we groot worden en het jaar rond hiervan kunnen leven, met festivals en een theatertour. Vandaag zei iemand: “Hoezo spelen jullie niet in België? Deze humor is gewoon Belgisch.” Dus dat lijkt me ook nog leuk. En misschien in Engeland ofzo, we kunnen het ook makkelijk vertalen. Dus ja, the sky is the limit.’

Zoutmus, Jungleprinter, Leidse Schouwburg, 13 november,
20.15 u, € 12,50-28,50.