Cultuur
Marlene Dumas over kikkers, grafzerken en gay porn
De Zuid-Afrikaanse kunstenaar Marlene Dumas, die vrijdag de Huizinga-lezing geeft, wil graag weten hoe mensen kijken. En dat leidt soms tot verwarring. ‘Seks is nie mijn hoofdpunt nie.’
Vincent Bongers
donderdag 5 december 2019
Waiting (for Meaning) uit 1988 door Marlene Dumas. Olieverf op doek, 50 x 70 cm. Foto Peter Cox.

De deur van het kantoor van kunstenaar Marlene Dumas in de Amsterdamse Pijp zwaait open. Op een kast is een poster van Charlie Hebdo geplakt. Op de vloer ligt een kleurrijk kleed met daarop de letters ‘LOVE’ – een ontwerp van de Amerikaanse popart-kunstenaar Robert Indiana.

Dumas (66), geboren in Zuid-Afrika en sinds 1976 wonend in Nederland, staat naast een grote tafel vol met allerlei papieren en boeken. ‘Ik ben altijd aan het rondspringen van het ene naar het andere onderwerp.’ Ze grijpt met haar handen naar haar hoofd, waaruit steeds weer nieuwe ideeën lijken te tuimelen. Soms duikt er een mespuntje Afrikaans op in haar taalgebruik als ze vertelt over de Huizinga-lezing die ze vrijdag in de Pieterskerk geeft.

De lezing is vernoemd naar de historicus Johan Huizinga (1872-1945), die onder andere de wereldberoemde boeken Herfsttij der Middeleeuwen en Homo Ludens (spelende mens) schreef.

Dumas’ tafel dient als storyboard voor de lezing. Op een plaatje heeft ze een post-it geplakt met de tekst: ‘pissende vrouw, ets, 1631’. Daaromheen liggen cartoons van Gummbah, afbeeldingen van werken van Rembrandt, stills uit de stomme film De passie van Jeanne d’Arc (1928) en de 444-lustrum-editie van Mare.

 ‘Dit is grotendeels de loop van het verhaal’, verduidelijkt ze. ‘Overal in de kerk zijn gedenktekens en grafstenen te zien. Bijvoorbeeld het graf van de man die zich bezighield met kikkers. Wacht ik zoek hem even op.’ Bladerend in een boek over de Pieterskerk: ‘Ah, daar is hij! Petrus Camper, een achttiende-eeuwse Leidse arts, anatoom, zoöloog én verloskundige. Hij werd wereldberoemd door zijn onderzoek naar het gezang van de kikker. Dat vind ik nou prachtige informatie. En over kikkers gesproken…’

Dumas pakt een cartoon uit een oude Amerikaanse Playboy. Op de tekening is een vrouw te zien die kijkt naar een kikker met een kroon op zijn kop. ‘De kikker zegt tegen de vrouw: “In a less sexually sophisticated day and age, a simple kiss would break the spell and turn me back into a prince, but now it requires a blow job!” Het is heel simpel en kinderlijk, getekend, dat vind ik mooi. Je bent als lezer echt verbaasd als de kikker die opmerking maakt. Juist omdat het helemaal geen sexy cartoon is, moet je lachen.’

‘Het onverantwoordelijke gebaar’, heet haar lezing. ‘Maar de ondertitel is: “Ga terug naar waar jij vandaan komt”. Als politici dat zeggen, dan is het altijd lelijk en bot. In zo’n uitspraak zitten heel veel vooroordelen en veronderstellingen. Dat het land waar je nu bent, niet jouw land zou zijn. Dat als je ergens vandaan komt, je ook wel op een bepaalde manier zou denken en doen. Ik denk niet op een nationalistische manier, maar vraag me af: waar kom je echt vandaan? Eigenlijk uit je moeder. Wat is oorsprong? Daar wil ik het over hebben.’

 

Male Beauty door Marlene Dumas, 2002, inkt en acrylic op papier, 125 x 70 cm. Foto Peter Cox.

Dumas zal in haar lezing ook ingaan op haar eigen werk. ‘Ik neem mezelf als proefkonijn. Hoe ik worstel met beelden en woorden om tot een kunstwerk te komen. Het schilderij Waiting (for Meaning) (1988) is een werk waar ik heel veel van hou. De titel is niet “Naakt op bed” of “Vrouw op bed”. Veel mensen die dat schilderij zien denken dat het een vrouw is, maar dat hoeft helemaal niet. Er zit een bepaalde abstractie in. Hoe je zo’n werk ziet, is voor iedereen anders. Maar dat geldt eigenlijk voor alles. Dat is met erotiek en liefde ook zo.

Ze toont een werk uit 2002 met de titel Male Beauty. Op het schilderij is een zwarte man te zien die met zijn rug naar de kijker staat. Hij staat wijdbeens en spreidt zijn billen, een expliciet pornografische pose. ‘Ik laat dit zien omdat je moet oppassen met interpretaties. Als je uit Zuid-Afrika komt, is er al snel de vermoede link met Apartheid. Dit schilderij moest wel een commentaar zijn op de geschiedenis van het land, las ik ergens. Maar met Apartheid heeft het helemaal niets te maken. Na vrouwelijke pin-ups had ik een serie over mannen in seksuele poses gemaakt, en had om dat te doen naar gay porn gekeken. Daar komt dit werk ook uit voort.’

Maar andersom gebeurt het ook. ‘Dan lees je in een kunsttijdschrift of een boek iets waarvan je denkt: “Wat is dit nou?” Dan gaat het vaak over erotiek, maar seks is eigenlijk nie mijn hoofdpunt nie.’

Dumas groeide op in Zuid-Afrika. ‘Ik kom van een wijnboerderij.’ Dumas doet alsof ze een drankje achteroverslaat. ‘Uit Kuilsrivier, een klein plaatsje tussen Stellenbosch en Kaapstad met een kerk en een kroeg. En de vrouwen mochten die kroeg niet in. Ik ging studeren aan de University of Cape Town - die was progressiever dan die van Stellenbosch. UCT had een film society, daar kon ik dingen zien die nergens anders te zien waren, zoals films van Ingmar Bergman. Ik begreep niet altijd alles, maar ik dacht wel: “Dit is de kunstvorm van onze tijd.”

‘Ik heb in de jaren 70 op de Kunstacademie nog net het klassieke modeltekenen gehad. Dan ging er zo’n lieve naakte dame in een bepaalde pose zitten. Die zat dan verveeld naar ons te kijken. Het was niet erotisch, dat was ook helemaal niet de bedoeling. Maar ik was geïnteresseerd hoe je wel naakt kon gebruiken. Dat zag ik bijvoorbeeld in films als Hiroshima mon amour (1959). Die had alles: de liefde, de oorlog, de seksualiteit, niet moraliserend en ook nog eens hartverscheurend. Dat was echt een inspiratie voor mijn schilderkunst. Ik zie een beeld dat associaties oproept en dat leidt dan tot een schilderij.

Osama door Marlene Dumas, 2010, olieverf op doek, 50 x 40 cm. Foto Peter Cox

Het is niet van belang hoe lang een been of een arm is. Een paar lijnen zijn soms genoeg. Niet te veel horror, niet te veel surrealisme. Mijn ideaal is om iets met zo weinig mogelijk neer te zetten.’

In 1976 kreeg Dumas een beurs en vertrok naar Nederland. ‘Het was niet alsof ik uit de bundus (wildernis, red.) kwam en dat Amsterdam een soort wonderstad voor mij was. Ik heb wel heel erg genoten van het feit dat Nederland een stuk minder gewelddadig was en is dan Zuid-Afrika. Dat je als vrouw ’s nachts alleen over straat kan. Zuid-Afrika had toen ook nog geen museumcultuur. Nederland wel en de kranten hier hadden culturele katernen. Ik kon ook alle politieke boeken lezen die daar verboden waren.’

In die tijd was de schilderkunst trouwens niet erg hip. ‘Je zag veel performance art. Ik experimenteerde er ook wel mee, maar het voelde fake. ‘Als ik een slecht schilderij maak, dan vind ik dat jammer, maar het is niet nep. Het is mijn vorm. Soms werk je aan een tentoonstelling en dan denk je achteraf: dit was minder en dat was beter. Het heeft ook te maken met de tijdsdruk. Bij sommige schilderijen denk ik: “Dit is meer een poging tot iets.”’

Bepaalde werken zorgden voor de nodige opschudding. Zo schilderde Dumas in 2005 Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh.

Ze slaakt een zucht. ‘Ah, ja. Ik heb hem geschilderd, maar ik heb bewust zijn naam niet genoemd. Het werk heeft namelijk de titel The Neighbour. Ik was in die tijd sowieso bezig met het idee van een most wanted-lijst. Elke tijdsperiode heeft een galerij van schurken, of bevolkingsgroepen waarvoor we blijkbaar bang moeten zijn.

‘Bij sommige schilderijen ga je later twijfelen: “Pffff, misschien had ik ze nooit moeten maken.” Niet omdat de intentie verkeerd was, maar omdat mensen er mee aan de haal gaan, of het helemaal verkeerd begrijpen. In de kroeg vond iemand dat ik meer sympathie voor Mohammed B. had dan voor de vermoorde omdat ik hem had geschilderd. Daar was ik echt door ontsteld. Dat is namelijk helemaal niet zo.’

Bij het gemoedelijke portret van Osama bin Laden (uit 2010) speelde iets anders. ‘Hij was voor sommige mensen een soort Che Guevara-figuur geworden. Dat vond ik interessant. Je zag ook T-shirts met een foto van Bin Laden er op. Vooral dat ene specifieke shot, waar hij eruitziet als een lieve Jezus. Ik werk met de interpretatie van beelden en ik wil graag weten hoe mensen kijken, dus dan krijg je ook reacties. Soms kan dat een beetje too much worden, en denk ik: “Geef me rust.” Maar ik mag niet klagen: het is beter dat een schilderij leidt tot discussie dan dat het alleen “mooi” of “lelijk” wordt gevonden.’

Marlene Dumas, Het Onverantwoordelijke Gebaar - of ga terug naar waar jij vandaan komt.
Huizinga-lezing
Pieterskerk
Vrijdag 6 december, 19.15u
€ 15,- 

Marlene Dumas, 2017 (fotografie Ove Kvavik/Munch Museum, Oslo)
The Visitor werd geveild voor meer dan zes miljoen dollar

Beeldend kunstenaar Marlene Dumas werd in 1953 in Kaapstad geboren. Ze studeerde schone kunsten aan de universiteit van Kaapstad.
In 1976 ontving ze een beurs om in Nederland een opleiding te volgen bij kunstenaarswerkplaats Ateliers ‘63 in Haarlem en vestigde zich in Amsterdam waar ze nu nog steeds woont. Dumas studeerde ook nog een jaar psychologie aan de Universiteit van Amsterdam.

In de jaren 80 brak ze door. Inmiddels heeft zij onder andere solo-exposities gehad in het Stedelijk Museum in Amsterdam, het Museum of Modern Art in New York en het Tate Modern in Londen. Ook ontving ze eredoctoraten van de universiteiten van Kaapstad, Stellenbosch en Antwerpen.

In 2005 werd het schilderij The Teacher (Sub A) (1987) voor 3,34 miljoen dollar verkocht. Op dat moment was dat het hoogste bedrag ooit betaald voor een werk van een nog levende vrouwelijke kunstenaar. In 2008 werd het schilderij The Visitor (1995) voor meer dan zes miljoen dollar door Sotheby’s geveild.