Cultuur
'Ik ben een Leidse Glibber'
Joost van Bellen (53) introduceerde als een van de eerste dj’s house in Nederland. Komende vrijdag draait hij in zijn geboortestad. ‘Vorig jaar dacht ik: hoe moet het nou toch verder met die ouwe?’
Vincent Bongers
woensdag 3 juni 2015
Joost van Bellen: ‘Ik nam soms de verkeerde afslag.’ © Foto Raymond van Mill

‘Ik ben een Leidse Glibber, de stad zit in mijn bloed. Mijn vader had een kapperszaak op het Stationsplein. Mijn moeder wilde graag dat ik violist zou worden. Ik ben geboren in een huis aan de Kanaalstraat. Toen mijn moeder in verwachting was van mij draaide ze vioolconcerten. Dan duwde ze de speaker tegen haar buik. Maar ze hield ook van dansmuziek, Chubby Checker bijvoorbeeld. Ze stond in de gang op Let’s twist again te dansen - dat deed je in de jaren zestig namelijk niet in de woonkamer, een voorbijganger zou je wel eens kunnen zien - toen haar vliezen braken. Het werd dus dansmuziek.

‘Ik hou van kleine zalen waar je dicht bij het publiek staat. Als je de mensen haast ruikt en voelt, kun je ook veel meer flikken. Je hebt beter zicht op de risico’s en hoe diep je kunt gaan. Ik ben een beetje van de oude stempel, maak geen gebruik van presets. Ik kies niet van te voren voor een reeks platen waarvan je weet dat succes is verzekerd.

‘In 2009 vierde ik mijn 25-jarig dj-jubileum met een grote tour. Ik wilde per se draaien in LVC. De muren daar zweetten bier, heerlijk is dat. De zaal was veel te klein voor onze enorme decorstukken. We hadden bijvoorbeeld een glittersnor van zeven meter breed, drie meter diep en anderhalf meter hoog. Daaronder zat dan nog een enorme opblaasbare tong. Eigenlijk paste het allemaal niet, maar het werd de beste avond van de tour - zo wild dat ik me er eigenlijk niet zoveel meer van herinner.

‘Onlangs heb ik mijn collectie acidhouseplaten uit de jaren tachtig en negentig gedigitaliseerd. Compleet met laag stof, olie en bier op de groeven van het vinyl. Ik had er altijd een hekel aan om de classics te draaien, maar doe dat nu af en toe toch. Ik krijg soms kritiek dat ik niet meer vernieuwend zou zijn, wat toch altijd mijn handelsmerk was. Maar na meer dan 25 jaar in het vak heb ik inmiddels wel de credits om er klassiekers tussendoor te gooien.

‘Ik verzet me tegen de grijze massa. Zeg nou zelf: van een grijze lucht wordt niemand vrolijk. Iedereen heeft liever een strakblauwe lucht met wat regenbogen erin. Ik vind het bijvoorbeeld mooi als dikke mensen hun lichaam durven tonen. Wees trots op wie je bent. Het is nu moeilijker om extravagant te zijn dan in de tijd van de (Amsterdamse discotheek, red.) Roxy. In het begin van de house was een opvallend uiterlijk normaal. Nu is dat minder het geval. Dat heeft ook te maken met de opkomst van social media. Van iedereen die eruit springt, staat meteen een foto op Facebook. Mensen durven minder.

‘Af en toe dos ik me flink uit, bijvoorbeeld als de baas van de Titty Twisterbar op Lowlands. Maar dan speel je een rol. Ik was een keer verkleed als een heel stijve christen in een heel saai pak. Ik had een bril op met van die dikke jampot glazen. Ik kreeg al na een half uur hoofdpijn van dat ding. De enige manier om enigszins in evenwicht te komen was veel wodka drinken. Je begrijpt dat het een kortstondig evenwicht was. Ik was zo dronken dat ik een groot deel van het festival niet meer heb meegemaakt.

‘De spotlights zijn verleidelijk, maar niet je grootste vriend. Er zijn veel valkuilen. Mijn roman Pandaogen, die vorig jaar verscheen, gaat over een model dat te maken krijgt met de keerzijde van de roem. Ik heb zelf ook wel eens de verkeerde afslagen genomen. Maar mijn innerlijke TomTom heeft me altijd weer op de juiste plek gebracht. Ik ben geen heilig boontje. Er zijn perioden geweest dat ik mijn familie heb verwaarloosd. Dat ben ik nu aan het rechtzetten.

‘Er was vorig jaar echt een moment waarop ik dacht: “Hoe moet het toch verder met die oude Van Bellen?” Er gebeurden mooie dingen. Ik ben getrouwd, dat was fantastisch natuurlijk. Maar er waren ook moeilijke momenten. Ik verloor een paar vrienden en mijn vader overleed. Ik liep tegen een muur aan en heb er toen voor gekozen om drie maanden rust te nemen; er echt tussen uit te gaan. Ik was ook zwaarder dan ooit, inmiddels ben ik zestien kilo afgevallen. Ik heb nu echt weer zin in het uitgaansleven.’

Joost van Bellen, Klabam,

Dr. Dijkman

Gebr. de Nobel

Vrij 5 juni, €12,50