Johan Schram praatte thuis nauwelijks over de oorlog. Pas aan het eind van zijn leven, toen ernstig ziek was, zei hij iets waardoor zijn zoon besefte hoe heftig het moest zijn geweest.
‘Hij wilde dat ik meeging naar de huisarts’, zegt André Schram, emeritus-hoogleraar toegepaste biologie. ‘Om te vragen om euthanasie. Hij kon toen nog lopen, maar in een volgende fase zou dit niet meer kunnen. De arts aarzelde, het was in 1993, een andere tijd dan nu.
‘Toen zei mijn vader, zeer geëmotioneerd: “De Jappen hebben mij niet op de knieën kunnen krijgen, dat lukt de kanker ook niet. Ik wil staande sterven.”’
Atoombom
Na zijn emeritaat verdiepte Schram zich in de oorlogstijd van zijn vader, die als krijgsgevangene drie jaar in een kamp in Nagasaki zat. Hij schreef Het verhaal van Johan, drie jaar in Japan maar niet vrijwillig! Het lesboekje is gratis verkrijgbaar in het Nederlands, Engels en Japans.
Schram geeft lezingen om het verhaal van zijn vader en daarmee van vele andere oorlogsveteranen, te vertellen. Vanavond is hij in Leiden, voor de reeks De bom van Studium Generale.
Als krijgsgevangene maakte Johan de ontploffing mee van de atoombom die de stad Nagasaki in 1945 volledig verwoestte. Hij zat in kamp Fukuoka-2, op het eiland Koyagi, ver genoeg om ramp heelhuids te doorstaan, maar dichtbij genoeg om explosie te zien en de hete wind te voelen.
Hete wind
‘Mijn vader had een hemdje aan, en waar zijn huid niet was bedekt, was hij rood verbrand. In het kamp vielen muren om, en raakte een dak los.’ In het kamp Fukuoka-14, dichterbij de baai van de stad, zaten ook Nederlanders. Een aantal van hen overleefde het niet.
‘De mensen in het kamp moeten totaal niet door hebben gehad wat er aan de hand was. Ze zagen een gigantische ontploffing, enorm fel licht, ze voelden hete wind, en daarna werd het heel donker. Ze dachten: er is een energiecentrale of een grote munitieopslag ontploft. Dat dit door een enkele bom kwam, was ondenkbaar. Ze wisten niet dat er al een in Hiroshima was gevallen.’
Omdat vader Schram bleef zwijgen over de oorlog, zocht zijn zoon andere overlevenden uit het kamp. ‘Zij spraken er wel over. Het is een bekend fenomeen dat de meesten er pas op latere leeftijd over kunnen en willen praten. Mijn vader heeft dat niet gehaald, omdat hij vrij jong overleed. Hij was 75.’
Zijn vader was ‘geen fan’ van Japan, vertelt Schram. ‘Toen ik een keer voor zaken naar Japan ging, vroeg ik of hij mee wilde, om naar Nagasaki te gaan. Nou, zijn antwoord was duidelijk. Nee!’
Verzoenende boodschap
In zijn lesboekje benadrukt hij ook het leed onder de Japanse bevolking, of beschrijft hij hoe sommige bewakers de krijgsgevangenen stiekem eten gaven. ‘Niet dat ik vergeet dat er vreselijke wreedheden zijn begaan en wie daar voor verantwoordelijke waren, natuurlijk niet. Maar ik kijk ook naar wat de Japanse bevolking is aangedaan. Ik krijg soms reacties na lezingen, mensen die het echt niet met me eens zijn. Zij vinden een verzoenende boodschap moeilijk te verteren.’
Aan de andere kant liggen spijtbetuigingen omtrent de Tweede Wereldoorlog bijzonder gevoelig in de Japanse politiek. Daarom is het bijzonder dat, mede dankzij Schram, er nu een gedenkteken met een spijtbetuiging staat op de plaats waar zijn vader gevangen zat.
Na zijn emeritaat bezocht hij met zijn echtgenote de plaats waar zijn vader had vastgezeten. Op de plek van het kamp staat nu een school. ‘Ik dacht een soort afronding te vinden, maar ik had er moeite mee. Het bracht me in de war. Er was niets dat herinnerde aan de krijgsgevangenen en het kamp. Toen heb ik een brief aan de burgemeester geschreven.’
Spijtbetuiging
In 2015 werd er een gedenkteken onthuld. Het geld werd ingezameld door burgers in Nagasaki, een feit dat Schram extra raakt. ‘Het is niet neergezet door Nederlanders, maar door hén, met spijtbetuiging voor het leed dat alle gevangenen is aangedaan. Gedenktekens zijn er vaak “voor hen die vielen” en niet voor de pijn die overlevenden is aangedaan. Dat is hier wel het geval, en dat heeft mij enorm geholpen.’
Politiek ligt het weliswaar gevoelig, maar in zijn gesprekken met de Japanse bevolking merkt hij dat hij het er wel over kan hebben. ‘Ik praat niet met meneer Abe (premier Abe Shinzo, red.), ik praat met burgers, scholieren, studenten, en daar merk ik heel veel begrip en respect met het verhaal over de krijgsgevangenen.’
‘Dat geeft mij heel veel energie. Ik mag en kan, net zoals ik dat in Nederland doe, ook in Japan onderwijs geven en lezingen verzorgen. Het is fantastisch om daarbij ook met jonge mensen te kunnen spreken en de dialoog aan te gaan, dat is belangrijk, dat is de toekomst.’
Vanavond geeft André Schram een lezing bij Studium Generale