Op een ring van schedels zit Ganesha, de hindoeïstische god met de olifantenkop. De donkergrijze ogen kijken helder naar voren, maar zien een heel ander publiek aan zich voorbij trekken dan de anonieme maker van het dertiende-eeuwse-beeld in gedachten had.
Niet Javaanse tempelgangers, maar Leidse museumbezoekers bewonderen nu de godheid. Het beeld van Ganesha, dat in 1804 door Nederlanders is meegenomen uit de overwoekerde Singosari-tempel, is na een tocht langs verschillende collecties uiteindelijk in Museum Volkenkunde beland.
De vraag is alleen: hoe lang nog?
Onrecht
Met het verschijnen van een adviesrapport van de Raad voor Cultuur staan museumstukken die door koloniale machten zijn verworven opnieuw ter discussie. Belangrijkste aanbeveling van het rapport: erkennen dat koloniale machten lokale bevolkingen onrecht hebben aangedaan door voorwerpen buit te maken. Oplossing: waar mogelijk het onrecht herstellen, bijvoorbeeld door teruggave.
Het advies raakt meerdere Leidse musea. Met name Museum Volkenkunde, Naturalis en het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) hebben depots vol met gebruiksvoorwerpen, natuurhistorische objecten en kunstwerken die voor een aanzienlijk deel afkomstig zijn uit voormalige koloniën.
Een aantal topstukken, zoals het schedelkapje van Dubois’ Homo erectus in Naturalis, en bronzen beelden uit het voormalig koninkrijk Benin in Volkenkunde worden expliciet genoemd door de commissie. Verandert het rapport hoe deze musea met de stukken omgaan?
Kritisch kijken
‘We hebben als museum de morele plicht onze collectie schoon te houden’, zegt Lucas Petit, hoofd collecties en onderzoek van het RMO. ‘Dat houdt in: waakzaam zijn, de eigen stukken onderzoeken en herkomstpapieren nog eens tegen het licht houden.’
Voor het RMO zijn de aanbevelingen van de Raad voor Cultuur dan ook geen issue. ‘We steunen het rapport. We moeten kritisch naar onze collectie blijven kijken, bijvoorbeeld door te achterhalen of stukken onder dwang zijn verworven of door de plaatselijke bevolking is verkocht voor een veel te lage prijs. Als er een besmet voorwerp is kijken we of er een andere locatie is waar het beter op zijn plek zou zijn, bijvoorbeeld het herkomstland’, aldus Petit.
Museum Volkenkunde, dat vorig jaar al eigen richtlijnen publiceerde over de restitutie van museumstukken, juicht het nieuwe rapport toe. Directeur Stijn Schoonderwoerd noemt het ‘een grote stap voorwaarts’ en hoopt dat het advies in het rapport snel wordt omgezet in beleid.
Volkenkunde heeft als onderdeel van het Nationaal Museum van Wereldculturen een omvangrijke collectie van objecten uit voormalige koloniën en is actief bezig om die stukken een juiste bestemming te geven. ‘We willen samen met landen van herkomst kijken wat van belang is’, zegt woordvoerder Coromandel Brombacher. ‘Het is belangrijk dat je niet zegt: “Jij móet dit willen!” – want dan ben je neokoloniaal bezig. Je moet in gesprek gaan om te kijken wat beide partijen willen.’
Kanttekening
Ook museum Naturalis onderschrijft de aanbevelingen van het rapport, maar plaatst nog wel een kanttekening. Volgens woordvoerder Corine van Impelen is de situatie voor een natuurhistorische collectie anders dan bij cultuurgebonden musea, en zijn de planten en dieren in het bezit van Naturalis niet geroofd of vervreemd maar vrij verzameld in de natuur.
‘Naturalis is een biodiversiteitsarchief. Door de stukken bij elkaar te bewaren zie je hoe een ontwikkeling in de natuur plaatsvindt. We hebben de collectie digitaal toegankelijk gemaakt en ontvangen veel mensen die onderzoek komen doen. Maar het is voor de wetenschap belangrijk dat al die objecten bij dezelfde bron te vinden zijn.’
Naturalis werkt ook veel samen met universiteiten in voormalige koloniën zoals Brazilië en Indonesië, zegt Van Impelen. ‘Zij vinden het alleen maar prettig dat de collectie goed bewaard wordt op een plek waar ze er gebruik van kunnen maken en alles bij elkaar ligt.'
Onvoorwaardelijke teruggave
Kanttekeningen zijn er ook vanuit Volkenkunde. Het museum wil dat er meer mogelijkheden komen om objecten terug te geven aan lokale gemeenschappen in plaats van nationale overheden. Niet elk land heeft het even goed voor met (soms kwetsbare) inheemse groepen. Het teruggeven van cultuurobjecten aan een overheid kan de positie van die volkeren ondermijnen.
Ook wil Volkenkunde de omstandigheden voor onvoorwaardelijke teruggave breder maken. Waar het rapport van de Raad van Cultuur alleen spreekt over onvoorwaardelijk teruggeven van stukken uit voormalige Nederlandse koloniën, ziet Volkenkunde liever dat dit geldt voor alle voorwerpen die als oorlogsbuit zijn meegenomen door koloniale machten.
Het RMO heeft geen voorwerpen uit Nederlandse koloniën, maar des te meer uit de voormalige Britse kolonie Egypte. Toch heeft Oudheden nog nooit een claim van dat land ontvangen. Dat maakt voor het museum niet uit, benadrukt Petit. ‘Als een voorwerp onder de verkeerde omstandigheden hierheen is gehaald zullen wij actief contact opnemen om dat te herstellen. Het is belangrijk om daar open over te zijn.’
Oorlogsbuit
Sinds de eigen richtlijnen vorig jaar zijn uitgekomen, laat Museum Volkenkunde ook in het museum zien waar stukken vandaan komen en of er claims op de stukken gelegd kunnen worden. Belangrijk voorbeeld: de Singosari-beelden uit Java. Bij de god Ganesha kan de bezoeker nu precies lezen hoe het beeld in Nederlandse handen is gekomen en welke claims Indonesië kan maken.
‘Stukken komen op veel verschillende manieren in het museum terecht’, zegt Brombacher. ‘Als we ontdekken dat iets een verleden heeft als oorlogsbuit, willen we dat verhaal vertellen. Daarom is het onderzoek naar de herkomst ook zo belangrijk.’
Naturalis besteedt in haar nieuwe jubileumboek Van Onschatbare Waarde aandacht aan de herkomst van een aantal stukken die over de afgelopen 200 jaar verzameld zijn. Een van die stukken is het schedelkapje van Dubois, het eerste exemplaar dat ooit gevonden is van de vroege mensachtige Homo erectus. Dubois groef het voorwerp op in 1891 met behulp van een groep Indonesische en Chinese dwangarbeiders.
Erbarmelijke omstandigheden
Bij de tentoonstelling rondom de Homo erectus worden de gravers weliswaar genoemd, maar Naturalis is niet van plan naar aanleiding van het rapport de leefomstandigheden van de dwangarbeiders meer te benadrukken. ‘Wij zoomen niet in op dat deel van het verhaal’, zegt Van Impelen. ‘Er wordt aandacht aan de geschiedenis besteed, onder andere in het boek, maar wij zijn een museum waar je leert over de natuurhistorische context.’
Over de opgravingen voegt ze nog toe: ‘Dubois was voor zijn tijd een goede werkgever. Dat klinkt nu wat merkwaardig, maar zieke mensen hoefden niet te werken, hij zorgde voor voedsel en hij betaalde meer dan anderen.’
De Raad voor Cultuur meldt dat er in de tijd van Dubois zo’n 90.000 dwangarbeiders onder erbarmelijke omstandigheden voor de Nederlanders werkten. Hun situatie zou pas in de twintigste eeuw verbeteren, aldus het rapport. Vlak na de Indonesische onafhankelijkheid drong minister van Cultuur Mohammed Yamin al aan op het retourneren van de fossielen, maar het verzoek werd niet ingewilligd.
Leegloop
Vooralsnog is het Rijksmuseum van Oudheden niet bang dat de collectie grotendeels naar het buitenland verdwijnt. ‘Het gaat bij ons niet om duizenden stukken’, zegt Petit. ‘Ik schat dat we over een paar jaar in onze collectie misschien nog tien of twintig objecten vinden die aandacht nodig hebben omdat de papieren niet juist zijn.
‘We hebben daarnaast een goede band met Egypte. Toen de Egyptische ambassadeur op bezoek was, zei hij dat de voorwerpen in het museum de beste vertegenwoordigers voor zijn land zijn die hij zich kon voorstellen.’
Het rapport Advies omgang met koloniale collecties van de Raad voor Cultuur is aangeboden aan minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). Zij beslist uiteindelijk over het collectiebeleid en of een object teruggaat naar het land van herkomst. De musea die de rijkscollecties beheren brengen daarover advies uit.