Cultuur
Fotograaf pleit voor meer openheid: 'Iedereen heeft autisme'
Door vast te leggen hoe hij de wereld ziet, hoopt fotograaf Ivo Ketelaar dat er meer openheid komt over autisme. Zijn foto’s hangen nu in de Leidse bibliotheek. ‘Ik heb gebak uitgedeeld toen ik mijn diagnose kreeg.’
Anoushka Kloosterman
donderdag 11 april 2019
‘Verbindingen zijn fijn en geven inzicht, maar dan wel graag netjes'. Uit het boek 'Hoe Kijkt Autisme', door Ivo Ketelaar Fotografie

‘Mijn naam is Ivo Ketelaar, ik ben 58, en ik heb het syndroom van Asperger. In 2011 kreeg ik de diagnose. Mijn vrouw en mijn twee kinderen hebben het ook. Dus we zijn een volledig gecertificeerd gezin.’


Pas nadat bij hun kinderen autisme werd vastgesteld, kregen Ketelaar en zijn vrouw zelf de diagnose. ‘Mijn vrouw en ik dachten: wij willen met onze kinderen kunnen blijven praten, en als wij vinden dat zij een diagnose nodig hebben, dan wij ook. Gelijke monniken, gelijke kappen. Als ze tiener worden, kunnen we zeggen: we snappen het, wij hebben het ook meegemaakt. Vaak merk je bij jongeren die geen diagnose hebben, dat het op het vlak van communicatie misgaat. Als ze volwassen worden, ontstaat een soort boosheid naar de buitenwereld. Juist omdat het niet voldoende wordt onderkend dat niet alleen het kind het heeft, maar meer mensen in het gezin. Het is belangrijk dat er openheid komt over autisme, dat het makkelijk wordt om over te praten en dat het geaccepteerd wordt in de hele samenleving. Want dat wordt het nog niet overal.’


‘Ik heb gebak uitgedeeld, toen ik mijn diagnose kreeg. Dat hadden ze nog nooit meegemaakt. Natuurlijk was ik blij. Het is toch prachtig? Dat je weet hoe je in elkaar steekt, en waarom je niet snapt waarom mensen zo anders doen, en waarom ik ze niet begrijp. En waarom mag ik niet zijn zoals ik ben?’


Dat is ook de boodschap van zijn fotoserie Hoe Kijkt Autisme, die tevens is verzameld in een boek. De zwart-witfoto’s die momenteel in de Leidse bibliotheek hangen, tonen hoe hij als autist de wereld ziet. Bij een foto van een paal met elektriciteitsdraden, getiteld ‘Netwerk’, hangt het bijschrift: ‘Netwerk/Verbanden leggen/Een autist kan verbindingen tussen onderwerpen zien/Dat is fijn en geeft inzicht, maar dan wel graag netjes.’


Andere foto’s laten de eenzame kant zien. Bij een foto van een pony in het hoekje van een besneeuwd weiland, het hoofd omlaag, staat: ‘Koud/Alleen en koud in een hoek/Zo kan een autist zich voelen/Je zoekt een plek waar je je nog prettig voelt.’

 

'Koud', door Ivo Ketelaar

Zelf ervaart Ketelaar weinig negatieve kanten van zijn autisme. Maar het onbegrip in de samenleving maakt het vooral moeilijk ermee om te gaan. ‘Ja, ik ben een autist, en ik heb er last van hoe ernaar gekeken wordt. Als mensen iets niet snappen, gaan ze dat automatisch van zich af duwen. Je hoort er niet bij. Je ziet ook vaak gebeuren, dat partners van mensen met autisme het niet accepteren, en dat huwelijken daardoor op de klippen lopen.’


Volgens Ketelaar hebben veel mensen wel enkele karaktereigenschappen die binnen het spectrum vallen. ‘Iedereen heeft autisme. Als je het goed regelt voor iemand met autisme, regel je het eigenlijk goed voor iedereen. Mensen met autisme, zeker de jongeren, hebben een thermometerfunctie. Als zij ontploffen of boos worden: kijk dan in de omgeving, want daar is dan vaak iets niet goed gegaan.’


Nog een voorbeeld: ‘Neem de kantoortuin. De meeste mensen hebben er een hekel aan, maar die kunnen zich vaak nog voegen. Mensen met autisme kunnen zoiets hebben van: nee, dat gaat te ver. Het gevolg kan zijn dat ze ontslagen worden, niet meer komen werken, of raar aangekeken worden omdat ze alleen in een kamertje zitten, en niet meegaan in de pauze. Daar moeten we vanaf.’

Ivo Ketelaar, Hoe Kijkt Autisme. Tot 24 april te zien in BplusC, de centrale bibliotheek van Leiden