
‘Op reis door India kwam ik gek genoeg op het spoor van de flamenco’, vertelt Luna Zegers. Als eerste niet-Spaanse voltooide ze in 2015 de flamenco-zangopleiding aan het ESMUC-conservatorium van Barcelona. Vrijdag stelt ze haar album Entre dos Mundos voor in Leiden.
‘Toen ik voor het eerst flamenco hoorde, op plaatjes die Indiase muzikanten voor me draaiden, dacht ik: Jézus, wat gaaf! Die rauwe expressie en al die verschillende ritmes. En het kwam gewoon uit Europa. Ver weg in India, voelde Spanje dicht bij huis. Doordat ik Frans en Latijn had gehad op de middelbare school, begreep ik ook wel iets van de teksten. Dat was bij de Hindi-liedjes die ik daar zong wel anders.’
Eigenlijk was India niet eens zo’n vreemde plek: ‘Daarvandaan namen zigeunervolkeren hun muziek mee naar Europa. Op de Balkan raakten de klanken vermengd met Bulgaarse en Albanese invloeden. En in Spanje ontstond er een mix met de Andalusische folklore en werd Spaans de voertaal.’ Terug in Amsterdam, waar ze jazz-student was aan het conservatorium, leerde ze Spaans. ‘Ik vroeg gewoon voortdurend aan Spaanse studiegenoten: hoe zeg ik dit? En dat?’
Buiten Spanje doet flamenco vooral aan de dans denken. ‘Maar in Spanje is zang het belangrijkst, dan gitaar en dan pas dans. Spanjaarden kunnen de tekst natuurlijk verstaan. De zang is het hart van de flamenco. Ook op flamencofeestjes, na afloop van optredens, merk je dat: ook de gitaristen en dansers zingen dan mee.’
Nadat ze in 2010 cum laude was afgestudeerd in de jazz, werd ze aangenomen op de flamenco-zangopleiding in Barcelona. ‘Ik was er al op Erasmusuitwisseling geweest. Eigenlijk voor jazz, maar ik heb me daar op alle flamencovakken gestort. Zo maakte ik indruk op een zangdocent. Eigenlijk namen ze per jaar maar één zangstudent aan, en nooit iemand uit het buitenland. Dat jaar hebben ze twee plaatsen vrijgemaakt. Ze konden het natuurlijk niet maken om een Spanjaard te passeren.’
In januari 2017 presenteerde ze op de Flamenco Biënnale haar album Entre dos Mundos; tussen twee werelden. ‘Op dit moment is het echt fifty-fifty waar ik te vinden ben. Deze maanden wat meer in Nederland, omdat ik door uitgeverij Ambo Anthos benaderd ben om mijn levensverhaal op te tekenen.’
De ontdekking van flamenco en haar succes spelen uiteraard een belangrijke rol, maar daar ging een tragische geschiedenis aan vooraf: tussen haar negentiende en vijfentwintigste overleden achtereenvolgens haar vader, haar zusje en haar moeder. Haar moeder verloor ze, heel kort nadat ze besloten had haar studie politicologie af te breken voor de jazzopleiding. ‘Daarover verhaal ik ook in mijn flamencoteksten’, vertelt ze. Flamenco hielp haar nieuwe levenslust te vinden. ‘Ook daarover heb ik een aantal nummers geschreven: over het vertrouwen in het universum en hoe dat steeds nieuwe dingen op ons pad brengt, waarvan we – soms noodgedwongen – leren en groeien.’
Over het voorstel van de uitgever was ze enthousiast. ‘Maar ik had nog nooit een boek geschreven. Nu heb ik een ghostwriter, journalist Maartje den Breejen, met wie ik me regelmatig een week opsluit om er samen aan te werken.’ De verschijning van haar biografie staat gepland voor het najaar.
Deze zomer is ze weer regelmatig in Barcelona en Madrid, voor de presentatie van haar album. ‘Sommige Spanjaarden vinden: leuk dat ze het probeert, maar het kan natuurlijk nóóit, een Nederlandse flamencozangeres. Anderen vinden het juist te gek.’
Luna Zegers, De X (QBus-zaal/Muziekhuis), vrijdag 31 maart, 20.30, €15,- (vvk €12,50)