Cultuur
‘Leiden moet geen pretpark worden’
Leiden trekt steeds meer toeristen, beschrijven journalist Yaël Vinckx en regisseur Alex Bordewijk in hun film I am Rembrandt. ‘Te vaak hoorde ik: “Zo ver is het hier nog niet.” Mijn vraag is: zijn we erop voorbereid als het straks wel zo ver is?’
Susan Wichgers
donderdag 7 november 2019
Peter Labrujère poseert bij ‘het huis van Rembrandt’ tijdens de Leidse Rembrandtdagen. Foto Emile van Aelst

‘Leiden heeft geen toeristen nodig’, stelt schrijver en voormalig Leidenaar Ilja Leonard Pfeijffer in de film I am Rembrandt.

‘Het is een burcht van wetenschap waar geleerden in stille straten gedachten koesteren in het Latijn. We hebben boeken over Rembrandt in de universiteitsbibliotheek, waar uitsluitend op fluistertoon wordt gesproken. Laat het toevallige feit dat hij in Leiden is geboren een goed bewaard geheim blijven van een handjevol bebrilde specialisten.’

De maakster van die film, journalist Yaël Vinckx, die in de binnenstad woont, denkt er zelf niet zo over. Wel begon het haar op te vallen dat toeristen Leiden steeds beter wisten te vinden, toen ze in 2017 op de Hooigracht bijna tegen een groep Brabantse vrouwen aan fietste. Ze kwamen uit een touringcar, en waren op weg naar de kerstmarkt.

‘Het is druk in de stad, dacht ik’, zegt Vinckx. ‘En als je er eenmaal op gaat letten, hoor je het iedereen zeggen.’

In april diende ze daarom samen met regisseur Alex Bordewijk een plan in voor de documentaire bij het Leids Mediafonds. Zij financierden de helft; de andere helft kwam van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Binnen een half jaar hebben ze de film in elkaar gedraaid. Vinckx, lachend: ‘Het is niet voor niets dat mijn huis nu zo’n puinhoop is.’


'Van wie is de stad?'

Cultuurwethouder Yvonne van Delft en city marketeer Martijn Bult­huis komen aan het woord, maar ook wat ‘Leidse paradijsvogels’ zoals Vinckx ze zelf noemt – ondernemer Peter Labrujère en haar eigen kapster Esther. De mensen worden afgewisseld met beelden van de stad, de peurbakkentocht en de Rembrandtdagen, waar Vinckx zelf meespeelde als figurant in een tableau vivant.

In de documentaire proberen de makers antwoord te geven op de vraag: van wie is de stad? Van de Leidenaars, die er leven en werken? Van de bezoekers?

‘Iedereen heeft er een mening over. Ik kan wel denken: ach, ja. Maar sommige bewoners denken daar heel anders over, en dat mag ook.’

Haar buurman bijvoorbeeld, die regelmatig bezwaar aantekent omdat hij last heeft van de herrie. Of de mevrouw die achter haar raam een poster hing met de tekst: ‘Dit is een woonwijk, geen pretpark’. Tijdens de Rembrandtdagen was haar straat opeens een decor.

'Meer toeristen betekent geld voor nog meer toeristen'

Er zit natuurlijk ook een positieve kant aan: toerisme brengt geld in het laatje. Maar dat komt dus helemaal niet ten goede van de bewoners, blijkt uit de interviews van Vinckx. ‘Dat vond ik het opmerkelijkst van alles. Toeristen brengen geld op, zeggen ze. Maar dat geld gaat alleen naar horeca of musea. Toeristenbelasting van hotelovernachtingen gaat naar Leiden Marketing, en dat wordt dus direct weer gebruikt om nog meer toeristen aan te trekken.’

Toch kunnen de bestuurders zich er nog niet echt druk om maken. ‘Te vaak hoorde ik: “Zo ver is het hier nog niet.” Mijn vraag is: zijn we erop voorbereid als het straks wel zo ver is? Wat als een rederij een drijvende klomp wil gaan aanbieden, bijvoorbeeld, omdat dat leuk is voor toeristen? In Rotterdam heb je al van die drijvende hot tubs. Kunnen we dat verbieden? Ik wil dat erover nagedacht wordt. We hebben een duidelijke visie nodig.'

I am Rembrandt
10 november, 11.45
Trianon
Daarna te zien op TV West