Cultuur
Een getekende ode aan de Leidse kroeg: ‘Je ontmoet daar de echte Leienaar én de student’
In Leiden hoef je maar zo’n 200 meter te lopen of je stuit al op de volgende kroeg. De huiskamers van de straat, zo noemt illustrator Caroline Ellerbeck ze. Ze besloot ruim twintig kroegen te illustreren en te bundelen in de serie Ode aan de Kroeg.
Else van der Steeg
donderdag 18 januari 2024

Het begon met een serie in Rotterdam, waar Ellerbeck nu woont. ‘Het viel me op dat in Rotterdam veel hippe cafés en koffietentjes kwamen op de plek van de gezellige kroegjes. En die verdwenen dan juist uit het straatbeeld. Daar haalde ik het idee vandaan om de kroegjes te gaan tekenen, als een soort ode.

‘Er zijn weinig openbare ruimtes waar je je echt thuis kan voelen, dat is een kroeg bij uitstek. Er komen allerlei mensen, niet alleen uit je eigen bubbel. Het is een verzamelplek, met altijd een paar stamgasten. De tijd lijkt er een beetje stil te staan, het gaat niet om het interieur, het is niet “opgehipt”. Je gaat voor de ontmoetingen en de goede gesprekken. Je raakt makkelijk in gesprek met mensen van andere leeftijden, mensen staan ervoor open. Het gesprek komt ook makkelijker op gang met een biertje op. Het is vaak klein, het barpersoneel creëert een gezellige sfeer.

De echte Leienaar en de student

‘Dat heb je minder in zo’n hippe koffietent, daar moet je er toch meer tussen passen. In een kroeg kijkt niemand gek op als je ‘anders’ bent: ouder, jonger. Je kan met een hond binnenkomen, als oud mannetje, in je oude kloffie of met een kind, noem maar op.’
Ellerbeck groeide op in Leiden en bleef er ook wonen tijdens haar studie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst in Den Haag. ‘Toen liep ik iedere dag naar het station langs café Eigenzorg. Daar kwam ik zelf eigenlijk nooit, maar hij is zo iconisch in het straatbeeld.’ En dus werd de gevel van Eigenzorg geïllustreerd.

‘In Leiden valt het mij nog wel mee hoeveel kroegen er verdwijnen. Ik vind het heel leuk dat er veel jonge mensen in de kroegen komen. Je ontmoet daar de echte Leienaar én de student.’

Een van haar favoriete illustraties uit de serie is Café In De Oude Marenpoort, ook wel bekend als de MaPo. ‘In dat soort cafeetjes stap je echt de geschiedenis in. Het ruikt er nog steeds een beetje naar bier en sigaretten, al mag je al lang niet meer binnen roken. Het is er altijd een beetje donker.

‘Hier kijkt niemand gek op als je “anders” bent’

Een van haar favoriete illustraties uit de serie is Café In De Oude Marenpoort, ook wel bekend als de MaPo. ‘In dat soort cafeetjes stap je echt de geschiedenis in. Het ruikt er nog steeds een beetje naar bier en sigaretten, al mag je al lang niet meer binnen roken. Het is er altijd een beetje donker.

‘En in cafés hebben mensen herinneringen van dingen die er plaatsgevonden hebben. Je wordt er verliefd, je hebt er ontmoetingen. Ik heb ook de gevel van Einstein getekend: die bestelde iemand omdat ze daar haar echtgenoot heeft ontmoet.’

Met veel plezier denkt ze terug aan haar eigen studententijd: ‘Met het huis van mijn vriend gingen we altijd poolen bij De Trechter. Die bestaat nu niet meer.’

 ‘Blijf vaak naar de kroeg gaan’

Ellerbeck koos er bewust voor om de kroegen van de buitenkant te tekenen. ‘Als je ze allemaal van buiten ziet heeft het een soort eenheid. Ik vind ze er van buiten ook zo lonkend uitzien. Als je daar staat, heb je die voorpret nog. Je kan er heel veel zin in hebben. Het is gezellig, je hoort de muziek al een beetje. Het trekt je als het ware naar binnen. En de puien zijn vaak gewoon heel mooi.’

Ellerbeck heeft een duidelijke boodschap met haar Ode aan de Kroeg: ‘Ik hoop dat mensen lekker vaak naar de kroeg blijven gaan, de kroeg blijven ondersteunen en lekker veel bier gaan drinken. In Rotterdam verdwijnen er veel cafés omdat omwonenden overlast ervaren. Het beleid verandert dan: de kroegen worden afhaalrestaurants, omdat de buurt er geen zin in heeft.’

De illustraties hangen tot 2 maart in Coffee Star, het bibliotheekcafé aan de Nieuwstraat 4 in Leiden. ‘Het liefst zou ik zien dat de prints in de kroeg komen te hangen. Ik vind niet dat je ergens naartoe moet om kunst te bekijken, dus niet naar een museum. Het is juist leuk als mensen het gewoon tegenkomen. En dan niet alleen de mensen die ervoor gekozen hebben, maar iedereen. Mijn werk mag best worden opgehangen in de Albert Heijn.’

Caroline Ellerbeck Ode aan de Kroeg, Coffee Star Leidse bibliotheek. Te zien tot 2 maart.