We zaten op het terras en hebben toen een lijst gemaakt met daarop allerlei manieren om baby’s te vermoorden’, zegt Kim Hoorweg, die zingt en de bas speelt in de band VULVA, over de videoclip voor het nummer Kill the Baby. ‘Regisseur Peter Marcus heeft alles wat op die lijst stond ook allemaal uitgevoerd. De babypop is onder andere van een flatgebouw gegooid. De kop is afgehakt, en de pop is op een klein elektrisch stoeltje gezet. Ook heel leuk: in een scène donderen we een kinderwagen van een trap waardoor de baby eruit vliegt.’
‘We proberen op een humoristische manier belangrijke zaken aan te kaarten’, vult Nadya van Osnabrugge (drums en zang) aan. ‘Als je om dingen kunt lachen, is het ijs gebroken. Dan kun je erover praten. Als we de boodschap afzwakken verdwijnt die snel naar de achtergrond.’
Hoorweg: ‘Ik ben er heel vocaal over dat ik zelf een abortus heb gehad en blij ben dat ik dat heb gedaan. Wel schrok ik heel erg van het stigma dat aan abortus kleeft, terwijl ik uit een best progressief links gezin kom. Veel mensen hebben naar aanleiding van het nummer contact met mij gezocht. Ik kreeg DM’s met teksten als: “Hé, ik kan hier met niemand over praten, kan ik dit met jou bespreken?”
‘Kill the baby maakt dingen los, ook bij mensen die geen baarmoeder hebben. Er waren veel mannen aanwezig op de set van de clip. Die waren het heel vurig met ons eens en bedachten de meest baldadige manieren om de pop te vernielen.’
Van Osnabrugge: ‘Op het einde van de draaidag vertelden we dat abortus nog steeds onderdeel uitmaakt van het Wetboek van Strafrecht. Ze wisten dat allemaal niet.’
Hoorweg: ‘Plots had iedereen het over abortus. Dat was precies de bedoeling.’
Al was de impact van het nummer veel groter dan verwacht. De SGP en de ChristenUnie reageerden woedend en stelden Kamervragen aan minister Kuipers van Volksgezondheid over de band. Kill the baby was volgens hen ‘ronduit schokkend’ en abortus werd door VULVA als ‘iets feestelijks’ gepresenteerd.
‘In eerste instantie moesten mensen in onze omgeving er heel erg om lachen’, reageert Hoorweg. ‘Ik schrok er zelf eigenlijk best van. Het is alarmerend dat er politieke actie kwam om ons het zwijgen proberen op te leggen. De SGP is een clownspartij, maar de CU zit gewoon in het kabinet. Gênant dat zij hierin zijn meegegaan.’
Minister Kuipers verdedigde VULVA in zijn antwoorden, al vond hij wel dat de band ‘op weinig tactvolle wijze’ zingt over abortus.
‘Dat heeft hij goed gehoord’, aldus Hoorweg. ‘De antwoorden zijn heerlijk, heel droog, het is haast een soort Jiskefet-sketch als je ze leest. Het is nog net niet: “Zucht, waar gáát dit over.” Dat is wel heel prettig.’
‘Kill the baby heeft wel een heel andere lading gekregen als we het live spelen. Er kwamen ook demonstranten van pro-lifebewegingen naar ons optreden in Utrecht begin september.’
Van Osnabrugge: ‘We hebben ze niet gesproken, maar een deel van het publiek is de confrontatie met hen aangegaan. Als bezoeker is het best eng om met protesterende mensen te maken te krijgen die vinden dat jij het werk van de duivel doet. Toen we Kill the baby speelden voelden we ons heel krachtig en echt gesterkt. Het was ook een goede reminder voor waarom we dit doen, en blijven doen.’
Hoorweg en Van Osnabrugge begonnen VULVA in 2019. ‘Nadya is een vrouwelijke drummer, dat is iets wat je nog te weinig ziet’, vertelt Hoorweg. ‘Haar zien drummen was voor mij hoopvol.’
Van Osnabrugge: ‘We raakten aan de praat over wat we aan het doen waren en wat we niet goed vonden gaan in de muziekscene. Daar word je als niet-man minder serieus genomen. Je moet je veel meer bewijzen. En als je je dan bewijst, sta je alleen maar op het podium omdat je een vrouw bent. Niet om wat je kan. Het gaat bijna nooit om de inhoud…’
Hoorweg: ‘…maar over hoe je eruit ziet. En dan krijg je ook reacties als: wat bijzonder dat jij bas speelt en dat jullie zo schreeuwen op het podium. Ik snap dat ook wel weer, want helaas is dat nog steeds een uitzondering, maar dat moet nu toch echt eens afgelopen zijn.’

In september verscheen het debuutalbum Woe to the Wicked en in april staat de band op het fameuze herriefestival Roadburn in Tilburg. Op de plaat staan korte scherpe punksongs maar ook slepende doom-achtige nummers. Hoorweg: ‘Ik ben geïnspireerd door ambient, sludge en post-metal. Het is vooral een samensmelting van interesses die wij allebei hebben, een echte mengelmoes.’
Van Osnabrugge: ‘De band Swans was een grote invloed.’
Er staat ook een heel poppy nummer op de plaat, namelijk Abusers, over hoe personen die charmant en vriendelijk overkomen zich ontpoppen tot misbruikers. ‘Het is een vreemde eend in de bijt op de plaat. Het rolde er zo uit, we bedenken niet van tevoren: en nu gaan we een popliedje schrijven. Live spelen we het ook haast nooit.’
Hoorweg: ‘Het is een intens onderwerp verpakt in wat bijna een verkooppitch is aan een consument.’
VULVA krijgt nog regelmatig te maken met afgunst. ‘We vormen een front van twee personen’, zegt Hoorweg. ‘Dat is ook wel noodzakelijk geweest om te overleven. Je maakt onderdeel uit van een scene. Daarin zitten mensen die je het oprecht en hardop niet gunnen dat je op het podium staat. Het gaat altijd over hoe cool de Rotterdamse scene is, en tot op zekere hoogte is dat ook zo. Vooral in het begin was er echter ook veel weerstand.’
Van Osnabrugge: ‘Juist uit die hoek kwamen nare opmerkingen.’
Hoorweg: ‘Ik hoor nog steeds wel dingen als: “Als ik tieten had, had ik ook op Roadburn gestaan”. En heel lelijke sneren als: “Ze zingen ‘We only fuck so you can come’ maar ondertussen werken ze wel heel Rotterdam af.” Echt van die middelbareschool-bully-praktijken.
‘Dat nummer gaat over de orgasmekloof. Veel mannen worden daar heel onzeker van. Als er dan ook nog iemand in het publiek staat die ooit met mij naar bed is geweest, dan is dat heel gênant natuurlijk. Die denkt dan: “Oh, fuck, het gaat over mij.” Terwijl de wereld echt niet om die persoon draait.
‘We hebben door dat soort gedoe echt even met elkaar moeten spreken om toch het podium op te gaan en voor die mensen te spelen. Maar als we dat dan doen, vinden ze het eigenlijk heel erg leuk.
‘Ik ben het nodige gewend als het gaat om vervelende reacties. Ik identificeer me als non-binair, dan ben je vaak the butt of the joke. Er komt altijd wel een reactie op. Mensen voelen zich heel snel persoonlijk aangesproken als ik het over mijn identiteit heb.
‘Verder hebben we van nature al een dikkere huid dan onze mannelijke collega’s. We praten er ook veel met elkaar over, steunen elkaar. En uiteindelijk: als het belangrijk genoeg is voor ons, dan maakt het geen reet uit wat een ander ervan vindt. Ik vind het ook niet erg om een feestje te verpesten als iemand een racistische grap maakt en iedereen gaat lachen. Dan reageer ik daar echt wel op.’
VULVA speelt vrijdag 10 maart op de pre-party van het festival in Resistor.
Festival op zaterdag 11 maart (Scheltema, Bethlehemkerk en Gebr. De Nobel).
peelslowlyandsee.nl
De Utrechtse blackmetalband Terzij de Horde haalt inspiratie uit de literatuur en poëzie. De band is vernoemd naar een strofe uit het gedicht ‘Einde’ van Hendrik Marsman.
Op de hoes van hun meest recente plaat In One Of These, I Am Your Enemy (compleet met literatuurlijst) staat een brandweerman die vanaf een bergtop uitkijkt over een verwoestende bosbrand. Een treffende metafoor voor de muziek van de band: allesverzengend. ‘Vitalistische black metal’, noemen ze het zelf.
Wie nog meer woedende muziek wil horen kan terecht bij de Poolse feministische punkband Siksa. ‘Smashing the patriarchy one gig at a time’, aldus zangeres Alex Freiheit en bassist Piotr Buratyński.
Weemoedige popliedjes en Indonesische beats
Veel rustiger pakken de Duitse altrockveteranen The Notwist het aan. In 2002 braken ze door met de inmiddels klassieke plaat Neon Golden, waarin de band op fraaie wijze weemoedige popliedjes mixt met ambient, glitch en andere invloeden uit de elektronische muziek.
Nusantara Beat is een groep met leden van onder andere Altin Gün, EUT en Jungle by Night, die zich laat inspireren door muziek uit Indonesië. De leden zijn Nederlandse Indonesiërs en spelen interpretaties op de zogeheten Pop Sunda uit de jaren ’60 en ’70.
De Amsterdamse band Pip Blom maakt gitaarrockliedjes vol met hooks die niet meer uit je kop te branden zijn. In 2021 verscheen hun tweede album Welcome Break dat net wat agressiever is dan hun oudere werk. De band brak er ook in Groot-Brittannië mee door. Live klinkt Pip Blom vinniger en gruiziger dan op de plaat.