Cultuur
Kunst van vervalsers en bedriegers in Lakenhalexpositie
Voor de verandering verzamelde De Lakenhal het werk van vervalsers, fantasten en bedriegers. Het zijn vaak de details die ze verraden.
Anoushka Kloosterman
donderdag 17 februari 2022
Een roggedraak. Foto Cees de Jonge

Zijn zeemeerminnen een hoax? In Museum De Lakenhal ligt er eentje, en het is geen mooie – eerder een gemummificeerde gremlin met een visstaart dan een Ariel. Het lijkje heeft uitpuilende ogen, verschrompelde huid en magere armpjes.

De pop (het is wel een pop, helaas) komt uit Japan, waar de nagemaakte meerminmummies in tempels en op rariteitenfestivals werden tentoongesteld. Meerminnen waren, net als in de rest van de wereld, mythische wezens met magische krachten, en trokken daarom publiek. De tentoongestelde wezens waren nep, net als deze. Aan de binnenkant zit ijzer en katoen, de schubben zijn van een echte vis, en de schedel is waarschijnlijk deel mens, deel hond.

Het is niet duidelijk of dit in Japan echt een hoax was, of dat men prima wist dat het fakes waren. Hoe het ook zij, in het Westen trapte men er sneller in. Verzamelaar Phinear Taylor Barnum kocht zijn ‘Fijimeermin’ van Japanse zeemannen die het mogelijk als grap aan hem aanboden, voor maar liefst 6000 dollar.

De meermin is onderdeel van de tentoonstelling Misleiden in de Lakenhal. Het is een kleine expositie met alleen maar nepperds, in de breedste zin van het woord. Een kunstoog kun je inderdaad een soort misleiding noemen. Maar er liggen ook verhalen over hoe vervalsers, fantasten en bedriegers de boel vakkundig om de tuin konden leiden.

Loeristaans sierschild, aangekocht in 1943. Foto Ceed de Jonge

Soms tot na hun dood. De Memoirs of ****, commonly known as George Psalmanazar, uit de collectie van de UB, ligt er ook. ‘To be published after his death’, staat op de eerste pagina, en daar had Psalmanazar goede reden voor. Hij hield de wereld voor dat hij in Formosa was geboren, het huidige Taiwan, en zijn verhalen over het onbekende land, waaronder over het kannibalisme en kinderoffers, maakten hem beroemd.

Dat hij eigenlijk een Fransman was die nog nooit buiten Europa was geweest, werd pas na zijn dood duidelijk. Het was lastig door zijn leugens heen te prikken omdat het over zo’n onbekend gedeelte van de wereld ging, en daarnaast was Psalmanazar een meesterlijke bedrieger. Hij weefde feiten door zijn fictie en presenteerde zijn verhalen als wetenschappelijk onderzoek. Hij ontwikkelde zelfs een neptaal en presenteerde een vertaling van Onze Vader in nep-Formosiaans. Als men hem vroeg naar zijn lichte huidskleur en blonde haar, stelde hij dat Formosianen ondergronds leefden.

Dat dit niet waar is, of een zeemeermin niet echt, zal in dit tijdperk weinig mensen meer verbazen. Andere objecten vereisen een stuk meer detectivewerk. Zo ligt er een Egyptisch reliëf van een hoofd uit de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden, dat best echt lijkt.
Maar er zijn kleine details die de vervalsing verraden. De binnenste ooghoek is niet nauw genoeg, bijvoorbeeld. De onderste rij kralen van de ketting is kleiner dan de bovenste, en het reliëf is te ondiep. De steensoort klopt ook niet. De krullen en vlechten van de pruik zijn weliswaar goed gelukt, maar het voorhoofd moet hoger. Typische details waar vervalsers de mist ingaan, staat erbij. De Duitse egyptoloog die het object verzamelde trapte er in ieder geval wel in.

De tentoonstelling zou in maart aflopen, maar de Lakenhal laat weten dat de collectie nog wat langer blijft liggen, tot 12 juni dit jaar. De verhalen zijn ook online te lezen via de site van de Lakenhal.

 Misleiden, fakes uit kunst en wetenschap, Museum De Lakenhal, tot 12 juni

Een glazen kunstoog, gemaakt door de Firma Müller in Wiesbaden. Foto Cees de Jonge