Cultuur
De open relatie van schrijver Philip Huff sneuvelde. Nu is er een roman
Liefde is de toekomst toedekken, aldus schrijver Philip Huff. Zijn vijfde roman gaat over open relaties. ‘Hoe had het kunnen zijn als ik er niet zo’n potje van had gemaakt?’
Pol Koopman
donderdag 29 februari 2024
Foto Daniël Cohen

Philip Huff (39) heeft niet zoveel op met datingapps, zegt hij in het Amsterdamse schrijverscafé De Pels, dat zelfs op deze maandagochtend nagenoeg vol zit. Het lijkt precies zo’n kroeg waar het, in de woorden van de auteur, ‘allemaal veel gemakkelijker’ gaat dan online.

‘Ik vind het lastig’, zegt hij. ‘Als het idee is: “je koppelt twee mensen aan elkaar die interesse hebben in een relatie en elkaar anders niet zouden treffen” dan is dat leuk. De perverse werkelijkheid is echter vaak anders. Je ziet alleen wat vrij oppervlakkige foto’s en een tekstje, dan volgt er een vrij kortstondige berichtenstromen waar ook niet iedereen even goed in is of zich in kan uiten. Je ziet eigenlijk niet hoe iemand écht is. Daarom dan toch de kroeg, al kan je daar ook niet altijd met alleen maar leuke mensen staan.’

Begin deze maand verscheen zijn vijfde roman waarin Huff de liefdesgeschiedenis van een open relatie beschrijft. Open begint met een citaat van de Spaanse schrijver Javier Mariás die stelt: ‘ … love always has an imaginary side to it, however tangible or real we believe it to be at any given moment …’

Liefdevol verzwijgen

Huff: ‘Ik denk dat elke liefdesrelatie zich moet verhouden tot de toekomst. Elke relatie veronderstelt een leven in het hier en nu maar ook een leven waar je met elkaar naartoe beweegt, met wonen in Parijs, werken in Californië, met een camper of een hondje of een kind. Liefde draagt dus daarom altijd een soort van verbeelding van de toekomst in zich en dus een element van … ‘

Na een korte denkpauze, vervolgt hij: ‘… ik noem het liefdevol verzwijgen. In elk relatie zit een vorm van toedekken van wat daar niet bij hoort, als je partner bijvoorbeeld met een collega staat te flirten. Het gebeurt, maar we zien en delen het liever niet.’

‘Ik ook gewoon ouderwets geprobeerd om dingen te verzinnen’

De roman verhaalt over een open relatie tussen een man en een vrouw, een ik- en een jij-figuur, die op een gegeven moment uit elkaar valt.

Huff: ‘Ook dat is mooi aan dat citaat. Ook als een relatie verdrietig afloopt, houd je altijd dat element van “wat had kunnen zijn”. Daar gaat het slot over. Hoe had het toch kunnen zijn als ik er niet zo’n potje van had gemaakt?’

‘Ik’?
‘De ik-persoon bedoel ik. Ik heb niet alles letterlijk zo meegemaakt. Natuurlijk zitten er elementen van mezelf in. Dat kan niet anders, maar het is een roman, geen autobiografie. Ik geloof dat dat onderscheid soms moeilijk is voor mensen. Ik schrijf nu eenmaal contemporaine romans met hoofdpersonen die vaak in dezelfde levensfase zitten als ik toen ik het schreef, maar verder heb ik ook gewoon ouderwets geprobeerd om dingen te verzinnen.’

Zijn er meer open relaties dan vroeger?
‘Uit onderzoek blijkt dat dertig procent van de Amerikanen niet gelooft in monogame relaties. Hoe het in Nederland zit weet ik niet. Ik heb wel het idee dat ik er in mijn omgeving nu meer over hoor dan twintig jaar geleden, maar goed, dat zouden we ook even moeten vragen aan iemand uit Groningen of Limburg.’

Is het volgens jou iets grootstedelijks?
‘Nee. Ik denk dat het een gevolg is van de worsteling van mensen met het idee van de monogame liefdesrelatie. Scheiden doen we overal en affaires hebben ook. In essentie gaat Open over twee mensen in een liefdesrelatie die heel ver van elkaar afdrijven en dat doen we allemaal, of je moet echt met je high school sweetheart eindigen.

‘Uiteindelijk heeft bijna iedereen meer mislukte dan gelukte relaties. Daarom zijn mensen, zeker in de afgelopen honderd jaar, gaan kijken naar alternatieve relatievormen. Dat lijkt me een goede zaak. Er begint eindelijk een beetje rek te komen in het idee dat een liefdesrelatie alleen bestaat uit een man en een vrouw die voor de kerk getrouwd zijn.’

Curriculum Vitae
  • Philip Huff (Naarden, 28 september 1984) studeerde geschiedenis en filosofie.
  • In 2008 debuteerde hij met een kort verhaal in literair tijdschrift De Gids.
    Een jaar later, in 2009, verscheen zijn debuutroman Dagen van Gras. De roman werd in 2011 verfilmd. Huff schreef het scenario.
  • In 2012 verscheen de roman Niemand in de stad. Ook dit boek werd verfilmd en was in 2018 de openingsfilm van het Nederlands Film Festival. De film ontving negen nominaties voor de Gouden Kalveren van 2019. In datzelfde jaar ontving Huff de Zilveren Krulstaart voor het beste Nederlandstalige script.
  • Derde roman Boek van de doden (2014)
  • Vierde roman Wat je van bloed weet (2022)
  • Vijfde roman Open (2024)
  • Naast romans heeft de schrijver gedichten, essays, korte verhalen en columns gepubliceerd en is hij actief als scenarioschrijver. Voor zijn werk heeft Huff meerdere prijzen gewonnen.

Je laat je hoofdpersoon zeggen: ‘In Romeo en Julia corrumpeert de omgeving een perfecte liefde. Ik geloofde daar niet in. Dat wil zeggen, het rot komt ook van binnen…’
‘Het probleem met de romantische liefde is de verwachting van die Ene Grote Liefde. Eén iemand die alles voor je zal zijn, qua coaching, qua seks, qua familie, qua gezondheid en ziekte, qua veiligheid, tot de dood ons scheidt. Terwijl, als ik naar mijn vriendengroep kijk, met die ga ik naar Lana del Rey en met die weer naar jazzoptredens. Het is niet zo dat iedereen elkaar de hele tijd alles te bieden heeft.

‘Het boek onderzoekt in hoeverre je met een grote liefde kan bespreken dat niet alles uit twee mensen hoeft te komen, ook niet op het seksuele vlak. Hier, eh … moet ik oppassen, want hier krijg ik altijd boze berichten over. Mensen zeggen dan: “Je projecteert je eigen ervaringen, je eigen verlángens op ons.” Maar mijn ervaring is dat heel veel mensen affaires hebben. We erkennen meer en meer dat onze partner ons niet alles hoeft te bieden, maar als het om het seksuele of romantische vlak gaat vinden we dat heel ingewikkeld en bedreigend.’

Toch loopt het verhaal, ondanks de openheid, slecht af. Heeft de relatievorm toch afgedaan?
‘In het idee geloof ik zeker nog steeds. Ik kan natuurlijk niet voor alle mensen zeggen hoe ze daar invulling aan moeten geven. In de roman kiezen de personages voor een open relatie als uitweg voor alle heimelijkheid en leugens, en dat leidt tot, jawel, nog meer heimelijkheid en leugens. De grootste scheuren ontstaan doordat de man tegen de vrouw liegt en dat dan ook nog eens best wel lang. Als hij het uiteindelijk opbiecht is het natuurlijk nóg niet goed.’

Had hij het goed kunnen doen?
‘Hij had zich gewoon moeten gedragen. Liegen helpt zeker niet, al gooi je er nog zo mooi allerlei citaten van Wittgenstein tegenaan. Eigenlijk komen we weer gewoon uit op het adagium van communiceren. Open zijn naar elkaar toe: nou, succes ermee!’


Philip Huff, Open. Prometheus. 352 pgs. €23,99. Op vrijdagavond 7 maart wordt de schrijver geïnterviewd in boekhandel Kooyker. Kaarten kosten €5 en zijn te reserveren via info@kooyker.nl

Toch dankbaar voor alle aandachttrekkerij van ijdeltuiten

‘Ik vind de hele cultus van witte mannelijke genieën die boeken van meer dan achthonderd pagina’s schrijven overschat’, mopperde Philip Huff in de Groene Amsterdammer over de Russische romanciers Tolstoj en Dostojevski.

Ook in Open lijkt dat sentiment terug te komen wanneer de hoofdpersoon de Canadese auteur Rachel Cusk aanhaalt die zegt dat alle schrijvers aandachtstrekkers zijn: ‘Waarom zouden ze anders boeken schrijven, en die voorlezen, zich op podia ten overstaan van publiek laten interviewen? Niemand heeft de schrijver als klein kind opgemerkt en nu komt die als volwassene de rekening vereffenen.’

Huff: ‘Ik denk dat het genuanceerder ligt. Je schrijft een boek omdat je wat wil zeggen over de wereld. Daar vraag je zeker aandacht voor.
‘Ik denk echter dat als je gezien wil worden je je beter kan wenden tot Tiktok of de televisie. Anderzijds zijn schrijvers ook ijdeltuiten die dan weer niet op televisie durven.

‘Wat ik zo leuk vind aan dit citaat en wat me ook aan het denken zette, is dat het ook wat over literatuur zegt. Daar kunnen allerlei waarden naast elkaar bestaan. In zekere zin zijn schrijvers dus absoluut aandachtstrekkers, voor hun eigen werk en soms ook voor zichzelf. Tegelijkertijd ben ik een boel ijdele schrijvers daar best wel dankbaar voor, want ik heb veel plezier beleefd aan al die aandachttrekkerij.’