Britse kunstenaar en regisseur Peter Greenaway (77) slaat met zijn hand op tafel om zijn stem kracht bij te zetten. ‘Er staat een man op het schilderij die een musket afschiet. Als het werk een soundtrack had, zou je een keiharde knal horen. Waarom vuurt die man dat wapen af?’ Greenaway heeft het over de Nachtwacht van Rembrandt. Een schilderij waar hij iets meer dan tien jaar geleden twee films over maakte. Vanavond geeft hij ter ere van de opening van de Leiden International Short Film Experience in het Academiegebouw een lezing over de schilder.
In zijn kantoor in Amsterdam steekt Greenaway zijn armen in de lucht als teken van eerbied: ‘Rembrandt is natuurlijk een instituut. Je moet haast buigen voor de grote meester.’
Zijn fascinatie met Rembrandt begon pas echt in 2006, het vierhonderdste geboortejaar van de schilder. ‘Mij werd gevraagd om iets over hem te maken. Het werd een onderzoek naar het meest burgerlijke schilderij van allemaal: de Nachtwacht.’ Het leidde in 2007 tot de speelfilm Nightwatching. Martin Freeman, bekend als Bilbo Baggins in The Hobbit, speelt Rembrandt. De amoureuze avonturen van de schilder worden uitgebreid in beeld gebracht; wie benieuwd is naar Freemans klokkenspel komt dan ook aan zijn trekken.
‘Maar de film gaat vooral over een moord’, zegt Greenaway. ‘Ik begon steeds meer mysterieuze dingen te zien. Frans Banninck Cocq, de man centraal in het schilderij, gekleed in het zwart met een rode sjerp, had een rivaal genaamd Piers Hasselberg. Die kwam onder verdachte omstandigheden om het leven toen Rembrandt het doek nog aan het schilderen was. Het schilderij is volgens mij bedoeld als aanklacht tegen de mogelijke daders van een moord. Rembrandt brengt een samenzwering in beeld, vandaar ook het musketschot.’
Greenaway liet het niet bij een speelfilm. Hij maakte in 2008 ook nog de documentaire Rembrandt’s J’Accuse, waarin hij als een soort Sherlock Holmes de raadsels op het schilderij inspecteert.
‘Rembrandt beschuldigt de personen op het werk en zet ze ook te kakken. Er zijn iets van honderd van dit soort mysteries op het schilderij. Zo valt de schaduw van de hand van kapitein Banninck Cocq precies op de buik van de man naast hem: luitenant Willem van Ruytenburgh. De punt van lans die Van Ruytenburgh vasthoudt is afgebeeld op de plek waar zijn pik zit. In eerdere versies was het wapen nog groter: precies een stijve penis. Rembrandt deed dat echt niet zomaar, hij verwees naar de homoseksuele relatie tussen die twee.’
Maar ho even, meent Greenaway dit nu echt allemaal? De regisseur grijnst. ‘Ik kom uit dezelfde plek die Monthy Python heeft voortgebracht. Die waren steeds in de weer met waarheid en anarchie. Wat ik laat zien, kan werkelijk zijn gebeurd. Maar ik heb een public school-achtergrond en ben opgeleid om op maandag te bewijzen dat God bestaat, en op dinsdag met volle overtuiging het tegenovergestelde te beweren.’
Geschiedenis bestaat niet, vindt hij. ‘Er zijn slechts historici die ons gekleurde informatie geven. Daar kun je niet op vertrouwen.’ Bovendien verandert de interpretatie van geschiedenis ook voortdurend. ‘Figuren als Jan Pieterszoon Coen waren eens grote helden, nu worden ze gezien als wrede bruten vanwege hun rol in de koloniën. Maar ook de stukken van officiële instanties kun je niet vertrouwen. Ik heb onderzoek gedaan naar mijn eigen familie. Mijn grootvader heeft zelfmoord gepleegd. In de officiële overlijdensakte staat echter dat hij is overleden aan een longontsteking.’
Hij vervolgt: ‘Geschiedenis is entertainment. Trouwens, dat geldt ook wel voor de journalistiek. Als jij alleen maar erg saaie crap schrijft, vlieg je eruit. Het scheelt dat ik een kunstenaar ben: Ik mag liegen. Jij niet.’
Greenaway taxeert de interviewer. ‘Ik weet maar twee dingen echt zeker over jou. Twee mensen hebben geneukt om het mogelijk te maken dat jij hier nu zit. En je zult, spijtig genoeg, sterven. Ik ben nu 77 jaar. Ik sta vlak voor mijn laatste grote avontuur: de dood. Dat begint een steeds grotere rol te spelen in mijn werk. We zijn namelijk onzekere wezens die shit scared zijn voor het einde. Met als gevolg religie. Uiteraard zijn de opstanding van Jezus en al die andere verhalen onzin. Maar er zijn in de loop der tijden zoveel domme mensen gehersenspoeld om in die baloney te geloven, dat we nu met het christendom zitten. Ik ben er trouwens wel van overtuigd dat Jezus was getrouwd met Maria Magdalena. Daar ga ik ook een film over maken.’
Dat wordt één van de vele. ‘Ik ben ook bezig met een film over de Roemeense beeldhouwer Brâncuși. Dat is nu vastgelopen omdat bepaalde figuren er met het geld vandoor zijn gegaan.’ Andere nieuwe film : Lucca Mortis. ‘Over een oude journalist uit New York die nog iets belangrijks met zijn leven wil doen. Morgan Freeman en Helen Mirren spelen de hoofdrollen. Ik ben dus bezig met lots of stuff. Oud worden sucks, maar ik kan nog films maken.’
Peter Greenaway, Rembrandt and Film, Klein Auditorium, Academiegebouw, 9 mei, 19 u Toegang gratis, aanmelden via www.lisfe.nl
Onder de Leidse studenten bevindt zich familie van Rembrandt van Rijn: psychologiestudent Benson van der Bij (22).
Hij werd in 1997 geboren in Lelystad en groeide op in het Drentse Hooghalen. ‘Uit onderzoek was toen al duidelijk dat mijn oma een nazaat van Rembrandt is’, vertelt Van der Bij. ‘Mijn familie is er heel nuchter onder’, zegt hij, terwijl hij een document tevoorschijn haalt met daarin de stamboom. ‘Dit document was trouwens kwijt. Mijn ouders hebben er lang naar gezocht, het bleek in een kast te liggen. Toen het weer boven water was heeft mijn moeder alles overgetypt en kopietjes gemaakt.’
In het stamboomonderzoek van het Leids gemeentearchief staat dat Rembrandt van Rijn een broer had, Adriaen van Rijn. Die kreeg twee kinderen, waar generaties later Van der Bij uit werd geboren. ‘Mijn oma komt uit een familie die De Goeij heet en heel nauw gerelateerd is aan de familie Van Rijn.’
En dus kon hij op school tegen zijn klasgenootjes het bijzondere nieuws vertellen. ‘Alleen geloofden ze me eerst niet. Dat deden ze pas nadat ik op een A3 de stamboom had geprint en er een speekbeurt over hield.’
Hoewel hij het ‘bijzonder’ vindt om verre familie van de schilder te zijn, is hij zeker geen groot kenner. ‘De Nachtwacht vind ik heel erg mooi, het is zijn meest krachtige en statige schilderij, met dat goudachtige licht. De zelfportretten spreken me veel minder aan. Volgens mij had hij geen hoge zelfdunk, ik vind het een beetje kille schilderijen.’
Veel kunstenaarstypes zijn er niet in zijn familie, al weet hij wel dat de opa van zijn vader, Johannes Wilhelmus de Goeij, landschapsschetsen maakte. ‘Ik zelf speel viool, maar houd me niet bezig met schilderen. Op de basisschool al vertelde mijn juf dat ik dat schilderen niet zo goed deed.’
Van der Bij wordt wel vaker benaderd voor interviews. Waarom hij, en niet andere familieleden? ‘Omdat ik in Leiden woon, net als Rembrandt destijds. Dat is dus het meest toepasselijk.’
Door Sebastiaan van Loosbroek