
‘Op mijn leeftijd kun je geen hele dagen meer gamen, maar ik kan mezelf wel verslaafd noemen. Ik keek eerst met mijn zoon mee, begon toen zelf, en al snel was ik hooked’, vertelt Isabel Hoving (1955), universitair hoofddocent literatuurwetenschap. ‘Ik ben geïnteresseerd in nieuwe manieren om verhalen te vertellen.’
Hoving startte al de minor Game Studies, maar liet zich zo ook inspireren voor de filosofische fantasyromans die ze schrijft – zelf spreekt ze liever van magisch realisme. Afgelopen weekend tipte NRC Handelsblad haar vierde boek, De een na laatste dood van het meisje Capone, dat dit najaar verscheen bij Querido.
Ewa Capone reist in het jaar 2099 samen met de jongen Ortiz door Europa, op geheime missies van het bedrijf Wreck BV. Europa is een modderige apocalyptische bende, op een paar decadente Alpenstaatjes na, waar het meisje Foxy zich bij het gezelschap aansluit. Verder treffen ze onderweg Vikingzombies, wolfmensen en maffiosi.
‘Opdonderen, er is hier niks meer te zien! Doorlopen! (…) WEG!’ eindigt een hoofdstuk waarin Ewa op het punt staat een traumatische ervaring te ondergaan. Hoving: ‘Het principe van opnieuw loaden, naar een andere fase, om weer verder te gaan, zit bijvoorbeeld ook in Prince of Persia: “No, no no, that’s not what happened.”’
De verhoudingen in de maatschappij van 2099 zijn dan weer weerspiegelingen of voortvloeisels van oude, hedendaagse systemen en instituten. ‘De vluchtelingenstroom in het boek gaat van noord naar zuid, naar die rottige Alpenstaatjes. Dat is onbedoeld een ironische omdraaiing van de actualiteit. De mensheid blijft nu eenmaal hardleers.’
Ook interessant, want haast afwezig, is de rol van religie in 2099. In het verhaal zitten wel allerlei Bijbelse verwijzingen, maar die zijn aan de meeste personages niet besteed. De plot van The Lord of the Rings wordt achteloos toegeschreven aan ‘de Bijbel of zo’. Hoving: ‘Ewa gelooft in engelen, maar de kennis van religie en verhalen is helemaal weggezakt. Shakespeare en de Bijbel zeggen nog vaag iets, maar bijna niemand weet nog wie John Lennon was, terwijl Ortiz zijn gitaar heeft.’
Als schrijver wil Hoving haar lezers vooral meesleuren. ‘Pas in een tweede stadium kijk ik terug als literatuurwetenschapper: wat heb ik eigenlijk gedaan? En dan herken ik ineens die elementen uit games, of uit de media.’
Behalve universitair docent is Hoving ook diversity officer van de Universiteit Leiden. ‘Ik heb de opdracht om de diversiteit en de inclusiviteit zo groot mogelijk te maken. We moeten stoppen met onszelf klonen en met telkens weer voor hetzelfde gaan.’ Dat beleid is alleen niet doorgedrongen tot de toekomst die ze in haar boek schetst. Mensen die bij verschillende groepen horen, wantrouwen elkaar. Bovendien zijn de techneuten mannen, en zijn de meisjes kwetsbaar. Van feminisme resteert nog slechts dit:
‘Ben je geen feminist dan?’ vraagt Foxy aan Ewa, die het niet helemaal begrijpt. ‘Dat je je seks gebruikt! Vrouwen hebben supermacht. Vanwege hun seks. Da’s feminisme’, verklaart Foxy.
‘Foxy is heel stereotiep’, beaamt Hoving. ‘Maar dat hyperfeminiene tutje, een escort immers, kán de consequentie zijn als we hedendaagse ideeën over mannen en vrouwen doortrekken. Ortiz is inderdaad een techneut, die eigenlijk niets met mensen te maken wil hebben. Maar Ewa is niet heel stereotiep: een beetje een androgyn meisje. Heldinnen zijn vaak heel stoer en je kunt bij hun acties wegdromen. Ewa wordt echter aangerand. Niet om te choqueren, maar ik denk dat dat realistischer is. Ze is niet sterker dan alle mannen, maar ze kent door haar rotverleden juist wel de gevaren.’
Isabel Hoving, De een na laatste dood van het meisje Capone. Querido, 518 pgs. € 17,50