Speciaal voor iedere student die na 2015 arriveerde in Leiden, en voor wie dit als een compleet nieuw museum klinkt: opgelet. Museum De Lakenhal was dan misschien wel net zo lang gesloten als de duur van een (ietwat gehaaste) bacheloropleiding, maar is al zeker 145 jaar lang een begrip in Leiden.
En nu, na jaren van dichte deuren en afgeschermde bouwplaatsen, kunnen we een compleet vernieuwd museum betreden. De diverse collectie richt zich op beeldende kunst, kunstnijverheid en geschiedenis. Wat de rode draad hierin vormt, zijn de Leidse bronnen op basis waarvan alle objecten zijn gemaakt of waarmee ze samenhangen.
Dit klinkt als een brede collectie – en dat is het ook – maar het museum is een nieuwe weg ingeslagen. Vanaf nu kun je als bezoeker aan de hand van zeven kernverhalen de collectie bekijken, zoals ‘Leiden Universiteitsstad’, ‘Zeven eeuwen Leids laken’ of ‘Leiden als bakermat van de Gouden Eeuw’.
Maar het meest opvallend is het achtste verhaal: dat van het museumgebouw zelf, dat wordt gepresenteerd als ‘het grootste collectiestuk’. Het museum is een rijksmonument, waarvan het oudste deel stamt uit 1640. Over de eeuwen heen zijn er vleugels bijgebouwd en in zijn totaliteit vormt het gebouw een bijzonder geheel van architectuur en historie. Grofweg vier eeuwen bouwgeschiedenis liggen er aan de Oude Singel.
Het grootste collectiestuk is dus het gebouw. Dit is niet per se nieuw – denk bijvoorbeeld aan het Anne Frankhuis of Paleis op de Dam – maar wel bijzonder.
Dit achtste kernverhaal is feitelijk een soort museum-inception: het museum huist een collectie en datgene waarin de collectie huist, is tevens deel van de collectie.
Tijdens het renovatieproces zijn ook nieuwe ontdekkingen gedaan. Zo bleken er op de zogenaamde Achterplaats twee complete ramen verstopt te zitten, voorheen helemaal ingemetseld. En er kwamen ook stenen elementen en versieringen tevoorschijn. De grote glazen koepel boven het trappenhuis is weer hersteld met het kleurrijke mozaïek dat het oorspronkelijk had. De desbetreffende glazen stukken bleken nog in het depot te liggen, sinds ze decennia terug waren verwijderd. Zo zijn er nog veel meer keuzes gemaakt tijdens de restauratie en uitbreiding met betrekking tot het ‘in oude luister herstellen’ van het museum. De voorgevel is wellicht de meest opvallende: voorheen ging die schuil onder plakkaten verf, inmiddels is deze opnieuw gezicht gegeven met een veel bescheidener verflaag.
Die keuzes zeggen iets over de tijdsgeest. Want ook een museum, en hoe dat hoort te zijn, is onderhevig aan mode en trends. Wat een eeuw geleden als ideaalbeeld gold, is tegenwoordig totaal anders. Zelfreflectie is daarbij belangrijk. De Lakenhal is een museum dat ons leert over musea: iedere eeuw een nieuwe visie op architectuur, onderhoud en restauratie zonder het verleden uit het oog te verliezen.
Daarmee is het erkennen van het gebouw als collectiestuk misschien wel een van de belangrijkste ontwikkelingen: het erkent de fluïditeit van een museum waar niet alles angstvallig bij het oude hoeft te blijven.
Kortom, er wordt veel meer teruggegeven dan in het vierdaagse openingsfestival te zien valt. Een Leids icoon is weer in ere hersteld en uitgebreid met nog meer tentoonstellings-oppervlak. Een ultieme mix van Leidse historie en de hedendaagse stad. Word je hier warm noch koud van? Ga dan in ieder geval de topstukken bekijken van Lucas Van Leyden, Rembrandt, Theo Van Doesburg, Jan Wolkers of Erwin Olaf, om er een aantal te noemen. Zo veel Leidse iconen onder één (nieuw) dak.
Vandaag, donderdag 20 juni heropent Museum De Lakenhal met een gratis vierdaags festival. Van een foodtruck tot livemuziek, van workshops en lezingen tot het ontmoeten van kunstenaars. do-zo. ,10-17 zie lakenhal.nl/open