‘Op congressen waarvoor ik word uitgenodigd, gaat het vaak over “die mensen in achterstandswijken”, alsof het een exotische diersoort betreft’, zegt de Belgische bestuurskundige en politicoloog Tim ’S Jongers (1981). ‘Terwijl ze dan over mijn mensen spreken.’
’S Jongers is directeur van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau voor de sociaaldemocratie, en is uiterst kritisch op het armoedebeleid. Onlangs verscheen Beledigende Broccoli 2.0, een bundel van essays en columns die hij onder meer schreef voor De Correspondent en de Volkskrant. Op 26 oktober is hij een van de sprekers op de conferentie ‘Leiderschap onder de Loep’, aan de Universiteit Leiden, waar hij volgens het programma een ‘inspirational speech’ zal geven.
‘Oei’, reageert ’S Jongers. ‘Ik heb nog geen idee wat ik daar precies ga zeggen. Vaak wordt mij op zulke bijeenkomsten gevraagd wat armoede precies is.’
En dat is nou precies het grote probleem, stelt hij. ‘Ik vind het heel interessant dat het altijd over mensen in armoede gaat. Dat begrijp ik niet. Het is een heel rare gedachtenkronkel. We moeten over de personen en organisaties die daar aanwezig zijn spreken. Mensen die arm zijn gaan namelijk niet over woningbouw, uitkeringen en de toegang tot de gezondheidszorg. We moeten dat narratief eigenlijk omdraaien en kijken wat de kenmerken zijn van de personen die wel de macht hebben om aan deze knoppen te draaien.’
De plank misslaan
Of, zo zal hij later zeggen: ‘We kunnen al het geld voor dit soort bijeenkomsten ook gewoon inzetten om daadwerkelijk armoede te bestrijden.’
’S Jongers, die politicologie in Antwerpen studeerde en vervolgens een master bestuurskunde in Den Haag afrondde, ondervond de problematiek aan den lijve, maar wil daar niet al te veel over kwijt. ‘Als het over persoonlijke dingen gaat, dan wordt het al snel een armoede-peepshow. De discussie verengt zich dan tot een zielig verhaal: aaah, kijk eens hoe erg het met die armen is, wat zijn ze toch deplorabel. We moeten juist tonen dat er kracht in die mensen zit en dat we nadenken over hoe het anders moet. Als je dat wil, dan moet je het niet te veel over jezelf hebben.’
In Antwerpen en in Den Haag werkte ’S Jongers met daklozen. ‘Ik trof daar jongeren van negentien aan wier leven al compleet om zeep was, terwijl dat eigenlijk nog zou moeten beginnen. Ik heb gezien dat hulpverleners op dat basale niveau vaak de plank misslaan en zich altijd weer beroepen op het systeem: zo werkt het nu eenmaal.’
Armoede gaat volgens hem om veel meer dan geen geld hebben. Als je lange tijd niet rondkomt, ontstaan er allerlei neveneffecten. ‘De grondrechten van mensen zijn in het geding. De kans om sociaal te participeren neemt af. Je bent aangewezen op minder gezonde voeding en je woning is slechter. Naast de fysieke, tast het ook de mentale gezondheid aan. Je geraakt er ook zo diep in dat het moeilijk wordt om eruit te worden getrokken.’
De grootste kloof tussen arm en rijk is er een van begrip. ‘We begrijpen elkaar echt niet meer, de personen die de beslissingen nemen weten totaal niet hoe arme mensen leven. Als je dan ziet hoe beleid tot stand komt, dan wringt dat. We zijn maatschappelijke ontwrichting aan het organiseren, terwijl we denken dat we het goede doen.’
Er zijn talloze regelingen bedacht om mensen te helpen en een enorme verscheidenheid aan organisaties die hulp bieden. ‘Armoede is in stukjes opgeknipt. Voor elk probleem is er een coach. Uiteraard kost dat allemaal heel veel geld. Stel een moeder komt elke maand 150 euro tekort. Dat gat zorgt voor enorm veel stress waardoor een moeilijke opvoedingssituatie voor haar kinderen ontstaat. Het kan dan zomaar gebeuren dat een tafel vol met “deskundigen” uren gaat discussiëren over deze persoon. Met het geld dat die vergadering kost, kun je die moeder voor een jaar 180 euro per maand extra uitkeren, en dan is het probleem waarschijnlijk opgelost.’
Er zijn ook allemaal regels en eisen om aan te voldoen. ‘Heb je recht hebt op de voedselbank, recht op de ondersteuning van je kinderen of recht op een stadspas? Je wordt heel vaak gedwongen om na te denken over of je wel arm genoeg bent voor hulp. Dat brengt heel veel schaamte teweeg.’
Dronken chauffeur
Volgens hem wordt het beleid bedacht door mensen die allemaal dezelfde culturele achtergrond hebben. ‘Ik hoor constant een moraliserende toon: als we mensen uit armoede proberen te trekken moet dat volgens onze monocultuur van normen en waarden; deze mensen moeten gezonder gaan eten en hun geld uitgeven aan zaken die wij belangrijk vinden.’
‘Als elk moment van de dag een strijd is tegen jezelf en de elementen, staan broccoli en pastinaak nu eenmaal niet bovenaan je prioriteitenlijstje’, schrijft hij daarover. ‘Ieder mens heeft zo zijn grenzen en eenmaal daar tegenop gebotst, komt de langetermijnplanning – die gezondheid per definitie is – op een laag pitje te staan. Morgen is dan geen nieuwe dag met nieuwe kansen, maar een dag met dezelfde ellende als vandaag.’
’S Jongers vindt dat bestaanszekerheid meer is dan inkomen alleen. We moeten ons ook richten op het redden van grondrechten als goed onderwijs, adequate huisvesting en gezondheidszorg van hoge kwaliteit voor iedereen.
Het gaat overigens niet alleen om mensen die arm zijn. ‘De armoedecijfers zijn namelijk op een all time low. De dreiging van armoede is enorm toegenomen voor een heel grote groep: net boven de écht armen zitten veel mensen die nog een of twee financiële klappen kunnen opvangen voordat ze ook door hun hoeven zakken.’
Bepaalde financieringsstructuren moeten kritisch worden bevraagd. ‘De stichtingenwereld is een door de overheid aangestuurde armoede-industrie. Het zijn haast levende organismen, het enige wat ze willen is niet sterven. Je zou bonussen moeten geven aan hulporganisaties die hun overhead weten in te krimpen. Dan is dat heel snel geregeld. Ik hoor ook steeds de roep op om meer maatwerk. Daar ben ik cynisch over. Onder leiding van heel veel bestuurders, stichtingen en zorgorganisaties is het bestaande maatwerk juist verdampt. Het is alsof ik de straat oversteek, een dronken chauffeur mij overhoop rijdt en ik vervolgens aan die persoon ga vragen mij naar het ziekenhuis te brengen.’
Tim ’S Jongers
Beledigende Broccoli 2.0. Over de kloof tussen hoopvollen en hooplozen
Uitgeverij Van Gennep
204 pag. €17,99
Leiderschap onder de Loep
Den Haag, Schouwburgstraat 2, donderdag 26 oktober, 12:00 uur
