Cultuur
Hoe sekteleider Jim Jones zijn volgelingen naar een collectieve dood leidde
Hoe kon de kerkelijke gemeenschap Peoples Temple transformeren tot een sekte die zichzelf zou uitroeien door middel van collectieve zelfmoord? Toneelschrijver Nic Bruckman sprak met overlevenden van het drama en maakte er een voorstelling over.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 20 april 2023
Foto Bas de Brouwer

Het is 1955 als de 24-jarige dominee Jim Jones de christelijke en communistische kerk Peoples Temple sticht in Indianapolis, Indiana. Al vrij snel ontwikkelt hij een ‘progressieve manier van prediken’, vertelt toneelschrijver Nic Bruckman. ‘Hij zette de kerk in voor sociale rechtvaardigheid en wilde mensen steunen die werden gezien als beyond help, zoals daklozen en zwervers. Leden werden aangemoedigd gratis maaltijden te bereiden. Daarnaast had hij ook een etnisch doel: hij wilde zwarte en witte mensen, die hun geloof meestal gescheiden beleden, mengen.’

Al snel blijkt dat het conservatieve Indiana niet de meest geschikte plek is om de kerk tot wasdom te laten komen. ‘Toen is vrijwel de hele beweging, zo’n honderdvijftig mensen, in touringcars naar Californië gereisd.’

Dat die verhuizing de opmaat zou worden tot een van de grootste collectieve zelfmoorden uit de geschiedenis, kon toen nog niemand bevroeden. Bruckman maakte in samenwerking met Haags theatercollectief Firma MES een theatervoorstelling over het drama, De Tempel, die volgende week zaterdag is te zien in Theater Ins Blau in Leiden.

Volledig afhankelijk

De schrijver verrichtte uitgebreid bronnenonderzoek aan de universiteit van San Diego, bestudeerde in het stadsarchief van San Francisco talloze uren aan door de beweging opgenomen audio- en videomateriaal en sprak zes overlevenden van Peoples Temple.

Na de verhuizing naar Californië groeide de kerk uit tot een organisatie met duizenden leden, vertelt hij. Leden woonden in gedeelde huizen, kookten gezamenlijk en zorgden collectief voor de kinderen en ouderen. In die periode slopen er sektarische elementen in de gemeenschap. ‘In ruil voor zorg moesten de ouderen hun woning overschrijven, zodat die eigendom werden van Peoples Temple. Zo werden ze volledig afhankelijk van de beweging.’

‘Eerst werden de dieren vergiftigd, daarna de kinderen’

Ook andere leden moesten steeds meer tijd en geld investeren. ‘Sommigen gaven hun loon weg in ruil voor maaltijden en een slaapplek. Discipline werd steeds belangrijker. Als je werd betrapt op een affaire, moest je naakt voor de groep staan en riep de rest dat je hen teleurgesteld had.’

Dat de beweging op een sekte begon te lijken, bleef niet lang geheim. Nadat familieleden van de sekteleden aan de pers vertelden dat hun naasten tegen hun zin bij de groep werden gehouden, voerden de CIA en de politie de druk verder op. ‘Linkse organisaties werden nog weleens vervolgd’, vertelt Bruckman. ‘Die angst zette Jim Jones ertoe zijn groep te verhuizen naar Guyana, waar ze een paradijs gingen stichten waar hun eigen regels golden.’

Niet alle leden zagen dat plan zitten, weet Bruckman. ‘Sommigen keerden zich af van de beweging en zijn niet meegegaan. Een aantal van hen is een tijdje daarna dood teruggevonden.’

Machinegeweren

Maar enkele honderden leden waren wél overtuigd door Jones’ verhaal en vertrokken midden jaren zeventig naar de Guyanese jungle, waar ze de landbouwcommune Jonestown stichtten. Tussen de huisjes en simpele douches hielden ze kippen en varkens (voor de consumptie) en een aap en honden (als huisdieren). Met machinegeweren wisten ze zich te beschermen tegen aanvallen van inheemse groepen in de jungle.

‘Ze wilden zelfvoorzienend zijn en zich buiten de consumptiemaatschappij stellen, vrij van regels. Op dat moment was het meer een sekte dan ooit.’ En ook in Guyana groeide de groep: op het hoogtepunt leefden er ongeveer vijftienhonderd leden, van alle leeftijden.

In 1978, toen Peoples Temple een paar jaar in de jungle leefde, werd Jones mentaal steeds zwakker. ‘Hij was verslaafd aan morfine en werd steeds zwaarmoediger’, vertelt Bruckman. ‘Het werd steeds zwaarder voor hem om de beweging te leiden. Er kwam ook opstand van binnenuit, mensen wilden weg. Sommigen besloten te ontsnappen, onder wie zijn eigen zoon.’

Foto Bas de Brouwer

Daarnaast begon de anti-sektebeweging Concerned Relatives zich te bemoeien met de Peoples Temple. Het leidde ertoe dat de Democratische afgevaardigde Leo Ryan, samen met een paar journalisten, op 17 november 1978 een bezoek aan Jonestown bracht. Jones moest met lede ogen aanzien hoe veel leden met de bezoekers terug naar Amerika wilden. ‘Dat kon hij niet verdragen. Toen heeft hij opdracht gegeven om Leo Ryan neer te schieten.’ Nadat een aanslag in het kamp mislukte, slaagden sekteleden er op 18 november 1978 alsnog in om de politicus en enkele journalisten op het vliegveld van Guyana te vermoorden.

Limonade met cyanide

Diezelfde avond beval Jones alle leden om een glas limonade met cyanide te drinken. ‘De meeste mensen denken dat de aanmaaklimonade van het merk Kool Aid was, maar het is eigenlijk gebeurd met Flavor Aid, de nepversie daarvan’, vertelt Bruckman. ‘Eerst werden de dieren vergiftigd, daarna de kinderen. Dat was een strategische keus: als je de kinderen eenmaal hebt gedood, is het makkelijker de volwassenen ervan te overtuigen het zelf ook te drinken. Er was geen weg meer terug.’

Ruim negenhonderd sekteleden plegen die dag zelfmoord. ‘Met name familieleden van de overledenen trekken in twijfel of het vrijwillig is gebeurd’, zegt Bruckman. ‘Maar ik denk dat het merendeel het vrijwillig heeft gedaan, al is de vraag welke definitie je van dat woord hanteert. Er is niet meer dan een paar dozijn mensen gevonden met kogelwonden. Die zijn waarschijnlijk vermoord omdat ze het gif niet wilden opdrinken.’

Het verhaal vertalen naar het theater was ‘ingewikkeld’, erkent Bruckman. ‘Er zijn al best veel sekteverhalen. En hoe doe je recht aan de sekteleden en de nabestaanden?’

Hij wilde de vraag stellen welke noodzaak Peoples Temple voor leden vervulde en waarom ze tot het eind bleven. ‘Zodra je meer van een groep verwacht dan mogelijk is, wordt het een sekte. Welk doel je je ook stelt en hoe sterk je er ook in gelooft, je moet niet verliefd worden op je eigen gelijk. De voorstelling is een pleidooi voor het beter luisteren naar de ander.’

Nic Bruckman Projecten & Firma MES
De Tempel
Theater Ins Blau, zaterdag 29 april, 20.30 uur. €21 (€15 voor studenten)