De aanpak van inzage, nabesprekingen en herbeoordelingsverzoeken van tentamens bij rechtsgeleerdheid en criminologie kunnen per vak verschillen. Dat zorgt voor onduidelijkheid bij medewerkers en studenten. Met name de studenten willen graag dat er meer afstemming en duidelijkheid komt over het inzageproces.
‘Het moet voor studenten en medewerkers aan het begin van een vak helder zijn wat ze kunnen verwachten’, zei vice-decaan Jan Crijns onlangs tijdens de faculteitsraadsvergadering. ‘Dat is niet in alle gevallen zo en dat moeten we straktrekken.’
Het faculteitsbestuur wil het inzagebeleid harmoniseren door vakcoördinatoren drie mogelijkheden te geven: een ‘digitaal’, ‘overwegend fysiek’ of een ‘hybride inzageproces’. Aan alle vormen worden minimumeisen gesteld, de concrete invulling kan door de docent naar eigen inzicht worden vormgegeven. ‘De doelstelling is dat alle vakken een van de varianten kiezen’, aldus Crijns. ‘Ik hoop dat dat lukt. Ook bij criminologie, hoewel de vraag naar harmonisatie vooral van rechten kwam.’
De studenten in de raad zijn blij met de harmonisatie. ‘We hopen vooral dat het voor studenten duidelijk wordt welke rechten ze hebben bij inzage en herbeoordelingen’, zei Floris-Jan Boutens van studentenpartij LSP. ‘Dat moet ook zo duidelijk mogelijk bekendgemaakt worden. Wat mag er wel en wat mag er niet?’
Zoals Crijns al vermoedde, is criminologie minder blij met de plannen. ‘Binnen onze afdeling zijn er minder problemen met inzage’, reageerde personeelsraadslid en universitair hoofddocent criminologie Esther van Ginneken. ‘Dat heeft te maken met de kleinere schaal van onderwijs. We kunnen vragen vaak individueel beantwoorden als ze bij ons langskomen. Dat neemt heel veel zorgen bij studenten weg. Bij ons leeft juist de zorg dat een strikte handhaving van dit nieuwe beleid tot extra werkdruk gaat leiden.’
Verder is een van de eisen in de plannen dat de studenten 24 uur inzage moeten krijgen in vragen en antwoorden van tentamens. ‘Bij criminologie is er nu een fysieke inzage. Studenten mogen bij die bijeenkomst geen foto’s maken van de vragen en het antwoordmodel. Door de jaren heen worden sommige vragen hergebruikt. We variëren wel wat maar we hebben niet een verzameling zoals rechten die heeft. Er is een zorg dat door deze nieuwe vorm van inzage onze vragen gaan circuleren en we er meer moeten gaan maken.’
‘We gaan nadenken over de werkdruk bij een volgende versie’, reageerde beleidsmedewerker onderwijs Melanie Overmars, een van de opstellers van de notitie. ‘Dat geldt ook voor het circuleren van tentamens. Daar heb ik nu nog geen concreet antwoord op.’
Crijns zag dat laatste ook als het grootste probleem. ‘We moeten een oplossing verzinnen voor de digitale beschikbaarheid van tentamenvragen. Die moeten niet op straat komen te liggen. Dat is sowieso een breder vraagstuk waar we al een tijd mee worstelen.
‘Ik kijk ook even naar rechts (waar de studentenpartijen in de raad zitten, red.). Het zou heel mooi zijn als werkgroep- en tentamenmateriaal intern blijft en niet overal rondzwerft. Ik begrijp dat jullie zessen niet bij machte zijn om daar wat aan te doen. Maar dat is wel de achtergrond van de zorg van de personeelsgeleding.’
‘We komen met oplossing, dat gaat lukken’, stelde Overmars gerust. ‘Ik denk het ook’, aldus Crijns. ‘Ik ben optimistisch.’ Het is alleen de vraag of dat al voor het volgende semester gaat lukken. ‘Dat wordt een uitdaging. Formeel voeren we het waarschijnlijk pas volgend collegejaar in, maar we willen er al eerder mee oefenen.’