Wat doe je precies op de LUMC-afdeling gynaecologie?
‘Ik werk bij in-vitrofertilisatie (ivf). Wij helpen patiënten die niet op een natuurlijke manier kinderen kunnen krijgen. Op het laboratorium worden zaad- en eicellen bewerkt tot ze een embryo vormen dat door een arts kan worden teruggeplaatst. Daarnaast helpen wij mensen die hun vruchtbaarheid dreigen te verliezen door bijvoorbeeld chemotherapie of radiotherapie: bij mannen vriezen we hun sperma in en bij vrouwen hun eicellen. Als zij later zijn genezen en wel een kinderwens hebben, kunnen ze op deze manier alsnog proberen kinderen te krijgen. Voor alle duidelijkheid: dit is geen spermabank, wij hebben geen anonieme donoren. Mensen komen hier voor zichzelf.’
Wat is jouw werk?
‘Ik ben het inleverpunt voor mensen met materiaal, zoals eicellen en sperma. Mannen hebben meestal thuis geproduceerd. Bij sommigen gaat dat niet, bijvoorbeeld als ze te ver weg wonen, omdat de kwaliteit van het zaad na verloop van tijd minder goed wordt. Die kunnen dan - dat heet echt zo - in het masturbatorium produceren. Ik regel de administratie, neem de potjes in ontvangst en breng die naar het lab.
‘Mannen moeten het er bijvoorbeeld mee eens zijn dat hun zaad wordt ingevroren. Of ze kunnen tekenen voor postume voortplanting. Mocht de patiënt overlijden, dan mag de partner het ingevroren embryo of zaad nog gebruiken.’
Hoe ben je hier terechtgekomen?
‘Een vriendin werkte al achter de balie en wist dat ik op zoek was naar een baantje als medisch assistent. Zij heeft mijn naam doorgegeven en zo ben ik binnengerold. Het inwerktraject was heel lang. Het is natuurlijk belangrijk dat je het goed doet. Stel dat je een foutje maakt, dan krijgt een vrouw misschien een kind dat niet van haar is. Het is van belang dat alle gegevens strikt staan genoteerd, zodat er geen verwarring kan plaatsvinden.’
Wat vind je van je werk?
‘Op de meeste afdelingen probeer je zieke mensen te helpen met hun herstel. Hier proberen we juist iets mee te geven aan iemands leven. Dat vind ik mooi.
‘Je moet met verschillende soorten mensen kunnen omgaan: de ene begint aan een mooi proces en de ander heeft het heel zwaar. Eerst dacht ik dat hier alleen mensen kwamen voor een ivf-behandeling. Maar er zijn ook patiënten die net weten dat ze kanker hebben. De kans is groot dat ze na een chemo onvruchtbaar worden. Daarom horen ze meteen bij ons hoe invriezen werkt, terwijl zij nog wel met die zware diagnose in hun hoofd zitten.
‘Zij zitten er soms echt doorheen en moeten hier dan ook nog produceren. Dat lukt niet altijd. Toch adviseert de arts om het te proberen, want ze zullen er later heel dankbaar voor zijn.
‘Daarnaast zijn er patiënten die voor een herhaling komen en hopen dat het nu echt gaat lukken. Soms is het de laatste keer dat ze een bepaald type behandeling mogen krijgen: ivf wordt maar drie keer vergoed door de zorgverzekering. Dat kan ook spannend zijn.’
Hoe ga jij daarmee om?
‘Ik zie mensen vaak maar kort en ga niet in gesprek over wat ze hebben en of het lukt. Wij proberen ze te helpen, maar ik doe geen valse beloftes dat het goedkomt. Dat mag ook niet. Het gaat er voornamelijk om dat je goed kan switchen tussen verschillende patiënten en begrip kan tonen voor hun situatie.’
Hoe reageren medestudenten op je baan?
‘Mijn huisgenoten kunnen er heel erg hard om lachen. Zij zeiden dat het typisch voor mij was om een bijzondere bijbaan te hebben. Ik begeleid ook begrafenissen. Als ik vertel dat ik zaad van mannen aanneem en dat er een kamertje is dat het masturbatorium heet, dan heb je de hele groep aan het lachen. Ik lach zeker mee. Maar na het momentje van “wat grappig”, snapt iedereen dat het mooi en belangrijk werk is.’