Nieuws
Salariskloof tussen mannen en vrouwen bij Archeologie slinkt
Mannelijke hoogleraren bij de faculteit Archeologie verdienden in 2023 nog 356 euro per maand meer dan vrouwen, maar de verschillen worden steeds kleiner. ‘Omdat we een kleine staf hebben, kunnen de salarissen van enkele wetenschappers sterk bepalend zijn.’
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 11 december 2025

Dat er een salariskloof bestaat tussen mannelijke en vrouwelijke hoogleraren aan Nederlandse universiteiten is al jaren bekend. Naar aanleiding van een rapport in 2016 van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) besloot de Universiteit Leiden jaarlijks de verschillen in kaart te brengen. Vanaf 2021 gebeurt dat elke twee jaar. In de analyse wordt per faculteit gekeken of de salarissen, na correctie voor leeftijd, functiecategorie en functieniveau, significant verschillen.

Uit een beleidsdocument van de faculteit Archeologie blijkt dat de salarisverschillen van medewerkers steeds kleiner worden. Faculteitsbreed verdienden vrouwen in 2023 zelfs 0,7 procent meer dan mannen, terwijl in 2021 juist de mannen 1,5 procent meer verdienden.

Vrouwelijke UD’s verdienden in 2023 gemiddeld 186 euro bruto per maand meer dan mannen. Het verschil is wel flink kleiner geworden, want in 2021 was het gemiddelde salarisverschil nog 340 euro bruto per maand ten gunste van vrouwen.

Kleine staf

Ook vrouwelijke universitair hoofddocenten verdienden in 2023 gemiddeld 330 euro bruto per maand meer dan mannen van dezelfde leeftijd. In 2021 verdienden mannen gemiddeld meer met een gemiddeld salarisverschil van 88 euro.

Onder hoogleraren verdienen de mannen juist meer, al is het gemiddelde salarisverschil aanzienlijk afgenomen van 558 euro bruto per maand in 2021 naar 356 euro in 2023. Volgens faculteitsbestuurder Jan Pronk zijn de verschillen in alle functiecategorieën nu niet meer significant. 

Hij heeft verschillende verklaringen voor de afgenomen verschillen. ‘De facultaire staf is de laatste jaren aanzienlijk vernieuwd, we hebben veel nieuwe collega’s. We letten daarbij scherp op de juiste inschaling door die te vergelijken met de zittende staf. Ook hebben we extra oog voor universiteitsbrede beloningsverschillen uit het verleden en wat we moeten doen om dat te voorkomen.’

Ook maak hij de kanttekening dat de faculteit een relatief kleine staf heeft. ‘De salarissen van enkele nieuwe of bevorderde wetenschappers kunnen sterk bepalend zijn. Met een geringe omvang maakt een beperkt aantal mutaties een groot verschil.’