Op 26 maart diende de voltallige adviesraad van het Leiden Institute for Area Studies (LIAS) collectief ontslag in. De raad had campagne gevoerd voor betere huisvesting op de nieuwe Humanities Campus en wist het Managementteam (MT) van het Instituut aan zijn zijde te krijgen in de langdurige strijd tegen de plannen voor het nieuwe, maar volstrekt inadequate ‘Cluster Zuid’ dat de afgelopen jaren naast de UB verrees.
Op 13 maart 2024 besloot het MT zich niet langer achter zijn medewerkers te scharen, en in lijn met het faculteitsbestuur te verklaren dat inzake de huisvesting ‘het gesprek was gesloten’. Uit protest tegen zowel de verhuizing als het gebrek aan inspraak besloten de leden van de adviesraad daarop, de vertegenwoordiging van de staf van het instituut, dat zij zo niet langer konden doorgaan.
Grimmige taak
Inmiddels werd, in het licht van dit fait accompli, medewerkers opgedragen zich te schikken in de grimmige taak van het weggooien van boeken in voorbereiding op de verhuizing. De containers stonden al klaar.
Vanwaar dit hevige verzet tegen een spiksplinternieuw gebouw? Bekijk deze virtuele rondleiding maar eens op YouTube. Dit promofilmpje laat duidelijk zien dat het gebouw is ontworpen zonder enige overdenking voor het doel of de gebruikers ervan. Niets toont dit beter aan dan de still van een wetenschapper die college lijkt te geven, compleet met PowerPoint, midden in een grote openbare ruimte, terwijl mensen kletsend en passerend op de achtergrond te zien zijn.
Elke student of docent zal dit onmiddellijk herkennen als dwaas, absurd en volkomen onwerkbaar. Het gaat hier echter niet om de artistieke vrijheid van een ontwerper: het scherm in het promofilmpje bestaat echt, en is daadwerkelijk bedoeld voor presentaties.
Hoe kan zo’n magistraal stupide idee ooit voorbij het tekentafelstadium zijn gekomen? Wat we hier zien is geen universiteit: dit is de bestuurlijke natte droom van een universiteit, gecreëerd door mensen die er nog nooit hebben gewerkt.
Idiotie
Alle LIAS-wetenschappers worden in gedeelde kantoren gepropt: twee in een kamer van 14 vierkante meter of vier in een kamer van 28 vierkante meter. Deze ruimtes zijn zo klein dat ze tot 2010 regelrecht in strijd zouden zijn geweest met de Nederlandse Arbo-norm (NEN-1824), die 8 vierkante meter als minimumvereiste stelde voor elke kantoormedewerker van welk type dan ook. Sinds 2010 heeft een nieuwe versie van de NEN-1824, gebaseerd op het principe van flexibel werken waarbij werknemers niet al hun uren aan hun bureau doorbrengen, de opstelling uit het promofilmpje nét legaal gemaakt voor personeel bij een bank of verzekeringsmaatschappij.
Maar voor universitaire docenten of hoogleraren, met grote persoonlijke bibliotheken, zeldzame documentcollecties, en studenten om te ontmoeten en te begeleiden, zijn deze plekken duidelijk onvoldoende.
Studieadviseurs (die werkelijk de hele dag door studenten één-op-één spreken) krijgen niet eens een NEN-1824 doorkijkdoos – zij krijgen een gedeelde flexplek. De consistent doorgevoerde idiotie treft zo niet alleen medewerkers, maar ook studenten en precies waar en wanneer ze het kwetsbaarst zijn.
Laten we niet vergeten dat wetenschappelijk personeel rust en stilte heeft nodig om zich te concentreren op onderzoek en schrijven, en om (video)conversaties te voeren zonder collega’s te storen; ze hebben privacy en een paar stoelen nodig om doctoraatsstudenten en andere studenten te begeleiden. De traditionele kamer van een professor, met boeken en rommel, vervult ook een educatieve functie op zich, door belangrijke werken te tonen en studenten te laten zien waar het academische leven om draait.
Zoals het promofilmpje ontnuchterend onthult, zullen de krappe, gedeelde, bijna boekloze, glazen kantoren in Cluster Zuid het personeel van deze zaken beroven. Cleane minidesks, gedeelde werkruimtes, en een gebrek aan privacy zijn schadelijk voor intellectuele prestaties. Ze zijn ook een daad van onteigening, een verklaring van minachting, en een aanval op de identiteit van de wetenschapper.
Kijkdozen
Zelfs voordat ze zijn voltooid, sturen de kijkdozen twee duidelijke boodschappen naar hun beoogde gebruikers. Ten eerste: je bent niet belangrijk voor deze universiteit. Ten tweede: werk hier niet, ga naar huis.
In april 2023 ondertekenden 103 LIAS-leden – bijna het gehele academische personeel – een protestbrief aan rector Hester Bijl tegen het herhuisvestingsplan. Daarvoor was er hierover al jarenlang op centraal niveau via de universiteitsraad in niet mis te verstane bewoordingen zorg geuit. Naast alle bezwaren, geformuleerd in de woorden van de eigen missieverklaringen van de universiteit, bevatte het verzoekschrift de resultaten van een gedetailleerde enquête onder het LIAS-personeel. Van de 97 respondenten waren er slechts acht voorstander van het plan voor Cluster Zuid, en een grote meerderheid vond het simpelweg ‘onaanvaardbaar’.
Een delegatie van docenten werd uitgenodigd om met Bijl te komen praten. Het enige formele antwoord was echter een afwijzende brief van de Afdeling Vastgoed die LIAS – strikt tijdelijk – gebruik van slechts tien extra kamers in het Reuvensplaatsgebouw aanbood. Na twee jaar zou dit gebouw worden gesloopt, waarna al het personeel alsnog opgehokt zou worden in Cluster Zuid.
Het beleid om werkplekken te delen blijft daarmee ook voor LIAS gehandhaafd. Er wordt daarin één duidelijke lijn getrokken voor de hele universiteit, conform de door het college van bestuur vastgestelde ruimtenormering. De redenering was een berekening van het gemiddelde vloeroppervlak per personeelslid. Daarbij werden al die bijna nutteloze gemeenschappelijke ruimtes meegenomen in de berekening, in de promovideo bevolkt door vaag uitziende types op sofa’s en designkrukken, waarvan het in Cluster Zuid wemelt.
Klap in het gezicht
Baarlijke nonsens en een klap in het gezicht van het LIAS-personeel. In het Instituut Geschiedenis, wisten we, kreeg elk personeelslid wat bijna elke wetenschapper boven alles verlangt: een eigen kantoor. In LIAS kreeg niemand zoiets. De historici waren duidelijk oneindig veel beter af. Hoe is er hier sprake van een situatie van gelijkheid tussen de afdelingen?
Na een tweede enquête schreef de LIAS adviesraad in december 2023 opnieuw een brief aan de rector en de decaan, deze keer medeondertekend door de instituutsdirecteur. De raad stelde een compromis voor: tijdelijk twintig extra kamers, waardoor veertig LIAS-leden, ongeveer het aantal dat hun huidige kamers intensief op dagelijkse basis gebruikte, een eigen kantoor konden blijven bezetten. Op langere termijn: actieve deelname aan de planning van die delen van de campus die nog moeten worden herontwikkeld, en waar een zinvollere architectonische uitkomst nog steeds kan worden bereikt.
Helaas: op 27 februari wees decaan Rutgers, als medeondertekenaar van een brief door directeur bedrijfsvoering Saskia Goedhard, ons verzoek af met dezelfde woorden als in de oorspronkelijke brief van Vastgoed. ‘Mogelijkheden om LIAS in de toekomst in nog te ontwikkelen gebouwen op de Humanities Campus anders te huisvesten, zijn er niet’, voegde de nieuwe brief toe. Een reden werd niet gegeven.
De managers zullen zeggen: zelfs mét individuele kantoren is staf maar mondjesmaat aanwezig en ongebruikte kantoorruimten erop nahouden is een dure hobby. Zelfs wanneer verdisconteerd wordt dat docenten vaak afwezig zijn voor lezingen en onderzoek, en op de campus veel tijd doorbrengen in collegezalen en in werkgroepen, dan nog zou het gebruik van de kantoren hoger kunnen liggen.
Daarmee hebben ze een punt, dat als uitgangspositie had moeten dienen voor onderhandelingen tussen academici en bestuur. Een voor de hand liggende tegemoetkoming zou zijn om het gebruik van individuele kantoorruimten te laten afhangen van een minimumvereiste voor aanwezigheid. Argumenten waarom in- en uitklokken taboe zouden zijn voor academici bestaan niet – behalve dan de inconvenient truth wanneer vervolgens blijkt hoeveel iedereen daadwerkelijk overwerkt.
Radicaal andere ideeën
Een kantoor in ruil voor gegarandeerde aanwezigheid, het vangt twee vliegen in één klap: aanwezigheid van staf wordt gestimuleerd terwijl essentiële faciliteiten op de campus behouden blijven. Collega’s die de voorkeur geven aan thuiswerken kunnen dat eveneens, wetende dat ze daarbij een gedeeld kantoor op campus voor lief moeten nemen.
Wie, te elfder ure, zo’n voorstel op tafel legt, overschat helaas de prioriteiten van het bestuur. Was die daadwerkelijk geïnteresseerd geweest in de aanwezigheid van de academische staf, dan waren er al jaren geleden alternatieve oplossingen verkend, tijdens de vroegste discussies over campusrenovatie. Waar managers echter daadwerkelijk in geïnteresseerd zijn is niet de aanwezigheid van staf (die zelfs actief ontmoedigd wordt), maar de bezettingsgraad van gebouwen.
Managers-elite
De eenvoudigste manier om deze te vergroten is immers niet om kantoorgebruik te stimuleren, maar om minder kantoren te voorzien, zoals nu ook in Cluster Zuid. Met meer mensen op één kamer zijn kamers misschien vaker bezet, maar tegelijkertijd verjaagt dit beleid in een vicieuze cirkel nog meer collega’s van de campus, tot er van de universitaire community niets meer overblijft.
De wereld, en zelfs de universitaire wereld, kent grotere bedreigingen dan deze trieste toestand. Toch is het een metonymie voor een groter verhaal: het oprukken van de managers-elite binnen de Universiteit Leiden, dat tot gevolg heeft dat er minder prioriteit én geld gaat naar de kerntaken – onderzoek en onderwijs – ten gunste van secundaire randfuncties als architecten, vastgoedbeheerders, bedrijfsvoerders, externe consultants, PR-officers, beleidsmedewerkers, en als klap op de vuurpijl een exorbitant hoog betaalde ‘vice-rector organisatieontwikkeling’ die via een schimmige interne vacatureprocedure is aangesteld.
Deze casus is een waarschuwing aan ons allemaal dat we in toenemende vaart onze universiteit kwijtraken aan mensen die er radicaal andere ideeën op nahouden over wat een universiteit is en waarvoor ze dient.
David Henley is hoogleraar Contemporaine Indonesië Studies
Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies
Niels van der Salm is docent bij International Studies en Japanstudies