Achtergrond
‘Jullie passen je maar aan!’ Hoe Nederland blind bleef voor racisme
Racisme bestaat niet, jullie moeten je aanpassen. Zo omschrijft jurist Alison Fischer de houding van Nederland vanaf de jaren zestig ten opzichte van andere bevolkingsgroepen. ‘Het was heel paternalistisch: we gaan zorgen dat jullie, die hier eigenlijk niet horen, meer op ons gaan lijken.’
Vincent Bongers
woensdag 24 september 2025
Rellen in de Rotterdamse Afrikaanderbuurt waar ruiten van Turkse gastarbeiders zijn ingegooid en de ME ’s nachts moet patrouilleren, augustus 1972. Foto Nationaal Archief/Anefo

Als de zwarte Nederlandse jurist en huidig D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga in 2018 na een zakenreis in Rome op vliegveld Eindhoven landt, wordt hij door de marechaussee uit de rij gepikt. Hij moet een extra controle ondergaan: is hij wel echt Nederlander? Het valt hem op dat alle witte reizigers gewoon mogen doorlopen. ‘Behalve een andere zwarte man en even later een zwarte vrouw met twee kinderen’, vertelde hij onlangs nog aan het AD.

Bamenga laat het er niet bij zitten. Hij vindt dat de marechaussee doet aan etnisch profileren en stapt naar de rechter. In eerste instantie krijgt de marechaussee gelijk, maar in hoger beroep wint Bamenga. Tussentijds is de marechaussee echter al gestopt met etnisch profileren. Vorige week heeft Bamenga in het parlement een voorstel ingediend voor een wetswijziging die dat etnisch profileren specifiek verbiedt.

Volgens de Amerikaanse jurist Alison Fischer (1977) die vandaag promoveert op een onderzoek naar het racismebeleid in Nederland in de jaren tachtig en negentig is de Bamenga’s zaak een goed voorbeeld van hoe racisme structureel verankerd raakte in de maatschappij.

Ongrijpbaar

‘Wat ik in mijn onderzoek beschrijf, zijn niet brandende kruisen of figuren die met swastika’s door de straten marcheren’, zegt Fischer. ‘Het racisme om ons heen is haast ongrijpbaar. We zijn ons er niet van bewust.’

Fischer legt uit dat het Westen het zicht op ingesleten racistisch denken is kwijtgeraakt. ‘Voor de Tweede Wereldoorlog werd er door koloniserende landen biologisch onderscheid gemaakt tussen rassen. Het witte ras was superieur. Dat werd ook als legitimering gebruikt bij het koloniseren van volkeren en landen: we hebben het recht om op andere plekken in te grijpen en beschaving te brengen. Nederland voerde dat beleid door in Nederlands-Indië, Suriname en de Nederlandse Antillen.

‘Door de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog, waar Europa het superioriteitsdenken van de nazi’s aan den lijve ondervond, veranderde dat. Racisme op basis van biologie verdween. Maar het onderdrukkende systeem dat was opgebouwd in de koloniën niet. Er was een eeuwenoude structuur van ongelijkheid ontstaan.’

Maar het bewustzijn over de structuren ontbrak. ‘In de jaren zestig zeiden politici in Nederland zelfs dat racisme niet bestond, en dat nauwelijks 25 jaar na de Indonesische Onafhankelijksoorlog, die toen nog eufemistisch politionele acties werden genoemd. In hun ogen was er ook echt geen racisme. Maar voor mensen die naar Nederland kwamen, waren die structuren maar al te zichtbaar. Dat gold voor Nederlands-Indiërs, Molukkers, Surinamers, Antillianen, Turken en Marokkanen die naar Nederland kwamen. Zij zijn nooit echt als Nederlanders gezien, want daarvoor moest je wit zijn.

‘Nederlanders zijn niet racistisch, dus als er problemen zijn, dan komt het door deze etnische groepen, was het idee. Dat is een heel paternalistisch perspectief: we gaan zorgen dat jullie, die hier eigenlijk niet horen, meer op ons gaan lijken.’

Tijdens rellen in de Rotterdamse Afrikaanderbuurt in augustus 1972 werden ruiten van Turkse gastarbeiders ingegooid. Foto Nationaal Archief/Anefo

Desondanks was de Nederlandse overheid niet helemaal blind voor de problematiek. Zo werd in 1985 het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) opgericht, een organisatie die Fischer voor haar proefschrift onderzocht. ‘De mensen die daar werkten hadden goede intenties. Zij wilden echt racisme bestrijden.’

Maar erg effectief was het bureau niet. ‘Er werd gebruikgemaakt van het strafrecht om discriminatie aan te tonen. De wetgeving rond racisme is echter beperkt, veel kwesties zijn daarmee moeilijk aan te pakken. In zaken waar bijvoorbeeld het vermoeden bestaat dat personen een huis niet krijgen vanwege hun etniciteit, wordt door verhuurders vaak niet expliciet gezegd dat ze de woning niet krijgen omdat ze zwart zijn. Het is vaak meer iets van: “Uw levensstijl past niet bij ons appartementencomplex”.

Racistische verhuurders

‘Het bureau zag de economische motivatie niet. Als een bedrijf via een uitzendbureau bijvoorbeeld beveiligingsmedewerkers wilde inhuren en om Nederlanders vroeg, stuurde het uitzendbureau alleen witte medewerkers. Het was zakelijk slim voor de uitzendbureaus om racistisch te zijn, het leverde namelijk geld op.’

Een ander probleem was dat de angst groot was bij het LBR om überhaupt juridische stappen te zetten, want de beschuldiging van racisme werd heel zwaar gevonden. ‘Ze probeerden op andere manieren zaken op te lossen en gingen gesprekken voeren met discriminerende verhuurders en werkgevers: “Ongetwijfeld was het geen racisme, maar u moet het voortaan toch anders en beter gaan aanpakken.” Dat zorgde niet voor een krachtige handhaving.’ Het niet erg succesvolle bureau fuseerde met twee andere overheidsinstanties en verdween in 2008 helemaal.

‘Wit zijn is een voordeel waarvoor je niets hoeft doen. Racisme geeft je een duwtje in de rug’

Inmiddels nemen activisten vaak zelf het heft in handen. ‘Ze hebben geleerd dat je naar de rechter moet stappen, ook al is er een grote kans dat je verliest. In de rechtbank nat gaan, betekent niet dat je op de langere termijn niet alsnog gelijk gaat krijgen. De Bamenga-zaak is daar een goed voorbeeld van. Ook Kick Out Zwarte Piet verloor in 2013 een zaak over de Sinterklaas-intocht in Amsterdam. Door de gang naar de rechter kwam er veel meer - ook politieke - aandacht voor de organisatie. Juridische procedures zijn onderdeel geworden van een bredere strategie van actiegroepen. Ze leggen ook steeds bredere verbanden en spreken zich daarover uit. Het gaat niet om die ene medewerker van de marechaussee maar om het beleid van etnisch profileren. Ze proberen het systeem te veranderen.’

Zoek een zondebok

Racisme wordt geëxploiteerd door partijen als de PVV, stelt Fischer. ‘Het is een manier om mensen tegen elkaar uit te spelen. Wit zijn is een voordeel waar je niets voor hebt hoeven doen. Racisme heeft je een duwtje in de rug gegeven. Als iemand dat voordeel wil wegnemen, en dat gebeurt als we racisme weten te ontmantelen, dan voelt dat als een verlies. Dan is al snel het idee: je wil me iets afnemen en ik heb al zo weinig. Het is voor politici makkelijk om dat te exploiteren en niet met oplossingen te komen voor de woningcrisis of andere problemen. Geef immigranten de schuld. Zoek een zondebok en verwijs naar een tijd dat alles wel goed in orde zou zijn geweest.

‘Mijn voelsprieten gaan omhoog als ik bijvoorbeeld hoor dat criminaliteit onder Marokkaanse Nederlanders hoger zou zijn. Ik vind het al twijfelachtig dat één groep specifiek voor problemen zou zorgen. Wat zegt dat over die gemeenschap en cultuur? Of heeft het te maken met economische omstandigheden en grootstedelijke problematiek? Het komt toch weer neer op racisme, ook al is ras of etniciteit nu vervangen met kritiek op de cultuur van bepaalde groepen.’

Alison Fischer
Shadowboxing. Legal mobilization and the marginalization of race in the Dutch metropole, 1979-1999
Promotie was op 8 september

‘Wat hebben we in dertig jaar eigenlijk bereikt?’

‘Ik kwam hier vanwege de liefde’, zegt Alison Fischer die in 2011 naar Nederland kwam. ‘Ontmoette mijn Nederlandse partner in New York. Als promovendus van middelbare leeftijd heb ik al een aantal levens hiervoor gehad. In de jaren negentig studeerde ik en hield me als activist bezig met het proberen betaalbaar te krijgen van hoger onderwijs.

Universiteiten zijn duur in de VS. We probeerden daar wat aan te doen, maar dat is helaas helemaal mislukt. Het is alleen maar duurder geworden.

‘Verder richtte ik me op zogeheten affirmative action: programma’s waarmee groepen die minder goed vertegenwoordigd zijn op universiteiten meer kansen kregen. Die stonden toen al onder druk, nu is dat al helemaal het geval. Ook heb ik me verzet tegen de expansie van het Amerikaanse gevangenissensysteem.

‘De rode draad is dat ik vecht tegen ongelijkheid en onrechtvaardigheid. Ik ben boos, verdrietig en gefrustreerd over wat er in de VS gebeurt. Het drijft me echter ook tot introspectie. Wat hebben we de afgelopen dertig jaar eigenlijk bereikt? Er zijn zaken verbeterd, maar veel ook niet.

‘In Nederland zien we niet alles wat er in de VS gebeurt. Er zijn heel veel mensen die zich inzetten voor rechtvaardigheid, actief zijn in vakbonden en immigranten proberen te beschermen. Dat geeft hoop. Het is wel beangstigend om te zien hoe democratische instituties in elkaar storten.

‘Je hoort wel eens als grap dat je in het geval van de Apocalyps naar Nederland moet gaan, want daar gebeurt alles tien jaar later. Het motiveert mij in ieder geval om te proberen te voorkomen dat het hier net zo misgaat als in de VS. We hebben nog tijd om het tij te keren.’

Tijdens rellen in de Rotterdamse Afrikaanderbuurt in augustus 1972 werden ruiten van Turkse gastarbeiders ingegooid. Foto Nationaal Archief/Anefo