Cultuur
In elk hoofd een ander verhaal
Iedereen mag zelf weten wat de liedjes van Spinvis betekenen. ‘Vaak is dat helemaal niet wat ik bedoeld heb, maar ik heb afgeleerd om luisteraars te verbeteren.’
Susan Wichgers
donderdag 30 maart 2017
© Maartje Strijbis

Trein/Vuur/Dageraad. Drie woorden die niks met elkaar te maken hebben, maar toch door Spinvis – alias van Erik de Jong – werden gekozen als titel voor zijn nieuwe album. Vijf jaar na zijn vorige plaat toert hij met zijn vijfkoppige band langs theaters met een voorstelling over toeval en samenloop van omstandigheden. Tijdens de voorstelling worden achter de band beelden geprojecteerd, willekeurig geselecteerd door een computer. Samen met de muziek moeten die beelden ‘in ieder hoofd een ander verhaal vormen’, aldus de muzikant.

Geldt dat ook voor de liedjes zelf?

‘Ja, al heeft het voor mezelf wel een specifieke betekenis. Na afloop van een optreden vertellen mensen me soms wat zij denken dat een nummer betekent. Vaak is dat helemaal niet wat ik bedoeld heb, maar ik heb afgeleerd om ze te verbeteren. Daar maak je misschien dingen in hun hoofd mee stuk. Zoals met een verfilming van een boek, en dat de hoofdpersoon dan een hele andere stem heeft dan je zelf had bedacht.’

Hoe ontstaan ze dan?

‘Ik begin nooit met een verhaal, maar met klanken. Daarna kijk ik welke woorden daarbij horen. Mijn liedjes zijn een soort polaroidfoto’s: al doende zie je ze ontwikkelen en aan het einde is het iets. Het gebeurt trouwens ook dat ik zelf ineens een nieuwe betekenis in een lied ontdek. Sommige nummers heb ik vijftien jaar geleden al geschreven, nu ben ik iemand anders.’

Tussen de nummers door stellen bandleden elkaar persoonlijke vragen. Waarom?

‘Het voorstellen van een band aan het begin van een optreden is eigenlijk altijd, ja, een beetje stom. Dus doen we dat op deze manier. Het zijn allemaal echte verhalen. Merel (Junge, viool en blaasinstrumenten, red.) vertelt bijvoorbeeld dat ze niet weet of ze ooit verliefd is geweest, dat is mooi. Dan zie je niet een bandlid op dat podium, maar een echt persoon.

‘Iedereen bespeelt alle instrumenten. Zo krijgt elk lied zijn eigen muzikale landschap. Als je blues maakt, dan heb je al een stijl, een idioom waar je je muziek in kan gieten. Ik verzin voor elk nummer een nieuw idioom.’

Het lijkt soms of je je liedjes ook opzettelijk lelijk maakt, met een zingende zaag, of een mechanisch en blikkerige gitaarsolo in Hallo, Maandag.

‘Dat vind ik het juist leuk. Ik ben helemaal geen technische gitarist, maar als popmuzikant moet je toch minstens één keer in je leven een gitaarsolo doen. Die heb ik nu gedaan.’

Je treedt ook op in grote pop­podia en op festivals als Lowlands. Is het raar om in een klein theater voor zittend publiek te spelen?

‘Het is allebei hartstikke leuk, maar totaal verschillend. Jonge mensen komen weinig naar theaters. Het theater- en clubpubliek zijn compleet gescheiden werelden, ze weten niet van elkaars bestaan. Ik kan in een uitverkocht Paradiso staan, en een paar dagen later in theater De Meervaart in dezelfde stad, maar dan voor driehonderd man. Maar ik richt me op alle leeftijden en iedereen, ook Frans Bauer-luisteraars. Al betwijfel ik of die nou graag naar mijn muziek luisteren.’

Spinvis, Trein/Vuur/Dageraad

Koninklijke Schouwburg, Den Haag, do 6 april €7,50- 27,50. 20:15 u. Het album verschijnt op 28 april.

Theatercollectief De Hollanders speelt het sciencefiction toneel­stuk De Eersten, met tekst en muziek geschreven door Spinvis. Theater Ins Blau, vrij 31 maart, €15-17,50, 20:30 u.