
Dat de islamopleidingen te weinig studenten trokken en de beoogde bruggenbouwfunctie niet van de grond kwam, bleek in 2012 uit het kritische Rapport Evaluatie Islam- en Imamopleidingen Nederland. Er werden Kamervragen gesteld en minister Bussemaker moest toegeven dat het opleiden van polderimams mislukt was. De universiteit besloot het over een andere boeg te gooien en startte in 2013 de bachelor islamstudies, waarin vakken van Midden-Oostenstudies en islamitische theologie werden samengevoegd.
‘De studie werd meer gericht op de maatschappij en minder op religieuze Arabische teksten’, aldus Van den Doel. Dit moest meer studenten aantrekken, maar dat gebeurde niet. ‘Per jaar meldden er zich maar drie of vier aan. We merkten dat studenten wel islamvakken willen volgen, maar niet een hele studie.’
Een studente islamitische theologie, die niet met haar naam in de krant wil, vertelt: ‘Het gros van de studenten studeerde deeltijd en had daarnaast nog een baan of gezin. Zelf was ik de opleiding gaan doen om een genuanceerd geluid te kunnen toevoegen aan de beeldvorming over de islam. Voor de meeste van mijn medestudenten, waarvan de meesten trouwens Marokkaanse moslims waren, was de studie een extra activiteit.’
Van den Doel: ‘We trekken de stekker uit de bacheloropleiding, maar blijven wel islamvakken aanbieden. Dit heeft niets te maken met bezuinigingen of met de reorganisatie van het instituut Godsdienstwetenschappen, maar ligt echt aan ons streven om met islamvakken meer studenten te bereiken’. Binnen de bacheloropleiding Midden-Oostenstudies zal een afstudeerrichting op het gebied van de islam toegevoegd worden.
Verschillende docenten van de opleiding wilden geen commentaar geven. De decaan stelt echter dat ze ‘niets te vrezen hebben’. Van den Doel: ‘Het grootste deel van de vakken zal blijven bestaan. We richten ons ook op andere doelgroepen. De universiteit blijft zich in opdracht van de overheid inspannen om bruggen te slaan tussen de islamitische gemeenschap en de Nederlandse samenleving, door cursussen en workshops te geven aan islamitische organisaties, diplomaten, imams en moskeebesturen.’
En daar is nog steeds overheidsgeld voor beschikbaar. ‘De islam staat nog voortdurend ter discussie. De overheid blijft het belangrijk vinden om een bepaalde vorm van onderwijs aan te bieden.’