Columns & opinie
Waarom wandelen goed is voor je mentale gezondheid
Lopen werkte voor vele melancholiekers die door de Duitse bossen spazierten, maar ook voor de student die in Leiden woont. Leiden is namelijk een prettige wandelstad: de afstanden zijn nooit te groot om ze te voet te overbruggen en als je goed oplet, ontstaat er tijdens het lopen een verhaal over de stad waar geen enkel detail zich aan het oog onttrekt.
Olaf Leeuwis
donderdag 29 september 2022

Ik sta net over de gemeentegrens van Leiden voor kasteel Endegeest in Oegstgeest. De eerste stenen werden in de veertiende eeuw gelegd en sindsdien is het keer op keer gemetamorfoseerd.

Op het plein voor het huis staat een borstbeeld van Descartes, die er in de zeventiende eeuw enkele jaren verbleef. Hier schreef en zat hij in contemplatie over de aannames die ten grondslag lagen van zijn kennistheorie. Die gaat uit van een solipsisme, waarbij de twijfel over hoe en of de wereld zich aan de mens presenteert, centraal staat. Een twijfel die enkele eeuwen later in hetzelfde kasteel ook heerste bij de geesteszieken toen Endegeest omgevormd werd tot psychiatrische inrichting. Een psychose kenmerkt zich immers door een twijfel over de verschijningen en de vraag of de werkelijkheid wel bestaat. Net zoals dit kasteel door de eeuwen heen heeft gewandeld en steeds werd ondergedompeld in een ander instituut, maak ik ook een wandeling.

Lopen is goed voor je mentale gezondheid. Dat werkte voor vele melancholiekers die door de Duitse bossen spazierten, maar ook voor de student die in Leiden woont. Leiden is namelijk een prettige wandelstad. De afstanden zijn nooit te groot om ze te voet te overbruggen en als je het beu bent, kun je altijd nog de bus naar huis nemen.

Je wordt er ook niet om de haverklap aangereden door een vierwielige burgermobiel, alleen voor de fietsers moet je even oppassen. Na ruim zes jaar ontdek ik nog steeds nieuwe winkeltjes, plakkaatjes, prettige plekjes en steegjes als ik weer een korte odyssee door Leiden maak. Een uitstapje vanuit het centrum naar de periferieën waar zich nog trekken van de natuur vertonen kan al binnen twintig minuten worden gemaakt. Ik noem het polderpark Cronesteyn, Vlietland en de Leidse Hout.

'Ik ontdek nog steeds nieuwe winkeltjes, plakkaatjes, prettige plekjes en steegjes'

Als je goed oplet, ontstaat er tijdens het lopen een verhaal over Leiden waar geen enkel detail, verscholen in een groter geheel, zich aan het oog onttrekt en óók de geschiedenis van geestesziekte zich presenteert.

Dat merk ik nu ik voor het borstbeeld van Descartes sta. Het is in 2000 neergezet. Enkele jaren ervoor, toen schrijver Maarten Biesheuvel in Endegeest verbleef, was dit kasteelplein nog vlak. Biesheuvel heeft hem destijds dus niet gezien, maar voor dit kasteel is dat niet erg, want in die periode dat hij er zat, zette de auteur zijn eigen stempel op de geschiedwandeling van Endegeest. Uit die periode kwam een rijkdom van verhalen en zo ook over zijn periode in zijn Dolhuis.

Ik schreef al eerder hoe Biesheuvel mij steeds ‘achtervolgde’ door Leiden. Zo zijn we in hetzelfde complex opgenomen geweest. Curieus genoeg heeft de auteur een belangrijke overeenkomst met de persoon voor wiens borstbeeld ik nu sta. Descartes woonde namelijk voor zijn tijd in Endegeest op het Rapenburg, waar Biesheuvel zijn openbaring kreeg.

Op een dag reed zijn hoogleraar Karel van het Reve met zijn auto het Rapenburg in. Biesheuvel fietste langs en zou later die ochtend college van hem krijgen. Nadat een bouwvakker de prof met een ladder wist te redden (en daarbij ‘Kom eruit klootzak!’ zou hebben gegromd) doneerde Biesheuvel zijn broek aan Karel zodat hij alsnog college kon geven.

Toen besefte Biesheuvel: ik offer mijzelf, Karel van het Reve is dus God. Deze vlaag van verstandsverbijstering gebeurde op een plek waar Descartes ooit woonde. Later tijdens zijn opname kon hij zijn godsaanbidding van Karel op een andere plek overpeinzen. Een plek waar Descartes eveneens gewoond had. Wandelt u mee?

 

Olaf Leeuwis is student International Relations