Columns & opinie
Waarom vervelende types toch gelijk hebben
Van de beroemde oorlogsroman ‘Catch 22’ krijg je niet alleen tegelijkertijd buikpijn van het lachen én een diepe existentiële depressie. Het boek bevat ook een belangrijke les voor historici: individueel leed telt.
Remco Breuker
woensdag 30 september 2020

Zelden is de hachelijke, existentiële toestand van de moderne mens zo treffend en komisch beschreven als in Joseph Hellers oorlogsroman Catch 22. Het boek over bommenwerperbemanningen in de Tweede Wereldoorlog ontleent zijn naam en zijn faam aan regel no. 22 die bepaalde dat als de constante blootstelling aan het gevaar van de bombardeermissies je gek had gemaakt, je om toestemming kon vragen om niet langer te hoeven te vliegen.

De regel stelde echter ook dat ieder normaal mens gek zou worden door de constante blootstelling aan gevaar, waardoor je dus bewees dat je normaal was door te bewijzen dat je gek was.

En dus weer gewoon moest vliegen.

De gevolgen van deze doldrijvende logica beschrijft Heller met satanisch genoegen totdat lezers tegelijk buikpijn van het lachen krijgen en in een diepe existentiële depressie geraken. Catch 22 heeft nog meer pareltjes van onwelkome wijsheid voor de nietsvermoedende lezer.

Een daarvan wil ik u, mijn nietsvermoedende lezer, niet onthouden. Ik heb deze maar het ‘Yossarian-principe’ genoemd, naar Hellers protagonist, kapitein John Yossarian, bommenrichter en hypochonder. Yossarian is ervan overtuigd dat iedereen (vooral de vijand) het op hem voorzien heeft. Immers, waarom schieten ze anders op hem zodra hij in een vliegtuig stapt?

Strijdmakkers, meerderen en artsen wijzen hem erop dat dat niet het geval is. Er wordt op iedereen die in een Amerikaanse bommenwerper zit geschoten; het is nu eenmaal oorlog. Een heel redelijke uitleg, zult u met me eens zijn.

‘Jij bent de sigaar. Dat miljoenen anderen hetzelfde lot ondergaan verandert daar geen jota aan’

Maar ik ben bang dat ik aan Yossarians kant sta en wel hierom. Het gaat wel degelijk om jou persoonlijk als jij degene bent die schade ondervindt en het in overweging nemen van de context (oorlog) die schade niet wegneemt. Dat er duizenden of miljoenen anderen hetzelfde lot ondergaan verandert daar geen jota aan. Jij bent nog steeds de sigaar; net als al die andere individuen overigens.

Het Yossarian-principe is tegengif voor al te makkelijke generaliseringen, want individueel leed telt. Het is het brood van de historicus in de zin dat een algemeen verhaal uiteindelijk bestaat uit de verhalen van oneindig veel Yossarians. Yossarians halsstarrigheid herinnert ons aan de eindeloze complexiteit waarin individuen tot elkaar veroordeeld zijn in een noodzakelijk en onontkoombaar lijkend samenspel dat altijd dwingender is dan het individu.

Het Yossarian-principe doet meer. Het is een uiterst probaat middel tegen het aanpraten van collectieve schuld (verantwoordelijkheid is wellicht een ander verhaal). Individuele schuld slechts omdat je deel uitmaakt van een grotere – schuldige – groep klinkt wellicht redelijk: net zo redelijk als Yossarian ervan proberen te overtuigen dat het Duitse afweergeschut het niet specifiek op hem gemunt heeft, terwijl het hem wel constant uit de lucht probeert te schieten. Alleszins redelijk, maar ergens wringt er wat.

Andersom is het Yossarian-principe trouwens ook handig: een tu quoque-redenering (‘Ja, de Noord-Koreanen zijn erg, maar de Amerikanen kunnen er anders ook wat van!’) slaat dood als je de zaak door de ogen van Yossarian beschouwt. Het doet er simpelweg niet toe wat wie wel of niet heeft gedaan, omdat net als bij Yossarian de context op geen enkele wijze het geleden leed (zeg, van een Noord-Koreaanse kampgevangene) vermindert. Sterker nog, de context (hier: het Noord-Koreaanse repressieve stelsel) ís er zelfs de oorzaak van – zoals de oorlog de oorzaak is van het feit dat Yossarian telkens wordt beschoten.

Context is alles inderdaad, maar uiteindelijk hangt de hele boel aan elkaar van persoonlijke verhalen die niet tot een groter geheel te reduceren zijn. Die vervelende types die altijd maar aandacht willen voor hún verhaal, die geen boodschap hebben aan het grotere plaatje, die hebben eigenlijk gewoon gelijk.


Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies