Columns & opinie
Waar blijft die ombudsman?
Waarom blijft de universiteit zich verzetten tegen het aanstellen van een ombudsfunctionaris? Als het college van bestuur daadwerkelijk de sociale onveiligheid wil aanpakken, moet het luisteren naar wat studenten en medewerkers willen, betoogt Bart van der Steen.
Gastschrijver
donderdag 16 mei 2019

Begin mei presenteerden de FNV en de VAWO de resultaten van een enquête onder 1.110 universitaire medewerkers, waarbij de helft aangaf dat er sprake was van een ‘sociaal onveilige werkomgeving’. Vrijwel tegelijkertijd publiceerde het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren de resultaten van een studie naar de verschillende vormen van intimidatie, machtsmisbruik en sabotage op Nederlandse universiteiten.

Beide studies maken, ondanks hun verschillende opzet, een ding duidelijk: de werkomgeving is voor een belangrijk deel van de Nederlandse universitaire medewerkers onveilig.

In Leiden kunnen we hierover meepraten. In de afgelopen periode zijn er heftige berichten naar buiten gekomen over misstanden bij pedagogiek, die jaren hebben geduurd voordat er werd ingegrepen. Maar ook op andere plaatsen ging het mis, zoals bij het Leiden Institute for Area Studies, waar de werksfeer ernstig verstoord raakte. En bij de personeelsmonitor van 2018 gaf 15,2 procent van de Leidse medewerkers aan zelf ongewenst gedrag te hebben ervaren op de werkvloer.
De situatie is, kortom, ernstig en moet grondig worden aangepakt. Wat nodig is, is een verandering van de bestuurscultuur, een grotere gevoeligheid voor signalen, en betere hulp voor medewerkers die te maken hebben met sociale onveiligheid.

Een ombudsfunctionaris kan daaraan een essentiële bijdrage leveren. Deze treedt op als onafhankelijke klachtenbehandelaar, kan zelfstandig onderzoek doen binnen de organisatie, bemiddelen, en gevraagd of ongevraagd advies geven aan het bestuur. De ombudsfunctionaris is makkelijk bereikbaar en kan medewerkers die zich in een moeilijke situatie bevinden met raad en daad bijstaan. Het aanstellen van een ombudsfunctionaris is een belangrijke manier om de veiligheidssituatie voor medewerkers te verbeteren.

De gehele universiteitsraad, de vertegenwoordiging van alle studenten en medewerkers, heeft zich achter deze wens geschaard. Zij heeft het college van bestuur al meerdere malen opgeroepen om deze stap te zetten. Maar het college houdt haar poot stijf. Ze wil geen ombudsfunctionaris, zij wil slechts het netwerk van vertrouwenspersonen versterken. Het aanstellen van een ombudsfunctionaris heeft volgens haar ‘geen meerwaarde’.

De FNV-fractie van de Leidse universiteitsraad is zeer ontevreden over deze houding. In de eerste plaats omdat het college niet lijkt te luisteren naar de democratisch gekozen vertegenwoordiging van de Leidse studenten en medewerkers. Maar ook omdat ze de redenering niet begrijpt. Waarom sluiten vertrouwenspersonen en ombudsfunctionarissen elkaar uit? Zij hebben juist twee verschillende functies, die naast elkaar bestaan en elkaar versterken.

'Het college luistert niet naar de democratisch gekozen vertegenwoordiging van de Leidse studenten en medewerkers'

De vertrouwenspersoon is er om medewerkers aan te horen en van advies te dienen, in vertrouwen. Dat kan heel waardevol zijn, maar is tegelijkertijd ook een beperking. In veel gevallen kunnen zij niet meer bieden dan advies en een luisterend oor. Een ombudsfunctionaris is er om klachten op te pakken en daarop actie te ondernemen – zonder dat de medewerker met die verantwoordelijkheid wordt belast. Samen verbeteren de vertrouwenspersonen en de ombudsfunctionaris de veiligheid van medewerkers. En zolang er op dat vlak problemen zijn, dient het college alles op alles te zetten om de situatie te veranderen.

Waarom is het college dan zo faliekant tegen het aanstellen van een ombudsfunctionaris? Naar eigen zeggen omdat het eerst het netwerk van vertrouwenspersonen wil versterken en omdat het instellen van een ombudsfunctionaris dat kan tegenwerken. De FNV noch de universiteitsraad vinden die redenering overtuigend. Mare heeft in een commentaar zelfs de vraag opgeworpen of angst (ditmaal van het college) een rol speelt: ‘Is het bestuur bang voor iemand die onafhankelijk door de academie wandelt, naar klachten luistert en op eigen houtje onderzoek mag doen?’ Het college dient te allen tijde te voorkomen dat er aan haar beweegredenen wordt getwijfeld.

De FNV weet hoe belangrijk het college van bestuur sociale veiligheid vindt, maar is van mening dat ze dan ook de consequenties daaruit moet trekken. De FNV doet daarom deze oproep aan het college van bestuur: luister naar de medezeggenschap, die zich in zijn geheel achter de wens heeft geschaard om een ombudsfunctionaris aan te stellen. Toon je commitment aan sociale veiligheid binnen de organisatie, door verder te kijken dan alleen het versterken van het netwerk van vertrouwenspersonen. Wees niet bang voor een ombudsfunctionaris, maar laat met daden zien dat je alles op alles zet om de sociale veiligheid van je medewerkers te garanderen, en onveiligheid in de kiem te smoren.

Bart van der Steen namens de FNV-fractie in de universiteitsraad