Je geeft rondleidingen door de Tweede Kamer. Waarom leek je dat leuk?
‘In de bovenbouw van de middelbare school is mijn interesse in politiek ontstaan. Maar ik merkte dat mijn omgeving er niet in was geïnteresseerd, waardoor ik er met niemand o ver kon praten. Toen ik in Leiden ging studeren, kwam ProDemos op mijn pad. Dat voorlichtingscentrum zet zich in om jongeren te informeren en betrekken bij de democratie en de rechtsstaat. Ik dacht: dit is het. Zo wil ik jongeren dichter bij de politiek brengen.’

Hoe ziet je werk eruit?
‘Eerst neem ik leerlingen – uit heel het land, van vmbo tot gymnasium - mee naar een locatie van ProDemos die vlak bij de Tweede Kamer zit. Daar is de Tweede Kamer nagebouwd en kunnen ze bijvoorbeeld met elkaar debatteren. Vervolgens lopen we door de Lange Voorhout, waar allerlei organisaties zitten die iets te maken hebben met de democratie en de grondwet, zoals de Raad van State en de tijdelijke Eerste Kamer.

‘Ze krijgen tablets waarmee ze virtueel de gebouwen kunnen verkennen. Bij elk gebouw krijgen ze een vraag waarmee ze punten kunnen verdienen. De winnaar krijgt een prijs naar keuze: een chocoladeletter, een mok of spelkaarten. Door dat spelelement worden ze lekker fel. Dat is fantastisch om te zien.’

‘Daarna geef ik een rondleiding door de Tweede Kamer. Ik neem ze bijvoorbeeld mee naar de plenaire zaal en de commissiekamers. Als ik een Kamerlid tegenkom, vraag ik diegene om kort iets te vertellen over het werk. De meesten staan daar wel voor open en de leerlingen vinden dat vaak ook interessant.

‘Naderhand vraag ik wat hen opviel. Vaak hoor je dat de plenaire zaal in het echt kleiner is dan die op tv lijkt. En wat ze ook onthouden is dat de Tweede Kamer ideologisch is ingedeeld: de linkse partijen zitten links van de Kamervoorzitter, de rechtse partijen rechts.’

Hoe is het gesteld met hun politieke kennis?
‘Heel wisselend. Sommigen weten al dat de Raad van State op de Lange Voorhout zit, anderen weten niet eens wie onze minister-president is. Het is niet zo dat de vwo’ers altijd meer weten dan vmbo’ers. Integendeel, zou ik bijna willen zeggen. Dat maakt het juist zo interessant. Daarom check ik aan het begin altijd even met wat vragen hoe veel voorkennis er is.’

Wat wil je dat ze echt onthouden?
‘Dat ze het verschil weten tussen ministers en Kamerleden. Daar is vaak weinig kennis over. Ik leg het als volgt uit: zoals de docent jouw huiswerk nakijkt, zo controleren de Kamerleden het werk van de ministers. Dan is het meteen helder. De ministers zijn ook altijd te gast in de Tweede Kamer. Zij krijgen koffie van de Kamerbode, de Tweede Kamerleden niet.

‘Daarnaast wil ik ze meegeven dat politiek over jouw leven gaat. Alles wat je doet heeft met politiek te maken. Ik denk dat heel veel jongeren dat niet doorhebben.

‘Ze komen hier vaak vroeg heen en hebben er geen zin in, maar ik vind het fantastisch als ze met een glimlach weer terug de bus instappen en denken: dit was toch wel leuker dan die wiskundeles. Ik zie soms ook leerlingen die na de rondleiding nog willen blijven rondkijken. Daar gaat mijn hart sneller van kloppen, blijer krijg je me niet.’