English
Zoeken
Digitale krant
App
Menu
Voorpagina Achtergrond Wetenschap Studentenleven Nieuws Cultuur Columns & opinie Podcast  

Menu

Categorieën

  • Voorpagina
  • Achtergrond
  • Wetenschap
  • Studentenleven
  • Nieuws
  • Cultuur
  • Columns & opinie
  • Podcast

Algemeen

  • Archief
  • Contact
  • Colofon
  • App
  • Digitale krant
  • English
Cultuur
De Raggende Manne gaan nog één keer op tournee
De Raggende Manne met in het midden Bob Fosko en uiterst rechts Theo Slagter. Foto Kees Tabak
Frank Provoost
donderdag 4 april 2019
Net nadat de reünietour van De Raggende Manne (bekend van hun hit ‘Poep in je hoofd’) was geboekt, kreeg zanger Bob Fosko de diagnose: slokdarmkanker. ‘Ik maak me geen illusies, echt niet’

Stop de haat. Of stop ‘m in je reet.

(Uit: ‘Stop de haat’)

Bob Fosko (zanger, echte naam: Geert Timmers, 63): ‘Het begint met een lekkere slug line, een goeie beginregel.’
Theo Slagter (gitarist, echte naam: Thijs de Melker, 60): ‘Dat was altijd het enige leitmotiv: jij kwam aanzetten met een papiertje vol tekst. Daarna was het aftikken en gas geven.’
Fosko: ‘Kraan open en gaan… en redden wat je redden kan. Ik zei echt niet tegen de rest wat ze moesten doen. Juist niet! Zoek het lekker uit!’
Slagter: ‘Ik speelde alle toonladders door elkaar.’
Fosko: ‘Het was de ultieme vrijheid. Iedereen deed wat-ie wilde. Niet te kritisch zijn. Alles kon. De vorm moest zich vanzelfsprekend aandienen. We oefenden nooit. Als je repeteert, verpest je het moment: dan laat je het voorbij gaan.’
Slagter: ‘Meestal hadden we het al na een paar takes.’
Fosko: ‘Zodra we voelden dat het vuur begon te branden, wisten we: dit is een nummer. En als het niks is: gewoon wegflikkeren. Niet te moeilijk over doen. Bovendien hadden we altijd nog de nooduitgang. Als het mis dreigde te gaan, riep ik: 1-2-3-STOP!’

Ik moet niks! En ik vreet dit niet!

(Uit: ‘Moet ik’)

Fosko: ‘Theo en ik zaten samen in de Nederpop-band De Steile Wand. Daar hebben we leren spelen. Het was een geoliede machine, een professioneel team met technische staf en belichting. We hikten tegen quasi-hitjes aan, kwamen soms op tv.’
Slagter: ‘Het liep als een trein. We hadden een platencontract. Maar we stonden nog niet sterk in onze schoenen en lieten ons door managers beïnvloeden. Dat is de reden dat De Raggende Manne zijn ontstaan, in 1988. Jij riep opeens: dit is het allemaal niet.’
Fosko: ‘Ik zei: we gaan een plaat maken die niemand mooi vindt. Het mocht absoluut niet radiofähig zijn. Er was zoveel braafheid, daar wilde ik niet meer aan meedoen. Het moest ruig zijn.’
Slagter: ‘Ik dacht: wat gaan we nou beleven? Die recalcitrantie komt wel op jouw conto.’
Fosko: ‘Dat heeft een psychologische reden. Ik ben twintig minuten ouder dan mijn tweelingbroertje, maar ik was een slechte leerling en voelde me vaak ondergeschoven. Daar word je tegendraads van.’

Het is de twijfel. Daar ga ik aan kapot.

(Uit: ‘Twijfel’)

Fosko: ‘Ik zei vaak: ik weet het ook niet, maar we proberen het gewoon.’
Slagter: ‘Niet iedereen vindt het leuk om de controle zo los te laten.’
Fosko: ‘Na de eerste sessie belde de bassist op: “Ik kan dit niet aan.” De volgende moest stoppen van zijn vrouw: die vond het pleurisherrie.’
Slagter: ‘Ik dacht ook eerst: Jezus, wat is dit in godsnaam? Ik ben altijd twijfelaar geweest en vraag me altijd van alles af. Ik ben secundair, jij primair.’
Fosko: ‘Als je het niet doet, weet je het nooit. Dus je moet het in ieder geval doen.’ 
Slagter: ‘Bij mij moet het indalen. Maar zodra de cd uitkwam, dacht ik toch: oké, het is heel geschikt om je schoonmoeder mee uit huis te jagen, maar eigenlijk is het ook heel erg goed.’
Fosko: ‘Omdat we zo vrijgevochten waren, wilde niemand ons echt serieus nemen.’
Slagter: ‘Maar ze konden ook niet zeggen dat we een stelletje nitwits en dilettanten waren. We zijn allemaal professionele muzikanten die alles kunnen spelen, van John Coltrane tot Led Zeppelin. Dat moet ook wel: anders hadden we dit nooit kunnen maken.’
Fosko: ‘Tegelijkertijd kreeg ik ook enthousiaste reacties: dit ben jij! Daardoor begreep ik dat we bestaansrecht hadden. Om te groeien heb je zuurstof nodig. De VPRO had wel oren naar onze muziek. Daar zijn De Raggende Manne tot leven gekomen. Die ruimte is in de Nederlandse pop, of eigenlijk de hele kunstwereld, totaal verdwenen. Echt schandalig. Dat vind ik zo ontzettend kut. Maar als je dat hardop roept, vinden mensen je een ouwe zak.’

 

Twijfel draait naar woede. Wat doe ik hier?

(Uit: ‘Zand’)

Fosko: ‘Als boekers belden voor een optreden zei ik: wij zijn een studioband, we spelen niet live. Dat klonk stoer. Daarna ging het per opbod.’
Slagter: ‘Noorderslag was de doorbraak.’
Fosko: ‘We spuugden het publiek in de bek. Dat moet je durven.’
Slagter: ‘Mensen zien ons altijd als losgeslagen idioten, maar we kunnen heel strak zijn: alsof je een bankschroef aandraait.’
Fosko: ‘We creëerden onze eigen voorwaarden. We kwamen alleen als er twee flessen champagne en twee flessen tequila klaar stonden. Daar mixten we “slammers” mee.’
Slagter: ‘Als een zaal weigerde, zeiden wij: oké, dan komen we toch niet?’
Fosko: ‘En dan boekten ze ons het jaar erop alsnog. We hadden een unieke positie voor onszelf bevochten. Ik dacht altijd: dit is zo voorbij. Maar het heeft eigenlijk best wel lang geduurd.’ 
Slagter: ‘De gekte verdween. Het werd te commercieel. Maar ik heb natuurlijk makkelijk praten, want ik was al vertrokken. Ik was het zat. Na zeven jaar kon ik ook niks nieuws meer verzinnen.’
Fosko: ‘Toen heeft een deel van het publiek zich van ons gedistantieerd. Die vonden dat het te goed werd, te muzikaal.’
Slagter: ‘Ik vond het wel leuk dat ik door twee gitaristen werd vervangen.’
Fosko: ‘Latere platen als Rooie Pap met onze hit “Poep in je hoofd” en Omschudden werkten op hun manier ook wel. Maar het werd een verdienmodel. De ziel was weg.’

 

Aan alles komt een eind. Ook aan het onsmakelijke, onsympathieke en irritante geëtter van De Raggende Manne. Het publiek was er al jaren klaar mee. De Raggende Manne nu godzijdank ook. Uitgekankerd.

(Uit: Persbericht, 1999)

Fosko: ‘Ik wilde geen reünie. Het paste niet bij ons. We waren zo spontaan en authentiek, daar kom je nooit meer overheen. Het hoorde ook te veel bij een bepaalde tijd. Maar toen ik ons repertoire op Spotify ging zetten, zei de platenmaatschappij: je moet iets doen. Na één optreden volgden er meer. We schoten meteen weer in onze vorm.’
Slagter: ‘En nu is er een album: Alles Kleeft.’
Fosko: ‘Toen de tour net was geboekt kreeg ik het slechte nieuws. Kanker in mijn slokdarm. Uitzaaiingen in mijn lever. De perspectieven zijn niet al te gunstig. Ik krijg chemo. Ze houden me zo lang mogelijk aan de praat. Maar ik maak me geen illusies, echt niet. Er is heel duidelijk tegen mij gezegd: we gaan je niet beter maken. Ik wil niet dood, en het is zeker niet zo dat ik berust in mijn lot. Maar kom op zeg: ik heb het natuurlijk ook een beetje aan mezelf te danken. Ik heb echt niet geleefd als een heilige.’
Slagter: ‘Het is gewoon stomme pech. Er zijn zat rokers die negentig worden.’
Fosko: ‘Het zou raar zijn om nu te gaan zitten klagen: waarom ik? Er is heel weinig reden om niet tevreden te zijn. Ik heb zoveel leuke dingen gedaan. Ik voel me niet onrechtmatig behandeld. En wat belangrijk is: die optredens geven ook veel energie. Dat doet ook iets met mijn gezondheid.’
Slagter: ‘Vroeger speelden we hooguit vijfentwintig minuten. Nu is dat een uur, met gastzangers erbij.’
Fosko: ‘Dat is wel lachen, want die willen niet voor elkaar onderdoen en gaan allemaal volle bak. Mijn broertje wilde meezingen in Deventer. Ik kon natuurlijk geen nee zeggen. Maar ik zei nog zo: doe voorzichtig. Hij schreeuwde zich zo overstuur dat hij drie dagen zijn stem kwijt was.’
Slagter: ‘Iedereen denkt dat schreeuwen simpel is, maar dat is het dus niet. Je moet doseren en heel goed op de rest letten. Het is één grote flow van dynamiek. De optredens gaan wonderbaarlijk goed. De zalen zijn vol. Behalve fans van het eerste uur komen er veel jonge mensen. Gisteren in Groningen liepen er zelfs hanenkammen rond.’
Fosko: ‘Toen voelde ik me wel even chemopatiënt. Ik had de schijterij en voelde me slapjes.’
Slagter: ‘Ik maakte me  zorgen, maar je kwam er weer helemaal bovenop. Ongelooflijk!’
Fosko: ‘Ik had zoiets van: mocht het misgaan, dan gaat het mis. Dat kunnen ze me moeilijk kwalijk nemen. Wat gaan ze zeggen: hij loopt de kantjes er vanaf, die kankerlijer?’

De Raggende Manne, Alles Kleeft. Optredens in Gebr. de Nobel (4 april, uitverkocht) en Paard (13 april, €17,50)

Deel dit artikel:

Lees ook

Cultuur
TikTok zet de muziek op zijn kop: ‘De gekste liedjes gaan viraal’
Door sociale media gaat de popmuziek grondig op de schop, betoogt Rogier Schneemann, songwriter/producer en gastdocent over popmuziek bij de Academie der Kunsten (ACPA). ‘Er zijn geen regels meer.’
Cultuur
Circus Treurdier verlicht de loden last van het schuldgevoel: ‘Het kan echt aan me vreten’
Cultuur
Ziek gestoorde goochelaars: ‘We persen er een “nee-maar-vibe” uit’
Cultuur
Hortus brengt 450 jaar studentenleven in beeld: ‘Niet alleen maar hoera’
Cultuur
Cabaretier Pieter Jouke wil perspectief bieden, óók over het klimaat: ‘Dat heb ik nodig’
Download nu de Mare app voor je mobiel!
Downloaden
✕

Draai je telefoon een kwartslag, dan ziet onze site er een stuk beter uit!