Achtergrond
Boze studenten: blauwe paddo’s zijn een ‘symbolische middelvinger’
Er is ophef en ongenoegen ontstaan over het kunstwerk dat woensdag is onthuld op de campus Leidse Schans. ‘Alles wat ik hierbij voel, is walging en vervreemding.’
Romy van den Akker
donderdag 11 mei 2023
Foto Taco van der Eb

Het zal omwonenden niet zijn ontgaan: twee grote, glimmende schimmels rijzen sinds twee weken op uit de omgeploegde aarde van het Omegaplantsoen, in het hart van de campus Leidse Schans.

Het grasveld met bloeiende narcissen moest plaats maken voor twee vierenhalve meter hoge paarse paddenstoelen en enkele kleinere, bedoeld als stoelen en tafels, die onderdeel uitmaken van het kunstwerk ‘Onze Sporen’ van Frank Koolen. Met dit werk zegt Koolen de fantasie te willen prikkelen en te willen bijdragen aan ontmoetingen in de buurt.

Niet iedereen is echter blij met deze verrijking van het Leidse straatbeeld. Al bij de aankondiging van de komst van dit kunstwerk, in 2022, klonk kritiek. Het beeld zou ‘unaniem verkozen’ zijn tot het beste ontwerp voor het plein bij het Omegaplantsoen, maar buurtbewoners zeggen dat ze alleen mochten kiezen welke kleur het zou krijgen: roze, zilver of paars. ‘Bij uitstek een voorbeeld van nepparticipatie’, volgens Studenten voor Leiden (SvL) en Partij Sleutelstad (PS). De komst van het werk stond immers al vast.

‘Waarom moeten het altijd van die felgekleurde onzi­n­objecten zijn?’

Enkele dagen nadat de paddenstoelen zijn geplant, ontvingen de campusbewoners een feestelijke uitnodiging in hun brievenbus om de onthulling van het kunstwerk bij te wonen. Dat schoot in het verkeerde keelgat van Tobias Kingma (25), student religiewetenschappen. In een e-mail aan wethouder Yvonne van Delft (Energie, Werk en Inkomen en Cultuur) beklaagt hij zich over de gang van zaken.

‘Waarom heeft de gemeente duizenden euro’s uitgegeven aan een “kunstwerk” dat niemand in de buurt wil hebben, en doet ze dan alsof wij hier inspraak in hadden? Waarom moeten het altijd dit soort postmoderne, felgekleurde, onzinobjecten zijn? Alles wat ik voel bij dit “kunstwerk” is walging en vervreemding.’

Over de participatie schrijft hij: ‘Er kon gestemd worden over de kleur, maar je kan een drol roze maken, dat maakt het niet minder een drol.’

Positief advies

De wethouder antwoordde dat ze het jammer vond dat het kunstwerk niet naar zijn smaak is. ‘De welstandscommissie en de Toets- en adviescommissie Openbare Ruimte hebben beide een positief advies uitgebracht over de plaatsing van het kunstwerk.’

Een antwoord van niks, vindt Kingma. In de besloten Facebookgroep Campus Leidse Schans is hij inmiddels een petitie begonnen om de beelden weg te halen. Het bericht kan op veel likes rekenen, in de reacties merken buurtbewoners op dat er water in de paddenstoelvormige tafels blijft staan, waardoor ze muggen aantrekken en dat de locatie van het kunstwerk zonder overleg gewijzigd is. Bomen, een fontein en wat picknicktafels, dat is wat de studenten willen. Er wordt gesproken van ‘een symbolische middelvinger’.

Tekst gaat door onder kader

Kunstenaar Frank Koolen: ‘Mijn paddenstoelen doen niemand kwaad’

Frank Koolen zelf kan de kritiek begrijpen. ‘Kunst valt nu eenmaal op, dus hebben mensen er snel een mening over. Maar als je er voor openstaat, kan het je ook iets opleveren: de paddenstoelen leren je om het dagelijks leven met meer fantasie tegemoet te treden.

‘Kunst in de openbare ruimte heeft het zwaar. Dat er kritiek is van studenten, geeft aan dat er in Leiden allerlei problemen spelen, zoals huisvesting. Mijn paddenstoelen doen niets kwaad, maar zijn een vehikel om ongenoegen te uiten. We hebben als maatschappij besloten dat er een klein budget beschikbaar is voor cultuur. Je kunt de kosten van dit werk niet vergelijken met andere sectoren als wonen daar gaan miljarden in om. Maar als je daar klachten over hebt, moet je naar de gemeente en niet naar mij.’

Volgens Koolen draait het erom dat je durft te genieten van interessante dingen om je heen en dat je je kwetsbaar opstelt. ‘De paddenstoelen zijn ontstaan doordat ik merkte hoe zakelijk de campus was. Het waait er hard, het is er grauw, het is een onpersoonlijke plek. Ik wilde dat ondermijnen door iets onverwachts neer te zetten, iets wat de verbeelding prikkelt en mensen aanzet tot onverwachte ontmoetingen. Enorme paddenstoelen zijn, als ondergeschoven natuurlijk product, bij uitstek een middel om die sfeer te doorbreken. Onder de grond staan ze allemaal met elkaar in verbinding. Mijn missie is dat we speels nadenken over wat kunst is, of hoort te zijn, en dat kunst een middel is om met elkaar in contact te komen. Wie wil er nu niet glimlachend met zijn buren plaatsnemen op een paddenstoel? Het trekt je uit de dagelijkse sleur.’

Hij gelooft dat het met de paddenstoelen wel goedkomt. ‘Ze zijn heel lief.’

Kingma: ‘Waarom moet onze buurt het toneel zijn voor de experimenten van “kunstenaars”? De wethouder hoeft er niet dagelijks langs te lopen, die heeft waarschijnlijk een mooi pand in de binnenstad.’

Ook Ophir Waasdorp (26, linguistics) is niet te spreken over het nieuwe kunstwerk voor zijn raam. ‘Er wordt gezegd dat wij als buurtbewoners inspraak hadden over de komst van de paddenstoelen, maar dat is niet waar. Het kunstwerk is er op ondemocratische wijze gekomen, wij konden alleen de schade beperken door de minst lelijke kleur te kiezen. Nu blijkt dat er zelfs glitters zijn toegevoegd aan die fallusvormige beelden.’

De grootste doorn in het oog van de studenten is het prijskaartje dat aan Koolens werk hangt. Waasdorp heeft de gemeentelijke archieven erop nageslagen en stelt dat de paddenstoelen vermoedelijk tussen de 53.000 en 70.000 euro hebben gekost. ‘We wonen met bijna tweeduizend studenten op de campus, van wie vele ternauwernood rond kunnen komen doordat we ons blauw betalen aan energie. In plaats van daar iets aan te doen, of ons voor mijn part kunstzinnige fietsenrekken te geven, steekt de gemeente geld in iets wat helemaal niet functioneel is, dat is wrang. Je kunt de paddenstoelen wel gebruiken als stoel, maar ze zitten niet lekker.’