‘De bezuinigingen op promovendi zijn substantieel’, zei Jeanette de Wolf, raadslid namens LIC-LACDR, tijdens de vergadering. ‘Dat moet negatieve consequenties hebben voor het onderzoek.’ Volgens haar dreigt de kern van het wetenschappelijke werk te worden geraakt.
‘Promovendi spelen een hele belangrijke rol in het onderwijs: de begeleiding van de practica, de begeleiding van de werkcolleges. Er is nu al aanzienlijke werkdruk: hoe gaan we die taken verdelen met een kleiner wordende groep?’
De Wolf benadrukt dat de raad zich ‘ernstige zorgen’ maakt over deze ontwikkeling. ‘Het betekent dat we minder eerste geldstroom voor promovendi hebben, waardoor het moeilijker wordt om een nieuwe onderzoekslijn op te zetten. We willen daarom adviseren om waar mogelijk de vaste wetenschappelijke staf te stimuleren en te ondersteunen om zoveel mogelijk tweede en derde geldstroomprojecten aan te vragen. Als het geld niet van binnen komt, dan moeten we het toch van buiten halen.’
Uit de meerjarenbegroting blijkt hoe groot de klap is. Tussen 2026 en 2030 daalt het aantal promovendi met 140 fte, een afname van 23 procent. Ook het aantal promoties loopt terug: van 165 in 2026 naar 139 in 2030. Daarnaast verdwijnt er 34 fte aan onderzoekers.
In de begroting wordt de daling ‘een reëel risico’ genoemd dat de onderzoekscapaciteit en onderwijspraktijk structureel onder druk zet.
Vanaf 2030 zullen de gevolgen van minder promoties en minder projectfinanciering pas echt zichtbaar worden.
Dramatisch
Directeur bedrijfsvoering Suzanne van der Pluijm erkende de ernst van de situatie. ‘Wij maken ons daar grote zorgen over. Een antwoord op hoe we dat met elkaar gaan organiseren hebben wij ook nog niet, omdat we ook nog nooit zo’n grote afname hebben gezien.’ Meer financiering uit tweede en derde geldstromen kan uitkomst bieden, maar dat legt volgens haar extra druk op de huidige staf.
Raadslid Jason Hart van DSP-SC vond dat het faculteitsbestuur harder richting het college van bestuur moet optreden. ‘Dit is in mijn ogen heel dramatisch. Je kunt niet bezuinigen op promovendi. Om in te stemmen met deze begroting, verwacht ik dat jullie meer druk gaan zetten op het college en het signaal afgeven dat deze bezuinigingen een probleem zijn voor ons.’
Van der Pluijm: ‘Mijn indruk is niet dat we tegenover elkaar staan. Het college is zich echt bewust van de ernst. We zitten in hetzelfde schuitje. Het probleem is dat de hoeveelheid werk die we als collectief hebben, groter is dan de middelen die er zijn.’
Volgens Tessa Gote van LIc-LACDR is de faculteit extra hard geraakt door het nieuwe interne verdeelmodel. ‘Wij hebben de grootste verliezen geleden. Onze positie ligt ingewikkelder dan die van andere faculteiten.’ Ook wees zij erop dat de hoge kosten van bèta-onderwijs en -onderzoek vaak lastig zijn uit te leggen in vergelijking met andere faculteiten.
Van der Pluijm: ‘Binnen de universiteit begrijpen mensen soms niet goed hoe duur het onderzoek en onderwijs is dat wij nodig hebben om dezelfde student te bedienen. We zitten alleen allemaal met dezelfde schaarste en dat maakt deze situatie zo lastig.’
Maatstaf
‘Ik denk dat het belangrijk is om aan te kaarten bij het college dat we niet dezelfde maatstaf kunnen blijven leveren als we moeten snijden in het aantal promovendi’, stelde Gote.
Van der Pluijm: ‘We schrijven in de begroting ook dat we nu moeten gaan investeren. Hoe raar het ook klinkt: we moeten investeren met middelen die we niet hebben om over vijf jaar het onderwijs draaiende te kunnen houden. Het is de boodschap die we blijven afgeven, gelijktijdig is het erg lastig om die investeringsgelden ergens vandaan te halen.’
Hart maakt zich zorgen over het signaal dat het faculteitsbestuur afgeeft met de bezuinigingen. ‘Eigenlijk zeg je: als er een geldtekort is, kunnen we die promovendi blijkbaar gewoon missen.’
Van der Pluijm: ‘Die promovendi kunnen we eigenlijk helemaal niet missen. Net zoals we geen studentassistenten, postdocs en investeringen in materiaal kunnen missen. Het risico is dat je in een negatieve spiraal terechtkomt. Het is allemaal heel heftig, ik kan het niet anders zeggen. We zouden bij God niet weten waar we het geld vandaan moeten halen. Nergens in de begroting zit luxe. Dus alles wat we hebben weggeschreven, levert op den duur waar dan ook een probleem. De oplossing is niet makkelijk. Het beste is als we allemaal in oktober gaan stemmen op een partij die onderwijs en onderzoek tenminste belangrijk vindt.’