Cultuur
Speuren naar verborgen verwijzingen in Japanse prenten
De prenten die op de nieuwe SieboldHuis-tentoonstelling hangen, geven een inkijkje in het geïsoleerde Japan van 1765 tot 1865. Wie goed kijkt, ontdekt allerlei verwijzingen, grappen, censuuromzeilingen, prostituees en reclame.
Anoushka Kloosterman
donderdag 2 februari 2023
‘Scène tien’ van Kitagawa Utamaro omzeilde de censuurwetten om het populaire verhaal van de Zevenenveertig rōnin af te beelden. Beeld SieboldHuis

Stuur een aubergine- of perzik-emoji naar een Tinder­date, en die begrijpt direct wat je bedoelt. Maar een student die over tweehonderd jaar voor een masterscriptie oude chatberichten doorploegt, zal zich toch afvragen waarom iedereen steeds fruitplaatjes naar elkaar stuurde.

Grappen, verwijzingen en ironie gaan zo volledig verloren: zonder context wordt een satirisch portret van een universiteitsbestuur niet meer dan een schilderij van rokende witte mannen - met alle gevolgen van dien. 

Dat geldt ook voor de Japanse prenten die sinds vorige week in Japanmuseum SieboldHuis hangen. Ze staan tjokvol verwijzingen, grappen, censuuromzeilingen, prostituees en reclame, maar nu, in de toekomst, is het flink puzzelen om die eruit te halen.

‘Voor de hedendaagse kijker, Japans of niet, zijn het niet meer dan mooie plaatjes omdat hij de context niet kent’, zegt junior conservator Jim Dwinger. Voor de tentoonstelling Verborgen betekenissen onderzochten studenten en net-afgestudeerden van de Universiteit Leiden de prenten en schreven uitgebreide uitleggen. ‘We wilden dat elke prent zodanige uitleg heeft dat je in de schoenen staat van de mensen die het in die tijd kochten, en dat je precies weet wat ermee aan de hand is.’

Strenge klassenmaatschappij

De prenten, voornamelijk afkomstig uit privécollecties, zijn gemaakt tussen 1765 en 1865. Japan onderhield toen minimaal contact met de buitenwereld en had een strenge klassenmaatschappij, maar intussen was de middenklasse booming en groeiden steden in rap tempo. Edo (zoals Tokio toen heette) werd een gigantisch metropool, met meer inwoners dan Londen of Parijs.

‘Japan is dan op en top een consumptiemaatschappij’, zegt Dwinger. ‘Met enorm veel commerciële activiteiten, en er werd ontzettend veel gedrukt en verkocht.’

Veel prenten zijn dan ook puur commerciële plaatjes, met veel mooie vrouwen en kabuki-acteurs. Die laatsten waren als filmsterren, zegt tentoonstellingscoördinator Joosje Smit, en mensen verzamelden hun afbeeldingen ‘zoals je vroeger posters uit de Hitkrant knipte’. Regelmatig zit er product placement in, met gezichtspoedermerken of populaire stoffenprints.

'Yoshiwara was een soort Disneyland, een prostitutiepretpark waar je kon ontsnappen aan strenge rangen en standen'

Ze laat een portret zien. ‘Dit is Ichikawa Danjūrō de achtste, uit de beroemde Danjūrō-acteursfamilie. Hij was zo populair, dat na een bepaald kabuki-theaterstuk waarin hij zich verstopt in een regenton, het water uit die ton werd verkocht. Net als de influencer Belle Delphine die haar badwater te koop zette: it’s been done in Japan.’

Dwinger: ‘Er zijn passages uit boekjes waarin vrouwen uit de vroege negentiende eeuw praten over hoe hun kinderen acteursprenten verzamelen: “Mijn kind wil alleen maar Kunisada’s (van prentmaker Utagawa Kunisada, red.)”.’

Prostituees en boerenpummels

Net als kabuki was het prostitutiedistrict Yoshiwara innig verstrengeld met de prentenindustrie. Het was ‘een soort Disneyland’, een prostitutiepretpark waar men kon ontsnappen aan de strenge rangen en standen; zelfs samoerai moesten hun zwaarden afleggen. ‘Ze noemden het ook echt Yoshiwara-land’, zegt Dwinger. ‘Je was daar helemaal het mannetje, zolang als je geld had en kennis van de etiquette.’ Hoe hooggeplaatst iemand ook was in het echte Japan, als hij de etiquette niet beheerste was hij in Yoshiwara een yabo – een boerenpummel.

Dwinger: ‘Bijna alle dames op de prenten waren oiran: hooggeplaatste prostituees, die ook bedreven waren in bepaalde culturele taken. Van hen werd verwacht dat ze niet alleen mooi waren, met luxe kimono’s en haarpennen, maar ook goed waren in theeceremonie, conversatie en muziek maken op de shimasen of koto (instrumenten met respectievelijk drie en zeven snaren, red.).’

‘Ze waren geen geisha’, benadrukt hij. ‘Dat waren in eerste instantie mensen die de gasten in het bordeel vermaakten tijdens het wachten. Het waren eerst zelfs vaak mannen.’

Utagawa Kuniyoshi, Ushiwakamaru vecht met Benkei, geholpen door de tengu, Ca. 1847-50 Beeld SieboldHuis

De oiran verschenen in rangboekjes, gesorteerd op populariteit en waar ze goed in waren. ‘Als je eenmaal oiran was, had je allemaal privileges zoals een eigen kamer in het bordeel. De allerhoogsten mochten zelf hun klanten kiezen en weigeren. Maar daar moesten ze eerst heel hard voor werken. Dat is meteen het trieste. Ze werden als jonge meisjes verkocht aan een bordeel, en als ze succes hadden werden ze oiran. Met heel veel geluk konden ze zichzelf uitkopen, of worden uitgekocht door met een man te trouwen. Maar dat was uitzonderlijk.’

Smit: ‘Het zijn dan wel plaatjes van mooie vrouwen die het erg naar hun zin hebben, maar in werkelijkheid zijn het meisjes die door hun ouders zijn verkocht en vaak jong overlijden, omdat ze allerlei ziektes opliepen en geen fijn leven hadden. Die tragische kant willen we ook belichten.’

De Japanse heersers, de Tokugawa-familie, keek argwanend naar de opkomende middenklasse, die niet alleen steeds rijker werd maar ook nog eens goed geletterd was. Huiverig voor opstanden, stelden ze strenge censuurregels in op drukwerk om opstandigheid in de kiem te smoren.

Tragische kant

Dwinger: ‘Als antwoord daarop verzonnen prentmakers manieren om die censuur te omzeilen met mitate: een prentontwerp dat op het eerste gezicht een gewoon plaatje lijkt, maar waar verborgen iconografie in zit. De geletterde kijker die zijn klassiekers kent begrijpt de verwijzing wel.’

Smit laat een print zien van drie vrouwen die iets op lijken te ruimen. In feite is dit een verwijzing naar het verhaal van de Zevenenveertig rōnin, over een groep samoerai die aan het begin van de achttiende eeuw de dood van hun meester wraakte (waarover in 2013 ook een film verscheen met Keanu Reeves). Het wraakverhaal was erg populair in theater en prenten, en werd ondanks censuurwetten nog jarenlang verteld.  

Smit: ‘Je ziet de vrouwen dingen opbergen in huis, maar er staat ook “scène 10” bij. In het verhaal verstopt iemand zich in de kist voor de agenten, en zijn ze smokkelwaar aan het inladen. Op de prent staan drie vrouwen, wat verwijst naar de drie agenten die in het stuk zitten. Alles wijst op een echte gebeurtenis die was gecensureerd. Dwinger: ‘Maar iemand uit die tijd, die gisteren nog naar een toneelstuk was geweest, herkende dit meteen.’

Censuur en straffen

Ze kwamen er niet altijd mee weg, zegt Smit, en het kwam voor dat prentmakers werden opgepakt. De beroemde Kitagawa Utamaro, wiens prenten veel te zien zijn in het SieboldHuis, moest 50 dagen met zijn handen geboeid in de cel zitten.

Kabuki-acteurs werden ook onderworpen aan censuur en straffen. ‘Danjūrō de zevende, uit de bekende acteursfamilie, werd zelfs eens op het podium opgepakt voor “decadentie”’, zegt Dwinger. ‘Daar kregen ze boetes voor. Ze behoorden tot de allerlaagste sociale klasse, maar verdienden in werkelijkheid heel veel geld.’

De prenten in de tentoonstelling komen voornamelijk uit Edo, maar een handvol komt uit Osaka. ‘Edo had veel beroemde acteurs, maar Osaka had zijn eigen populaire mensen. Daar was dan vaak een vete tussen: een beetje als Ajax-Feyenoord hier.’

Verborgen betekenissen
SieboldHuis, t/m 23 april
€10 (gratis voor studenten van Universiteit Leiden)